Hoofdstuk 23

69 7 2
                                    



Ik hoor dat de rits dicht is en Jace schuift mijn haar weer naar achteren, als teken dat hij klaar is. Ik ga weer rechtzitten en doe mijn gordel om. Jace start de auto weer en rijdt weg. Na wat minuten naar buiten gestaard te hebben, herinner ik me dat ik hem niet heb bedankt. 'Ohja, dankjewel.' Ik kijk opzij en zie dat hij gefocust is op de weg. Waarschijnlijk ben ik niet het enige meisje die het schattig vindt als een jongen druk bezig is. Als zijn aandacht op iets gevestigd is. 'Ik dacht dat die nooit zou komen.' Zegt hij lachend. Ik glimlach kort en kijk dan weer voor me. De hele rit zijn we stil, maar niet ongemakkelijk stil.

Ik stap uit de auto en loop alvast naar de deur toe. Ik wil net aanbellen, maar de deur gaat al open en Matt staat voor me. Ik moet wel en beetje omhoog kijken als ik hem wil aankijken in zijn ogen, want hij is làng. 'Waar waren jullie?' Matt slaat zijn armen over elkaar heen, hij lijkt net een beveiliger ofzo. 'De aut-' Jace verstoort mijn zin en begint zijn eigen gesprek. 'Sebastians auto was kapot, hij had olie nodig. Die flikker had geen olie in de auto, dus moesten we wachten tot de volgende dag om olie te halen.' Matt lacht. 'Ik zei toch dat we je moesten helpen. Jij deed allemaal stoer dat je het wel zou fixen.' Hij trekt zijn wenkbrauwen omhoog om Jace te irriteren. 'Heb ik toch ook gedaan?' ik laat de jongens hun gesprek afmaken en loop door de deur langs Matt naar binnen. Ik doe mijn schoenen uit en loop gelijk naar boven toe. Ik wil Caroline vermijden, want ze gaat allemaal vragen stellen die ik niet wil beantwoorden. Wanneer ik de kamer in loop zie ik dat Nina nog steeds niet terug is en dat hij er precies hetzelfde uitziet als hoe ik hem achter heb gelaten. Het is wel koud, dus ik doe even het raam dicht en pak andere kleren en handdoeken, loop naar de badkamer toe en neem een douche. Het fijne aan deze badkamer is dat hij een bad heeft, maar ook gewoon douche. En er is nog genoeg plek voor de wastafel en spiegel. Bij mij was het maar klein en hadden we geen bad. Tot nu toe heb ik nog nooit een bad genomen, maar heb daar geen zin vandaag. Ik zet het water op heet, want mijn spieren zijn nogal gespannen vanaf gisteravond en heet water helpt. Ik besef me eigenlijk nu pas dat morgen mijn eerste schooldag is. Door de tijd die ik hier doorbreng ben ik totaal vergeten dat school ook nog bestaat. Ik bedenk wat ik morgen aan wil doen, hoe ik daar kom en nog belangrijker; hoe mijn klas is. Waarschijnlijk is de lesstof niet zo anders dan we in Amsterdam hadden, maar toch. Waarschijnlijk moet ik een nieuw vakkenpakket kiezen. Nieuwe klaslokalen, ander kluisje, toiletten, aula. Deze gedachtes maken me alleen maar moe, en ik ben al uitgeput. Ik had niet door dat mijn huid rood werd, dus ik stap uit de douche en sla mijn handdoek om mijn haar. Als ik in de spiegel kijk, besef ik dat ik mijn make-up er niet af heb gehaald, en mijn mascara is uitgelopen. Hij hoort waterproof te zijn, nou daar merk ik heel veel van. Ik doe het kastje links van me open, ik heb ze nog nooit aangeraakt. Maar zoals ik al dacht liggen er wattenschijfjes en een make-up remover. Ik haal de boel eraf en kam mijn haar door. Ik neem altijd 2 handdoeken mee, een voor mijn lichaam en de andere voor mijn haar. Ik wikkel de handdoek om mijn haar heen en pak mijn spullen bij elkaar. Wanneer ik mijn kamer open doe, zie ik Sebastian op mijn bed zitten. 'Hey.' Zegt hij terwijl hij in zijn nek wrijft. Blijkbaar zit hij niet dat ik in een handdoek voor hem sta. 'Hoi, mag ik me misschien even omkleden? Dan kunnen we praten.' Ik kijk hem na met een opgetrokken wenkbrauw wanneer hij knikt en wegloopt. Hij lijkt... zenuwachtig? Ik doe deur achter hem op slot, je weet nooit met de mensen in dit huis. Mijn kleren liggen op de verwarming, omdat ik dat altijd doe. Ze zijn dan lekker warm als je ze aantrekt, ook al is het voor een seconde, het is lekker. Ik kleed me snel om, maar laat de handdoek in mijn haar zitten en loop naar de deur toe. 'Dus, waarom ben je hier?' ik loop achter hem aan, maar ga op het bed van Nina zitten, in een kleermakerszit. 'Ik wilde dus nog zeggen dat het me spijt.' Ik snap niet waar dit over gaat om eerlijk te zijn. 'Wat spijt je?' ik trek mijn mouwen over mijn handen heen omdat ze koud zijn. 'Omdat ik zo kortaf tegen je deed gisteravond. Je weet wel, na dat geest gedoe enzo.' Hij speelt met zijn duimen en wacht op een reactie. 'Ik dacht gewoon dat je moe was ofzo.' Antwoord ik hem, maar dat zeg ik alleen omdat ik niet weet wat ik anders moet antwoorden. Ik bedoel, hij deed inderdaad wel vaag, maar ik zie dat hij het moeilijk vindt om dat te bespreken dus ik ga hem niet vragen wat er is. 'Ik was zelf ook moe, ik heb niks geks gedaan toch?' ik glimlach zwakjes naar hem en ik zie een kleine glimlach groeien op zijn gezicht. 'Nee hoor, niks.' Het gesprek valt stil, ongemakkelijk stil, waarschijnlijk ongemakkelijker voor hem, dus ik besluit hem de vraag de stellen die de hele tijd aan me knaagt. 'Eh, geloof jij in dat geesten gedoe?' ik bijt op mijn onderlip en kijk weg, ik doe dat altijd op bepaalde momenten, geen idee waarom. 'Ik weet het niet echt, ik heb wel het gevoel dat het echt zou kunnen zijn.' hij haalt zijn schouders op en kijkt me aan. 'Is er al ooit iets uitgekomen, bij jou dan?' Ik ben eigenlijk bang om deze vraag te stellen, maar doe het toch. Het moment is perfect, waarschijnlijk komt dit nooit meer aanbod. 'Nee, bij mij niet nee.' Ik knik, als teken dat ik het begrijp, maar toch heb ik het gevoel dat dit wel echt zou kunnen zijn.


Unexpected.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu