Hoofdstuk 2

705 51 5
                                    

Ik voel aan mijn wang, de plek waar haar lippen mijn huid raakten voelt warm. Ik voel me warm. Ik loop naar huis, maar eerst de verkeerde kant op. Ik kijk waar ik eigenlijk ben. Op het plein. Waar morgen de boete wordt gehouden. Ik heb een verschrikkelijk voorgevoel. En meestal klopt dat. Ik ben zó bang dat Maysilee wordt getrokken. Ik kan het niet plaatsen. In gedachten verzonken loop ik terug naar huis. "Haymitch, is er iets?" vraagt mijn moeder. Ik schud mijn hoofd, mompel 'veel huiswerk' en loop naar mijn kamer. 

Ik heb helemaal geen huiswerk, slechte smoes ook. Want de dag voor de boete krijgt niemand huiswerk. Ik blijf de hele middag boven, denken. Ik wil weten wat Maysilee met me doet. Ik wordt er gek van, ik wil het een plekje kunnen geven. Maar het lukt me niet om dat te doen voor mijn moeder me roept voor het eten. Ik prik maar wat in het eten, ik krijg geen hap door mijn keel. Mijn maag zit vol met vragen en spanning voor de boete morgen. Ik ben niet bang om zelf getrokken te worden, echt niet. Maar Maysilee is een ander verhaal. 

"Hoef jij niet te eten?" vraagt mijn vader met een opgetrokken wenkbrauw. "Ik ben zenuwachtig," antwoord ik. Mijn vader knikt begrijpend. "Eet wat je kan, en zet het daarna in de koelkast voor later. Als je wil, mag je naar je kamer," zegt hij. Ik knik en loop direct naar de koelkast. Wij hebben er één. Wij zijn rijk. Wij hebben geen bonnen nodig. Maysilee wel. Ik had haar ook gewoon geld of eten kunnen geven. Dus als ze morgen getrokken wordt is het mijn schuld. Met die gedachte plof ik op bed, en zonder me om te kleden val ik in slaap. 

Als ik wakker word is het elf uur. Verdomme, ik heb nog een uur om me om te kleden voor de boete! Ik doe alles zo snel mogelijk en sta om kwart voor twaalf redelijk netjes op het plein. Mijn bloed was net afgenomen, en ik sta nu met gierende zenuwen te wachten. "Welkom welkom, bij de tweede kwartskwelling!" begint een absurd opgetutte vrouw op twaalf-centimeter hakken. Ze tikt over het podium naar een microfoon. Tik tak tik tak. "Wat een eer om hier te mogen zijn! Heerlijk! Maar zometeen is het de eer aan jullie! Vier van jullie zullen de Arena in gaan, om te strijden voor die eeuwige roem!" 

Ja, lul lekker verder, niemand wil die Arena in, tenminste, niemand uit District 12. Tribuut staat hier synoniem aan lijk. Er komt nog een filmpje over de opstand, wat iedereen al tienduizend keer heeft gezien. Dan tik takt ze naar de bol van de meisjes, en pakt er een briefje uit. Ik hoop zo dat Maysilee het niet is... En nee, het is een ander meisje. "Hella Irony!" Een meisje van een jaar of veertien loopt onzeker naar voren. "Kom maar lieffie, jij gaat ons District vertegenwoordigen dit jaar!" Ze klimt het podium op. Nog één naam, dan kan ik opgelucht ademhalen. Of niet. 

Het volgende papiertje wordt uit de bol gehaald, en de naam wordt opgelezen. En ik stort in elkaar. "Maysilee Donner!" schalt het door mijn hoofd. Nee. Nee nee nee. Niet Maysilee. Haar breekbare gestalte kruipt bijna het podium op. Ze staat ineengedoken op het podium, en de vrouw heet haar hartelijk welkom. Je ziet Maysilee kijken; 'die is gek'. En ik moet haar groot gelijk geven. Dan zijn de jongens aan de beurt. Ik sta klaar om me aan te bieden, als de naam wordt opgelezen. 

"Haymitch Abernathy!" Even ben ik verbaasd, maar dan stap ik zelfverzekerd het podium op. Ik kijk kort naar Maysilee, maar zorg dat er van mijn gezicht niks af te lezen is. Haar betraande gezicht kijkt terug, en kijkt weer weg. En op dat moment weet ik dat ik er alles aan zal doen om dat gezichtje de Arena uit te krijgen, ook al kost dat mij mijn leven. 


The Second Quarter Quell-HaymitchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu