QueQue, hoofdstuk 5.

115 9 3
                                    

Peter wordt door Albert wakker gemaakt. 'Hey, slaapkop! Zou je niet eens wakker worden? We gaan al bijna landen!'

Peter wrijft zijn slaap uit zijn ogen en zegt: 'Heb ik zo lang geslapen?'

'Ja, je was niet wakker te krijgen. Kom fris je op, over een kwartier gaan we landen.'

Peter knikt en Albert gaat de slaapkamer weer uit. Peter rekt zich even uit en frist zich dan op in het kleine wastafeltje, dat tegenover het bed is geplaatst. Dan gaat hij weer bij Albert en Samuel zitten. Samuel zegt met een glimlach: 'Zo, je had je slaap echt hard nodig. Ik ben maar even zo vrij geweest om je vast een vlucht naar Amsterdam te boeken, want dat zal je zeker nog niet gedaan hebben.'

'O, dank je. Dat had ik inderdaad nog niet gedaan. Daar heb ik ook helemaal geen tijd voor gehad.'

'Dat dacht ik al, toen je je vrouw nog moest bellen. Ik heb hem onder jouw naam gereserveerd bij de KLM. Je hoeft je alleen maar te melden aan de balie en nog even af te rekenen.'

'Heel erg bedankt. Dat zal me zeker wat tijd schelen. Als ik ooit wat voor je terug kan doen, dan zeg het maar.'

'Ik zal het onthouden en ik vergeet niet snel wat.'

Peter glimlacht. Hij mag de man wel. Dan zet het vliegtuig de daling al in en moeten ze de gordels al om doen. Een kwartier later staat het vliegtuig al stil voor een hangar, waar vrijwel meteen een grote limousine aangereden komt.

Samuel zegt dan: 'Ik zal jullie nog wel tot aan de hoofdingang brengen en dan scheiden onze wegen. Het was me een genoegen om met jullie te reizen.'

'Dat was insgelijks. En misschien zien we elkaar binnenkort wel eens terug.'

De limousine zet Peter en Albert dan af bij de hoofdingang van het vliegveld en rijdt dan weg, maar niet nadat Peter en Albert Samuel hartelijk bedankt hebben. Als de wagen wegrijdt, zegt Albert tegen Peter: 'Dat was misschien niet de beste belofte, die je aan hem gedaan hebt. Samuel vergeet nooit iets, en zeker zoiets niet. Hij zal die gunst heel zeker een keer gaan verzilveren.'

'Nou, voor mij heeft hij die gunst ook wel verdiend, Albert. Maar je hebt wel gelijk, ik zou daar wel iets voorzichtiger mee moeten zijn.'

'En zeker voor een machtige man als hij, Peter. Met zulke mannen moet je echt oppassen wat je tegen ze zegt. En zeker Samuel.'

'Waarom zei je me dan niets?'

'Zodat hij de aandacht op mij gaat vestigen? Nee, dank je. Dat kan ik nu echt even niet gebruiken. Bovendien heb je als newby wel iets krediet. Als hij mij om een gunst zou vragen, dan zou me dat wel wat problemen gaan opleveren, maar als jij zijn eerste gunst zou weigeren, omdat je dat niet kunt doen, om welke reden dan ook, dan zal hij je dat niet meteen kwalijk nemen. Maar een tweede keer zeker wel. Ik waarschuw je maar even.'

'Ik zal het wel zien, Albert. Maar jij ook hartelijk bedankt. Als Jessica weer beter is, moeten jij en je gezin zeker nog eens langs komen.'

'Daar houd ik je aan, Peter. Ik zal je overigens de rekening per mail naar je opsturen.'

'Stuur hem maar naar mijn zakelijke mail, dan leest mijn assistente het wel, en die zal het wel naar je overmaken.'

'Zo? Ook al een assistente?'

'Het is Majella, Albert. Ze had wel een promotie verdiend.'

'Ah, is Majella nu je assistente? Dus is ze nu niet meer je hulp in de huishouding?'

'Nog wel, maar steeds minder. We zoeken nog een geschikte vervanger.'

'Dat komt wel goed met jullie. Ik wens jullie succes en voor Jessica veel beterschap! Zie je snel weer!'

Corenqueque, de vlucht van de vuurvogelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu