"Met Astili?." "Mevrouw Astili, ik heb geen enkel iets kunnen vinden over Rafeeq Mathali. Een gewone zakenman die het bedrijf van zijn vader heeft overgenomen." "Hmm... Wanneer je iets te weten komt, laat het me gelijk weten." en ik hing op.
We zijn enkele weken verder en ik probeer Rafeeq nu goed in het oog te houden. De tijd tikt. Elke keer verwacht ik weer een geel notitie blaadje.
De mensen achter de mapjes en de notitie blaadjes hebben wat met mijn vader te maken. Ik weet het zeker. Zouden het de moordenaars zijn van mijn vader? Zou Rafeeq het zijn?
Samen liepen Chaib en ik door het centrum. "Ik mis pap Yumn." "Ik ook Chaib, ik ook." Zou ik hem vertellen? Zou ik hem vertellen dat papa geen normale dood heeft gehad?
"Chaib, ik moet je i..." "Hey, jongens! Waar gaan jullie naartoe?" "Salaam Rafeeq! We zijn onderweg naar kantoor. Hoe is het met je?" antwoordde mijn broer. Ugh, ik heb nou echt geen zin in hem. Zijn ogen voelde ik in mijn huid prikken, maar ik weigerde om te kijken. "En hoe is het met jou?" Zijn warme adem voelde ik langs mijn oor. Geschrokken draaide ik mij om. "Goed." En keek hem vies aan.
Om mij heen kijkend zoekend naar Chaib, tikte Rafeeq mij aan. "Hij is even naar de Albert Heijn." "En dat zeg je nu pas?! Snol." Ik versnelde mijn pas terug naar de Albert Heijn om Chaib te zoeken, maar zijn hand om mijn pols liet mij stoppen. Die mysterieuze blik in zijn ogen gaf mij kippenvel. "Yumn.." "Nee stop, niks ge-Yumn. Jij gaat mij nu de waarheid vertellen! Wie ben jij en wat wil je van mij?!" "Ik wil jou." Zijn ogen keken mij diep aan. Geschrokken keek ik hem aan. Snel vermande hij zich. "Ik wil weten wat je voor me verbergt." Kucht hij. Ik nam en stap naar voren, keek diep in zijn ogen. "Nogmaals, alles over mij, gaat jou niks aan." Schonk hem nog één laatste blik en liep gauw naar kantoor.
"Waarom heb je niet op mij gewacht?" Chaib knalde de deur dicht. "Ik wou gewoon weer snel aan het werk." "Yumn. Is er iets? Moet ik iets weten?" Twijfelend keek ik hem aan. "Nee niks Chaib."
Ik zat weer alleen in mijn kantoor wanneer mijn telefoon af hing. "Met Yumn Astili." Gehijg. Gekraak. Stilte. Fronsend keek ik mijn telefoon aan. "Hallo?" "13:07. Kofferbak." Opgehangen. Snel checkte ik wat voor nummer het was. "Shit! Onbekend, natuurlijk." Wat bedoelen ze nou weer met kofferbak? Snel pakte ik mijn autosleutels. Trok de deur open van mijn kantoor en liep zonder te kijken eruit. "Auw!" Ik liep tegen een gedaante aan, waardoor ik elk moment de grond kon voelen. Niks? Ben ik al gevallen? Voorzichtig maakte ik mijn ogen open en keek recht in de ogen van Rafeeq. "Laat me los, jij zwerver!" Pats! Daar lag ik op de grond. "Uh ja, ik moest je los laten toch?" Krabbelde hij achter zijn oor. Yumn, rustig aan. Adem in, adem uit. "Uit mijn weg."
Ik liep gauw naar mijn auto en ging voor de kofferbak staan. Klikte mijn auto open en maakte de kofferbak open. Een klein kistje zat precies in het midden van de kofferbak. Een kistje wat ik nog nooit eerder heb gezien.