Hoofdstuk 1

278 28 18
                                    


Ik steek mijn hand in de rechterzak van mijn jas, opzoek naar de huissleutel. De sleutel is altijd uit het niets weg, net voor ik mijn huis sta, en de rest van de dag slingert hij overal rond. Maar mijn zakken zitten vol met onzin, aangezien ik nooit een tas meeneem wat ik eigenlijk wel zou moeten doen. Nu loop ik elke dag met boeken in mijn hand omdat ik te lui ben om een tas mee te dragen. Nadat ik de hele inhoud heb leeggehaald, vind ik de sleutel helemaal onderaan. Ik steek hem in het slot, en draai de sleutel naar rechts, duw de deur open en ruik... niks? Ik stap altijd met mijn rechtervoet naar binnen, waarom weet ik niet. 'Mam, pap, Ik ben thuis!' roep ik naar binnen. Na even geluisterd te hebben, weet ik dat er niemand thuis is, zoals gewoonlijk, en doe de deur achter me dicht. Ik leg mijn tas op de grond en loop naar de keuken toe. Ik zie dat er een brief op de koelkast is geplakt en haal het eraf.

Lieverd,

Je vader en ik zijn uit voor een etentje, dus bestel maar iets voor jezelf. Het geld ligt op tafel en het wordt laat voor ons, dus wacht maar niet. We hebben iets om je te vertellen morgen. Kus, mam.

Ik vouw zuchtend het papiertje op en gooi het weg. Mijn ouders zie ik bijna niet meer, ze zijn altijd of op zakenreis, of uit met zijn tweeën. Ik vraag me soms echt af waarom ik besta, ze lijken me bijna te vergeten. En als ik er iets van vraag, krijg ik een slap smoesje en wat geld om het goed te maken. 

De volgende ochtend.

'Isabelle, sta op! Het ontbijt is klaar' roept mijn moeder. Ik klim uit mijn bed en stap op een pizza doos van gisteren. Ew. Het gordijn is half open, dus ik trek hem helemaal open en doe het raam open voor wat frisse lucht. Ik loop naar de badkamer en poets mijn tanden, doe mijn haar in een laag staartje en spuug het mondwater uit. De nasmaak is altijd zo goor, bah. Als laatste was ik mijn gezicht, ik neem wel een douche na het ontbijt. Wat is zo belangrijk dat mijn moeder ontbijt maakt? Dat doet ze nooit, alleen bij speciale gelegenheden. Ik adem diep in en loop naar beneden, niet wetend wat me te wachten staat.

'Goedemorgen mama, goedemorgen papa. Hoe was gister avond?' Vraag ik en pak een zacht gekookt eitje van de schaal. 'Het was leuk, en jouw avond?' vraagt mijn vader. 'Zoals altijd, alleen wat Netflix kijken en leren voor school.' antwoord ik. Na 5 minuten( ondertussen heb ik het eitje vermoord omdat ik zo zenuwachtig ben), wat voelde als een eeuw, begint mijn moeder te praten. Ze ziet er erg nerveus uit, iets wat ik nooit eerder heb gezien.  'Lieverd, je vader en ik gaan morgen naar Berlijn, voor ons werk.' Van verbazing trek ik mijn wenkbrauwen op. Wat? Was dat het? Natuurlijk niet, ze gaat verder. 'De politie en de gemeentelijke instantie van jeugdzorg heeft ons verteld dat we je te vaak alleen thuis laten, zonder enig toezicht van een officiële volwassene. Vandaar dat we je moeten sturen je naar een internaat.' Ik laat mijn vork vallen van verbazing. Dit is zeker het laatste wat ik ooit zou verwachten. Ik kijk richting mijn vader, want no way dat hij dit goed vindt. 'Internaat? En mijn leven hier dan? En mijn vrienden?' Er komt geen einde aan mijn vragen die ik op mijn moeder richt. Ik weet niet wat ze bezielt, maar dit is niet wat zij zouden doen. Mijn vader heft zijn hand om me te stoppen. 'Isabelle, denk je nou dat wij dit willen? Ik weet dat het gestoord is, maar we hebben geen keuze lieverd' Hij moet echt stoppen met me lieverd noemen. Dat is zo lelijk, vooral bij zulke situaties. 'Het internaat is in Groningen omd-' ze kan haar zin niet afmaken omdat ik haar onderbreek. 'WAT? Groningen? Waarom in hemelsnaam Groningen? We wonen in verdomme Amsterdam!' Ik adem onregelmatige door al de ze inspanning. 'Niet schreeuwen tegen je moeder, Isabelle!' zegt mijn vader. 'Ik begrijp haar, Luke. Laat me het even uitleggen. Alle internaten zaten al vol vanwege het begonnen schooljaar, het is nu al 2 maanden bezig. Maar je cijfers zijn goed dus ze konden je gewoon aannemen. Alle internaten in Amsterdam en omgeving zitten al vol.' Oke, nu begrijp ik het wel. Maar het blijft raar en ik zal het nooit kunnen accepteren, maar doen alsof ik het geaccepteerd heb is het minste wat ik kan doen. 'Aangezien ik geen keus heb, wil ik wel graag weten wat voor mensen er zijn' Vraag ik aan mijn moeder terwijl ik me weer richt op het eitje. 'Weten we niet, alles is zo snel gegaan'.  'Hmm, wanneer moet ik weg?' 'Vanavond' zegt mijn vader. Met een zucht eet ik verder, maar het eitje is geen ei meer en smaakt nergens naar. 

Nadat ik en douche heb genomen, begin ik met het inpakken van mijn spullen. Ik weet voor god niet wat ik mee moet nemen en wat ik moet laten liggen. Ik mag in vakanties gewoon terug naar huis, dus ik moet wel wat spullen achterlaten. Ik pak wat ik leuk vind en de spullen die me zullen herinneren aan deze plek, maar ik laat ook spullen achter die deze kamer uniek maken, en zo gaan er uren voorbij. Voordat ik mijn kamer echt verlaat, werp ik nog een goede blik op mijn vertrouwde ruimte waar ik mijn hele leven naar toe ging bij gelukkige momenten, maar ook bij angst en verdriet. Met tranen in mijn ogen doe ik het licht uit en de deur dicht. Het is alsof ik afscheid neem van mijn leven en de dood in ga.

'Daar zijn we dan. Geef me nog een laatste grote knuffel' zegt mijn moeder in tranen. Ik kan het niet tegenhouden, ik barst ook in tranen uit. Na een minuut doet mijn vader de autodeur open en een groot huis staart me aan. Als ik eerlijk moet zijn, is het huis best wel mooi. Maar de mensen daar, dat is mijn grote vraag. Mijn vader geeft me ook een sterke knuffel en fluistert dan zachtjes in mijn oor 'Wees sterk.' Ik knik en loop naar de voordeur toe, bel aan en werp nog een laatste blik op de auto. Mijn moeder knikt me na.  Wanneer een oude man de deur open doet, rijdt de auto weg. Doei mama, doei papa, doei oud leven. Ik veeg met de rug van mijn handen mijn tranen weg en draai me om naar de man die bij de deur staat. Ik steek mijn hand uit. 'Isabelle.' 

De naam van de oude man is Guiseppe. Ik hoop dat ik het onthoud, het is best een moeilijke naam en hij is zeker niet Nederlands. Hij is de eigenaar van dit huis en de conciërge ervan. De huisdame heet Caroline en ze is echt heel aardig, ook best jong. Ik ben een beetje bang van Guiseppe, maar daar kom ik wel overheen, hoop ik. Hij geeft me een rondleiding door het huis en laat me mijn kamer zien. Ik deel een kamer met Nina, ik hoop zo dat het een aardige meid is.

Het heeft me een uur gekost om alles op zijn plek te leggen waar ik het wilde hebben. Ik kan ook niet zomaar dingen gaan verplaatsen, ik deel de kamer met een persoon die ik nog nooit heb gezien. Deze kamer is groot, groter dan die van mij, maar ik vind het leuk. Ik hoor de voordeur open gaan beneden, dat moeten de bewoners zijn. De waterfles ion mijn hand leg ik weg en adem diep in en uit, en loop van de trap af. Er staat niemand bij de deur, dus ik loop gespannen de woonkamer in. Alle ogen zijn op mij gericht. Ik zie 3 meisjes, en vier jongens. Deze jongens zijn echt knap, net alsof ik in een serie ben geplaatst. Maar mijn ogen blijven hangen bij een jongen. Hij heeft blond haar dat naar achteren is gekamd. Het ziet er echt heel goed uit. Ik heb niet door dat ik naar hem staar en dan voel ik zijn ogen terugkijken en ik kijk snel weg. Ik voel me net een tomaat, zo rood ben ik. Hij blijft wel kijken. Er is ook een meisje dat jaloers naar me kijkt, met een dodelijke blik voor zover ik dat gezicht kan plaatsen. Waarschijnlijk is het zijn vriendin. Geweldig, ik heb een vijand gemaakt in minder dan een minuut, en ik weer haar naam niet eens. Ik sta hier als een idioot in de deuropening en niemand stelt zich voor. Net wanneer ik de hoop opgeef en me verslagen om wil draaien om terug naar boven te lopen, zie ik de blonde jongen opstaan en mijn richting op lopen. 

-----------------------

Dit was het eerste hoofdstuk! Laat me weten wat je er tot nu toe aan vindt, vind ik leuk.

Unexpected.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu