2

3.4K 212 15
                                    


Het breekt me om mijn moeder zo te zien. De eerste jaren toen Charlotte verdwenen was hield ze haar sterk. Ze bouwde een muur op voor iedereen die haar wou benaderen. En als er dan toch een traan over haar gezicht rolde en iemand haar wou troosten zei ze dat ze oké was en geen hulp nodig had. Dat hield ze een paar jaar vol. Maar toen kwamen er barsten in haar muur. Ze trok zich steeds vaker terug in haar kamer en werd bleker.

Als ik terug uit de keuken kom zie ik dat mijn vader zich verstopt heeft achter zijn krant. Ik weet dat hij de krant niet leest, want hij heeft zijn leesbril niet op. Ik wandel wat dichterbij en zie dat zijn wangen nat zijn. Het liefst zou ik mij ouders willen omarmen en fluisteren dat het goed komt. Maar wat als dat niet waar is... Wat als mijn ouders en ik ons hele leven blijven treuren en Charlotte nooit meer terug komt? Snel duw ik deze gedachten uit mij hoofd en loop naar de trap. Eens ik boven ben laat ik me hijgend vallen op mijn bed. De laatste tijd doe ik niks anders meer dan naar buiten kijken en achter mijn bureau zitten. Daardoor is mijn conditie heel erg hard achteruit gegaan. En wordt ik na de minste inspanning moe.

Terwijl ik met pen cirkeltjes op een blaadje krabbel, denk ik aan mijn ouders. Ze zijn nog steeds gebroken. Hoe hard ze ook proberen om hun tranen te verbergen -de ene door haar haar de andere door zijn krant-zie ik dat ze gebroken zijn.

En dan uit het niks heb ik een idee wat ik ge doen voor Charlotte. Snel pak ik een pen en een papier en begin ik te schrijven. Even vergeet ik wat er allemaal om me afspeelt en ga ik op in mijn geschrijf en de herinneringen van Charlotte en mij.

Ik wordt wakker met kloppende hoofdpijn. Het lijkt alsof verschillende mensen met hamers op mijn hoofd trommelen. Ik til kreunend mijn hoofd op. Mijn bruine haren plakken aan mijn voorhoofd en mijn mond voelt droog aan. Met mijn hand zoek ik naar mijn gsm om de wekker af te zetten. Terwijl ik over mijn hoofd wrijf kijk ik hoe laat het is. 5 uur in de morgen. Met stramme spieren sta ik op. Even zie ik zwarte vlekken voor mijn ogen maar als het tot me doordringt welke dag het vandaag is verdwijnen die meteen. Vandaag is het zeven juni. De dag dat Charlotte verdween... Ik loop snel naar beneden en zorg dat ik niet teveel lawaai maak. Met de bladeren in mijn hand loop ik de deur uit.

Het moet hier ergens zijn. Ik kijk zoekend om me heen. Aha, gevonden. Boven mij torent er een groot flatgebouw uit. Het bestaat bijna alleen uit glazen. Boven de grote ingangsdeur straat er in reuze letters 'UITGEVERIJ THE TIME' Nu ik voor deze wolkenkrabber sta, voel ik de zenuwen door mijn lijf gieren. Gisteren was ik zo zeker over mijn plan. Maar die zekerheid is verdwenen als sneeuw voor de zon. Aarzelend zet ik een stap in de richting van het gebouw. Ik neem diep adem, sluit mijn ogen even en loop dan naar binnen. Eenmaal ik binnen ben moet ik mijn best doen om mijn mond dicht te laten. Het lijkt hier op een menselijke mierenhoop. Overal waar je kijkt zie je mensen, de ene gehaast, de andere op zijn gemak. Alle wanden zijn gemaakt van marmer. Het oogt modern. Ik loop naar de balie. Nog steeds zenuwachtig tik ik op het marmeren tafelblad tot ik de aandacht krijg van de vrouw achter de balie. Met een kleine glimlach vraagt ze wat ze kan doen voor mij. Ik leg mijn plan uit en probeer mijn tranen in bedwang te houden. Ik geef haar mijn tekst die ik gisteren heb geschreven. Ze knikt goedkeurend tijdens het doorlezen. 'Ik denk wel dat ik iets kan regelen voor je.' zegt ze terwijl ze met haar roodgelakte nagels een telefoonnummer intikt. Na vijf minuten bellen zegt ze tegen mij dat het geregeld is. Ik kan wel een gat in de lucht springen van blijdschap maar dan denk ik weer aan Charlotte. Meteen verdwijnt mijn glimlach. Ik bedank de vrouw en loop dan naar de uitgang. De rest van de wandeling naar huis maalt er maar een zin door mijn hoofd: vandaag is de dag dat Charlotte verdween negen jaar geleden.

Wanneer ik terug thuis kom, zie ik papa in de keuken staan. Hij staat daar maar met zijn handen langs zijn lichaam en zijn ogen starend in het niks. Het doet pijn om mijn ouders zo te zien. En ik zou alles doen om hun pijn weg te nemen, maar ik weet niet hoe. Het enige dat misschien een beetje zou helpen is papa een knuffel geven, en dat doe ik dan ook. Het is lang geleden dat ik papa nog eens een knuffel heb gegeven. En nu pas merk ik hoe hard ik zijn stevige knuffels heb gemist. 

(Derest van de hoofdstukken heb ik nog niet bewerkt, en ik denk ook niet dat dat nog gaat gebeuren, omdat ik geen voeling meer heb met dit verhaal. Ik ga me meer concentreren op andere verhalen... Sorry)

zussen vergissingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu