Hoofdstuk 9: Onvergeeflijk

121 9 5
                                    

Op de laatste dag van de kerstvakantie nam Harry Fay-Linn mee naar Londen. Ze reisden per bezem en hoewel Fay-Linn dat nooit in haar volle bewustzijn had meegemaakt, zei ze er niets over.
"Alles oké?" vroeg Harry toen hij hen had laten landen in een buitengebied van de bruisende stad. "Prima," zei ze kortaf. Hij knikte en nam zijn bezem onder de arm. "Laten we maar gaan."
En zo begeleidde hij Fay-Linn door de drukke stad tot ze halt hielden voor de etalageruit van Lodder & De Krimp. "Wat doen we hier? Deze winkel staat leeg."
"Dit is de ingang van het ziekenhuis. Het is een leegstaand pand zodat Dreuzels er geen aandacht aan schenken."
"Oh. Aha."
Harry grijnsde en leidde haar, dwars door de etalageruit, naar binnen.
Direct belandden ze in een steriele ruimte waar wit een modekleur leek te zijn. Aan de brede balie zat een blonde Hospiheks die een man met knalblauwe pukkels naar de derde verdieping (vergiftiging door plant of toverdrank) stuurde.
Daarna was een vrouw met een brandwond op haar gezicht aan de beurt. Ze werd door de Hospiheks direct naar de eerste verdieping (schepselletsel) gestuurd en de blonde heks keek hem en Fay-Linn vervolgens aan. "Waarmee kan ik jullie helpen?"
Fay-Linn leek dicht te klappen, dus Harry voerde het woord.
"Wij komen voor mevrouw Harper, haar moeder." Hij gebaarde naar Fay-Linn.
De blik in de ogen van de Hospiheks veranderde en ze keek hen nieuwsgierig aan. "Is het heus? Mevrouw Harper krijgt bezoek? Wel wel, dat zal ik eerst even moeten overleggen. Ik ben zo terug."
"Het komt wel goed," fluisterde Harry toen de blonde heks uit hun zicht was. "Waarschijnlijk wil ze even met je moeders Helers spreken."
"Helers?"
"De ehh.. dokters en zusters hier."
"Oh," zei ze kort. Het was de eerste keer dat Harry haar echt nerveus had gezien en hij voelde medelijden.
Toen de Hospiheks vijf minuten later terugkwam wenkte ze hen. "Een Heler wacht op jullie op de vierde etage, de liften zijn aan het einde van de gang."
Harry bedankte haar en liep met Fay-Linn naar de liften.
Een naar voorgevoel bekroop hem bij het horen van de etage: de vierde verdieping was voor spreukschade en vervloekingen.

Op de vierde etage ontmoetten ze Heler Marcus, een vriendelijke man van middelbare leeftijd met een kort bruin baardje. "Meneer Potter, het is me een waar genoegen. Ik hoorde dat u en.."
"Fay-Linn Harper," zei ze vlug.
"Dus je komt je moeder bezoeken?"
Ze knikte.
"Er zijn wel wat formulieren die je zult moeten tekenen. Er mogen enkel familieleden op bezoek komen om het niet verwarrender te maken dan het is."
"Natuurlijk," zei Fay-Linn, "ik begrijp het."
De Heler nam Fay-Linn mee voor het papierwerk en Harry leunde afwachtend tegen één van de smetteloze muren. Hij dacht aan meneer en mevrouw Lubbermans die permanent in het St. Holisto's Hospitaal voor Magische Ziektes en Zwaktes verbleven.

"Oké," zei de Heler toen hij en Fay-Linn terug waren. "Loop maar mee."
Ze volgden hem en Harry slikte toen ze de kamer van meneer en mevrouw Lubbermans passeerden. Hij wist dat Marcel het er nog steeds moeilijk mee had en wenste die gevoelens niemand toe, helemaal Marcel niet.
Hij merkte dat Fay-Linn niet meer naast hem liep en zag dat ze achter hem aan slenterde. Ze ging steeds langzamer lopen naarmate de gang korter en korter werd en Harry had medelijden met haar.
"Weet je zeker dat dit is wat je wilt?" vroeg hij fluisterend. Ze knikte traag en ging weer iets sneller lopen. Bij een gesloten deur aan het einde van de gang bleef Marcus, de Heler, staan.
"Ik weet niet hoe mevrouw Harper zal reageren. Ze heeft in geen jaren bezoek gehad."
"Wie was de laatste bezoeker?" vroeg Fay-Linn. Het verbaasde Harry dat ze ineens zo'n vraag stelde. "Alexa Harper kwam vroeger regelmatig," wist de Heler te vertellen.
"Mijn oma," zei Fay-Linn zacht.
"Is ze heengegaan?"
Ze schudde haar hoofd. "Nee, enkel erg verward."
Marcus knikte. "Er is vroeger ook eenmalig een man bij haar op bezoek geweest."
"Dat kun je allemaal onthouden?" vroeg Harry verbaasd.
"Ik ben Heler van een paar patiënten die hier permanent verblijven. Met slechts een paar patiënten is het niet moeilijk om bezoekers te onthouden."
"Mijn.. vader?" Fay-Linn fluisterde zo zachtjes dat ze bijna onhoorbaar was.
"Wat is zijn naam?"
Ze haalde haar schouders op. "Weet ik niet."
Harry wist de naam van haar vader maar kon die niet zeggen. Daarom staarde hij naar zijn schoenen.
"Dat spijt me voor je," zei Marcus vol medeleven. "Ik zal jullie alleen laten. Als er iets is ben ik een paar deuren verderop."
"Mag ik ook,-"
"Dat is aan je vriendin, het is haar moeder."
Harry knikte en keek naar de gesloten deur voor hen. "Ik ga alleen mee als jij dat wilt."
"Graag," zei ze voordat ze Harry de deur liet openen.

Absentia Mentis (Harry Potter fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu