Hoofdstuk * 8

173 19 8
                                    

Mijn pijnlijke ogen persten volle tranen door mijn wimpers. Edward's bleke lichaam lag op de grond. En af en toe steef zijn rug schokkend op. Ik zag hem vechten voor het kleinste procentje zuurstof dat hij kon krijgen. Ik wou er naar toe lopen, en zijn leven redden. Maar mijn kracht was weggevallen en ik kon al nauwelijks op mijn benen blijven staan. Macy greep me bij mijn schouders als ze mijn gebroken gezicht opmerkte en gaf me een medelijdende blik, die rustgevend werkte. Lisa had haar handen voor haar mond geslagen en stond ook opmerkelijk hard te huilen. Met snikkende stem riep Nina door de telefoon het adres waar we ons bevonden. De cafébaas probeerde iedereen uit de ruimte te verjagen. En Marcel bleef met diepe ademhalingen voor het lichaam staan, dat steeds bleker werd. Geen enkel schijntje woede minder dat in zijn ogen zat vervaagde, en er drupten wat rode druppels langs Edward's rug, op de grond. Marcel schudde zijn vuisten los, ik zag dat er zelfs een plekje bloed op zijn knokkels zat dat hij van Edward's voorhoofd geslagen had. 

Het geluid van mijn pompend hart sprong door mijn oren. Ik viel neer op mijn knieën en kon het niet meer aanzien hoe pijnlijk Edward zich in de nesten gewerkt had. Als hij wat slimmer was geweest, lag hij nu niet doodbloedend op de grond. Mijn hoofd stortte in mijn handen, en mijn gezicht perstte zich in elkaar uit pijn. In de verte hoorde ik een zachte sirene, die steeds luider en gemeender klonk. Maar alle geluiden die me tegemoet kwamen leken dof, en het enige heldere geluid was mijn schokkende ademhaling die pijnlijk uit mijn longen kwam. Alles draaide in het rond, en niks was duidelijk meer. Mijn wereld was in elkaar gestort. De sirene stond nu letterlijk voor de deur, en schreeuwende mannen kwamen het café binnen met een brancard die ze over de vloer sleurden. Iemand greep me bij mijn schouders en probeerde me recht te trekken, met weinig succes. Ik voelde Macy's handen onder mijn schouderbladen die me probeerden op te tillen, maar haar lukte het niet.

Een sterke man kwam Macy te hulp en trok me recht. Aan zijn mouwen te zien was het een man van de politie. Hij dwong me weer op mijn pijnlijke benen wat me weer een zicht gaf op de omgeving. Twee figuren, in het wit gekleed, tilden Edward's bleke, bewegingloze lichaam op de brancard en twee andere agressief bewegende silhouetten trokken Marcel mee die agressief terugvocht, maar niet overwon. De politieman hield mijn pijnende polsen achter me vast en klemde me tussen zijn sterke benen. De twee witgekleedde mensen reden voorbij met het rollende bed achter hun, waar Edward bewegingloos op lag. Zijn bleke lichaam reedt vlak voorbij me, als ik een schreeuw uitliet om me los te laten. Ik wou mijn armen rond mijn volgetattoeërde broer slaan, vermits ik hem misschien niet meer levend ging zien, maar de politie hield me tegen. Het deed pijn.

Luid geroep en bevelende stemmen klonken dof in mijn oren. Ik schreeuwde mijn broer na totdat hij uit het zicht verdwenen was en sloeg dan weer in. Tranen barstten uit mijn oogkassen. Vlak achter de brancard verscheen Marcel met zijn polsen achter zich gebonden. Zijn ogen stonden nog op frustratie, maar er glansde een schijntje 'wat heb ik gedaan'  in zijn pijnlijke oogkassen. Ik keek hem huilend na, maar hij draaide zijn hoofd niet eens mijn richting uit. Ik gokte erop dat ook zijn kracht uit zijn lijf gezogen werd. 

Ik hoorde de drie meisjes ergens achter me schokkend snikken. Als ook Marcel uit de donkere cafédeur verdween, zei de man die mijn polsen geketend had en pijnlijk vasthield, maar me toch vriendelijk verder duwde. Macy vloog tegen me aan en gooide haar hoofd huilend op mijn borstkas. Haar klap tegen mijn borst deed me nog een paar tranen uitbrengen, ik verstopte mijn neus in haar haar zodat het niet te opmerkend was. 

_____________________________________________

Pijn. Pijn schoot door mijn aderen en vloog dan terug naar mijn hart. Alles vloog in het rond. Een fel licht verblindde mijn dichtgeknepen ogen. Ik had het koud, enorm. Maar tegelijk warmde de pijn die door mijn lichaam schoot me op. Als ik nu maar een deken zou hebben. En zacht deken. Een deken dat me zou verwarmen in de plaats van mijn pijnende sneeën en verwondingen. Een deken gemaakt uit een warm stof, maar toch zo zacht als de wolken. Wolken waardoor een oogverblindend licht scheen, alsof een engel door de hemel op de aarde toekeek. Was ik maar een engel. Engels hebben geen pijn, ze hebben geen gevoelens. Wat als ik een engel was? Zou ik dan in de hemel wonen, of barstend op de aarde neerstorten om toch de hel ingestuurt te worden? Misschien verdien ik de hemel niet eens. Waarschijnlijk niet. Maar waarom niet? Ik heb me altijd zo slecht gedragen, en spijt heb ik er niet van. Mensen zeggen dat ik het meest op mijn vader lijk op dat gebied. Maar dat maakt me woedend. Ik wil niet op mijn vader lijken, integendeel. Mijn vader is een klootzak, die de mensen die van hem hielden verliet. Hij was te dom om slim te zijn. Maar misschien ben ik dat ook.

"Nog een keer, hij is er bijna!" een schreeuw vulde dof mijn oren. "LOS" en een klap schoot door mijn lijf. Ik liet een schreeuw uit als mijn lichaam het bed weer raakte. "Dat is het. Hij is wakker. Goed gedaan jongens, we hebben weer een leven gered vandaag" een paar bewegende figuren liepen rond me heen. De kamer werd steeds feller, en de mensen die vaag voor me bewogen kreeg ik scherper te zien. Plots schoot er iets door me heen. Ademen! Mijn borstkas vloog schokkend omhoog en mijn keel begon hard te kuchen. Ik vocht voor het kleinste stukje zuurstof. "Rustig jongen" een donker vrouwtje met een doktersblauw-kleurig shirt drukte een maskertje op mijn neus dat tot mijn mond geraakte. Het vrouwtje had een mooi bruin kleurtje, was klein en rond. Schattig. Ik schatte haar vijfendertig tot negenendertig jaar. "Blijven ademhalen, het komt goed" knipoogde ze. Ik antwoordde niet, ik kon het ook niet. Ik moest me dan ook concentreren om te blijven ademen. Al mijn kracht moest ik daarin steken. "Je bent wel hard toegetakeld, hè" ze schudde haar hoofd en ging aan een tafeltje staan naast mijn bed. Ik hield mijn ogen op haar gericht. Mijn borstkas rees op en daalde weer neer. Ze knikte. "Ik weet wel waarom je niet antwoord, het is oké. Je hebt rust nodig, dus moet je al je kracht sparen." glimlachte ze. Ik knikte

"Ik ga je wonden wat ontsmetten, het zal pijn doen." polste ze en greep mijn bovenarm vast. Ik schokte en rukte hem weg bij haar. "Het spijt me jongen, het zal pijn doen. Maar even op je lip bijten" ze keek me met medelijden toe. Ik twijfelde en schudde mijn hoofd dan, waarna ik mijn arm weer opstak om hem aan haar over te handelen. Ze knikte en dopte dan een doekje in een schaaltje dat ze net klaargezet had. Een paar druppels vlogen van het doekje op mijn laken. Ze drukte het tegen mijn arm, wat me deed opschrikken. Het maskertje vloog van me af. "WTF DAT DOET ECHT PIJN" riep ik. Ze knikte. "Ik weet het, en je hebt best veel schrammen dus dat gaat je even doorzetten kosten jongen" ik greep mijn pols vast in hoop dat het wat minder pijn ging doen. "Denk je dat ik dat nog eens ga doen?" - "Het moet wel" - "Echt niet!" protesteerde ik. Ze keek me twijfelend aan. "Oké dan. Dat slagen we even over." ze gooide het doekje weer in het schaaltje en ging naast me op het bed zitten. "Onstpan toch een beetje," lachte ze en veegde een lok haar uit de schram in mijn voorhoofd. Ik knikte. "Goed. We gaan een paar foto's moeten nemen, en je gaat een paar operaties moeten doen. Je hebt nauwelijks genoeg bloed in je lichaam en dus moeten we snel zijn. De operaties zijn he-..." ik greep naar mijn hart en liet een schreeuw uit. Het leek wel of mijn maag me vanbinnen op at. "I-Is alles oke" het vrouwtje sprong recht. "AHH" ik schreeuwde nog eens en stootte mijn hoofd naar achteren. "Hulp in kamer 407, ik herhaal hulp in kamer 407. NU" riep ze door een telefoontje. Mijn hart sloeg zich weer in elkaar, en daar ging ik.

_____________________________________________

einde van dit hoofdstukje. Dit stuk leek misschien een beetje saai of ingewikkeld, maar je zult het verder begrijpen in het volgend. 

Krijg ik voor dit hoofdstuk tien stemmertjes? :) bedankt ! hou van jullie x

De Styles DrielingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu