Hoofdstuk 11: Onbegrijpelijke antwoorden

133 7 7
                                    


De volgende morgen werd Harry al vroeg wakker en ontdekte hij dat het op dit vroege tijdstip al licht was. Opgewekt kwam hij uit bed, nam een douche en trok zijn kleding aan. Hij poetste zijn tanden en ging daarna naar beneden. Onderweg kwam hij niemand tegen. Het verbaasde hem niet, bijna niemand stond op zaterdagochtend vroeg naast zijn bed.
Toch zaten in de Grote Zaal al enkele docenten aan een kop dampende koffie en groette Harry hen voordat hij naar buiten ging.
Na enkele meters hoorde hij Hermelien hem roepen en hij keek verbaasd om. "Jij bent vroeg wakker," merkte hij op.
"Goed gezien."
Hij grijnsde. "Ik ga langs het meer lopen, heb je zin om mee te gaan?"
"Ik was hetzelfde van plan," zei ze, "het is een mooie dag."
Een tijdje liepen ze zwijgend naast elkaar en dat vond Harry prima. Ze vroeg hem niet naar de avond ervoor en hield haar commentaar ook voor zich. Hij kon niet ontkennen dat hij het ook wel jammer vond dat zij er niet over begon, hij wilde graag vertellen hoe gezellig Fay-Linn en hij het hadden gehad.
"Ik dacht dat je me wel zou vertellen hoe je date was," zei ze alsof ze zijn gedachten had gelezen.
"Het was geen date," verdedigde Harry zichzelf.
"Oké. Maar hoe was het?"
"Fay-Linn vindt boterbier erg lekker."
"Ze was dronken?" gokte Hermelien waarop Harry snel zijn hoofd schudde. "Nee, nee dat niet. Ze was enkel veel opener dan normaal. Ze heeft me zelfs verteld dat ze zich thuis voelt in de tovergemeenschap."
"Dat is best groots, en fijn voor haar natuurlijk."
Harry stak zijn handen in zijn gewaad en knikte. "Ze heeft gelachen. Echt gelachen, bedoel ik."
"En dat is bijzonder, omdat?"
"Ik heb haar dat pas één keer eerder horen doen. Ze lacht maar zelden, glimlacht hoogstens."
"En jij vindt dat leuk in plaats van dat je het bizar vindt?"
Hij haalde zijn schouders op. "Ze heeft een hoop aan haar hoofd, ik vind het wel begrijpelijk."
"Ze verblindt je gewoon."
"Jij hebt gewoon te snel je oordeel klaar. Als ze geen leerling van je was, waren jullie misschien wel vriendinnen."
Hermelien zweeg en ging op een steen langs het meer zitten. Harry volgde haar voorbeeld en wierp een paar losliggende steentjes het water in.
"Heeft ze niet de hele avond over Draco gepraat?"
"Nee," zei hij snel, "ze hebben niets samen."
"Dus je hebt je druk gemaakt om niets?"
"Ik maakte me er niet druk om," mopperde hij.
Hermelien glimlachte en schudde haar hoofd. "Vast niet."
"Nee."
"Harry?" vroeg ze toen aan hem. "Wanneer ga je nou eindelijk eens toegeven dat je hopeloos verliefd op Fay-Linn bent?"

"Doe niet zo belachelijk," mopperde hij. Hij stond direct op en begon weer terug te lopen naar het kasteel. "Het is niet alsof ik anders naar je zou kijken als het zo was," zei Hermelien die weer naast hem kwam lopen. "Of misschien een beetje, als ik heel eerlijk ben."
"Je helpt niet echt."
"Dus het is waar?"
Hij slaakte een zucht, hard genoeg voor haar om te horen en ze lachte. "Je vindt me alleen maar irritant omdat ik gelijk heb."
"Je hebt niet altijd gelijk."
"Maar vaak wel. Alleen vind je het dit keer niet zo leuk."
"Ben je ook zo vervelend tegen Ron? Dan vind ik het knap dat hij het al zo lang volhoudt."
Hermelien sloeg hem tegen zijn arm en Harry grijnsde.
"Harry, ik zie toch hoe je naar haar kijkt?"
"Kijk dan maar de andere kant op."
Ze lachte weer, voor haar was dit een spelletje dat ze wilde winnen, al zou het weken duren.
"Doe nou niet zo eigenwijs," zei ze op een quasi strenge manier zoals alleen zij dat kon.
"Eigenwijs is mijn tweede naam."
"Harry!"
Hij ontweek lachend haar arm toen ze hem weer een speelse klap wilde geven en voelde opluchting toen de deuren van Zweinstein weer zichtbaar werden. Hij had haar al bijna afgeschud..
"Je bent vrolijker sinds je met Fay-Linn omgaat."
"Dat is toch iets goeds?"
Ze knikte snel. "Zeker, ik zou alleen willen dat je de ware reden daarvan toe zou geven. Heb je eigenlijk al gevonden hoe haar vorm van magie heet?"
Hij was blij met de verandering van onderwerp en schudde zijn hoofd. "Nee, maar ik heb er ook niet veel meer naar gezocht."
"Waarom niet, denk je niet dat het belangrijk is?"
"Niet meer."
Hermelien stopte hem vlak voor de deur door haar hand op zijn schouder te leggen en keek hem vragend aan.
"Het verandert gewoon niks."
"Waarom denk je dat?" vroeg ze hem.
"Omdat ze voor mij dezelfde persoon blijft, ongeacht wat er gebeurt."
Ze glimlachte oprecht. "Je bent een goed mens, Harry."
"Laat je me nu dan met rust?" vroeg hij haast smekend.
"Vooruit dan," zei ze. "Ik hoop dat ze omelet hebben, ik heb trek!"

Absentia Mentis (Harry Potter fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu