Deel 17

108 10 0
                                    

Snakkend naar adem schrik ik wakker. Ik kijk naar de lege plek naast me en kijk dan op de wekker 22:24. Ik stap uit bed en kijk in mijn spiegel. Ik zie er niet uit mijn haar staat alle kanten op mijn kleding zit scheef. Ik loop naar mijn kast en pak een wollen pyjama om die aan te trekken. Als ik die aanheb loop ik de badkamer in om mijn gezicht te wassen en om mijn haren te kammen die ik dan in een losse knot bind. Ik loop de trap af en blijf stil staan om de hoek. Wat ik voor me zie laat me schrikken. Dat had Rachid moeten zijn. Als hij me opmerkt glimlach ik naar hem met tranen in mijn ogen. 'Hey je bent wakker' glimlacht hij terug. Net als ik mijn mond wil open doen om wat te zeggen gaat de bel. Ouassim kijkt op zijn horloge en staat dan op. Ik loop voorzichtig achter hem aan. Wie komt er nou rond dit tijdstip? Als ik politieagenten zie staan schrik ik. 'Familie (..)' vraagt de agent. 'Ja' antwoord ik. 'Mogen we even binnenkomen' vraagt hij. 'Natuurlijk' zeg ik. Ouassim stapt opzij zodat ze er langs kunnen. Hij komt achter me staan en legt zijn handen op mijn schouders. 'Willen jullie wat drinken? Kopje thee' vraag ik. 'Nee bedankt we gaan er zo weer vandoor' zegt de vrouwelijke agent. We lopen de woonkamer in en gaan aan de eettafel zitten. Ouassim blijft nog steeds achter me staan en legt zijn handen weer op mijn schouders. 'Het spijt me dat we u zolaat nog moeten lastigvallen met dit akelige nieuws' zegt de vrouw. Ik kijk hun geschrokken aan. 'U man is helaas omgekomen tijdens een schietpartij, gecondoleerd' zegt de man. Bam! Het is nu zeker. Mijn man leeft niet langer meer. Ouassim knijpt troostend in mijn schouder. Tranen beginnen langzaam over mijn wangen te stromen. 'Hoe' komt er schor uit mijn keel. '1 kogel recht in zijn hart' zegt de agent. 'U kunt hem morgen nog zien in de koeling samen met familie verder heel veel sterkte' zeggen ze en lopen dan het huis uit. Ouassim loopt mee om de deur achter ze te sluiten. Ik kijk verdrietig voor me uit. 'Noor' zegt Ouassim. 'Ja' antwoord ik luchtig. 'Waar denk je aan' vraagt hij. 'Rachid, Aliyah, zijn moordenaar alles wat zich zo'n beetje heeft afgespeelt' zeg ik en glimlach daarna fake. 'Het komt wel goed' sust hij me. Hij loopt op me af en geeft me een knuffel. Ik schrik op door het geluid van mijn telefoon. 'Hallo' vraag ik zacht nog steeds mijn stem niet vertrouwend. 'Noor met mij Imran broertje van Rachid' zegt hij. 'Hey Imran' snik ik. 'Heb je het gehoord' vraagt hij. 'Ja het spijt me zo erg Imran' huil ik. Ouassim is in de tussen tijd naast me komen staan en drukt me tegen zich aan. 'Het is niet jou schuld Noor' zegt hij. Ik antwoord niet en huil alleen maar. 'Kom anders hierheen' zegt hij. 'Moet ik je komen halen of heb je vervoer' vraagt hij weer. 'Ouassim is hier' zeg ik. 'Isgoed ik wacht op jullie' zegt hij dan. 'Doeg' zeg ik zacht. 'Wat is er' vraagt Ouassim. 'We gaan naar mijn schoonouders' zeg ik. Ik loop naar boven en trek een zwarte panty aan met daarop een zwarte wollen jurk die te wijd valt. Verder pak ik mijn pyjama in een tas samen met een zwarte sjaal en andere douchespullen enz. Beneden aangekomen staat Ouassim op me te wachten. 'Kom' zeg ik. We lopen richting de auto en uit angst hou ik Ouassim stevig vast. We rijden richting het huis van mijn schoonouders en daar aangekomen zie ik alle lampen aanstaan. We stappen uit en ik bel aan. Imran doet open en zijn ogen zijn knalrood. 'Noor' zegt hij zacht. Ik spring in zijn armen en snik het uit. Hij troost me en zo lopen we naar binnen. 'Gelti' snik ik. Ze kijkt me gebroken aan. Ik loop naar haar toe en hou haar zo stevig tegen me aan. 'Weldi' huilt ze hard. Ik heb het gevoel dat mijn hart en ziel het zo gaan begeven zo veel pijn is niet normaal. Dit is niet te houden. Ik geef nog een laatste harde gil en spreek de shahada uit daarna valt het zwart.

Pov Ouassim.

Ik sluit de deur achter me en volg Noor en Imran. In de woonkamer aangekomen geef ik de vader van Rachid een stevige knuffel. 'Allahy rahmou 3ami' zeg ik. Hij kijkt me met betraande ogen aan. 'Ameen a weldi ameen' snikt hij. 'Abdelatif! Imran!' Schreeuwt zijn moeder opeens. Ik kijk geschrokken haar richting op. Noor trekt lijkbleek weg en ligt levenloos op de grond. 'Noor' schreeuw ik in paniek. Ik ren op haar af en luister aan haar pols naar haar hartslag. Gelukkig heb ik een ehbo diploma. Ik trek mijn jas uit en begin haar een mond op mond beademing te geven terwijl Imran een ambulance belt. 'Benti niet doodgaan' huilt zijn moeder heel hard. 'Sabran ya nafsi' huilt ze. Ik doe zo hard mijn best maar er komt geen beweging in. Na 5 minuten is de ambulance er en word ze met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Ik ga met haar mee in de ambulance en de rest rijd met Imran. Ik bel haar moeder op en vertel haar alles wat er is gebeurd en die raakt meteen in paniek. Ze kalmeert pas als ik haar vertel dat alles goedkomt en ze zometeen naar het ziekenhuis toe word gebracht. Aangekomen in het ziekenhuis rennen ze naar de spoedeisende hulp om haar te reanimeren. Ik moet op de gang wachten en hou mijn hart vast. 'Ya rabbi alstublieft bescherm haar' snik ik. Ik veeg mijn tranen snel weg en verman mezelf. De hele familie komt eraan rennen en ze komen bij me staan. 'En is er al nieuws!' Vragen ze allemaal tegelijk. 'Nog niks' zeg ik. Op dat moment komt de dokter naar buiten. 'Het spijt me heel erg..'

Mygod Noor! Heftig veel leesplezier moppies kuss

Loyalty before RoyaltyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu