Het ene moment leven tienduizenden mensen nog. Het volgende moment zijn ze weg.
Het rode licht verdwijnt en het enige wat achterblijft, is as. De koepel vervaagt en zodra hij helemaal verdwenen is, krijgt de wind vrij spel.
Robyn kan zich niet bewegen. Ze weet niet meer hoe dat moet. Ze weet niet eens waarom ze zich nog zou bewegen. Ze staart naar de plek waar Nevan een minuut geleden nog stond. Alsof indringend staren ervoor zou zorgen dat de tijd terugspoelt en ze een nieuwe kans krijgt. Een kans om het over te doen. Om Nevan te redden.
Of nog verder terug. Naar het moment dat ze een overeenkomst met Virgil sloot.
Virgil.
Het komt allemaal door hem.
Haat stroomt als gloeiendhete olie door haar bloedbaan en plotseling heeft ze een goede reden om in beweging te komen.
'VIRGIL!!!' gilt ze en ze stormt naar de poort van het kasteel. Er is slechts één beweging voor nodig om hem te laten exploderen. De ophaalbrug klettert naar beneden en ze stormt eroverheen, terwijl ze nogmaals zijn naam schreeuwt.
Ze hoeft niet lang te zoeken. Hij staat op een balkon, vanwaar hij natuurlijk goed zicht had op de opstand. Hun blikken kruizen elkaar, maar dat is slechts van korte duur, want dan ontploft het hout onder zijn voeten en valt hij een tiental meters naar beneden.
De klappen als hij met de brokstukken tegen de grond slaat, vullen Robyn met een duister genoegen.
Met snelle stappen beent ze naar de puinhoop, waar ze Virgil ziet liggen. Zijn botten op meerdere plaatsen gebroken. Zijn ogen open en leeg.
Ze zakt op de grond. Alle haat wordt vervangen door wanhoop en spijt.
Waarom had ze dit niet eerder gedaan?
Ze was te laat geweest. Net zoals ze te laat was toen haar enige vriendin haar belde.
Robyn slaat haar armen om haar middel, alsof ze de pijn zo kan tegenhouden. Ze wil Virgils kasteel in brand steken. Steen voor steen in kleine stukjes uiteen laten knallen. Maar dat kan niet, want er zijn nog mensen binnen. Goede mensen. Zoals Lenara. En Virgils kinderen.
En toch heeft ze iets nodig om op te blazen. En terwijl ze het plein afspeurt naar een goed doelwit, ziet ze in haar ooghoek een rood licht. Direct springt ze overeind en kijkt naar Virgils lijk. Al zijn botbreuken en verwondingen lichten rood op. Zijn benen en armen trekken recht. Virgil knippert met zijn ogen.
Robyn denkt dat ze gek begint te worden. En dat haar soort van waanzin bestaat uit het herleven van een horrorfilm.
Virgil strekt zijn nek, buigt zijn armen. Dan kijkt hij naar Robyn en glimlacht.
Een vuurrode bal slaat een krater op de plek waar Robyn zojuist nog stond. Iets, of iemand, heeft haar achteruit getrokken. Een nieuwe inslag. En nog één. Robyn knalt hard op de tegels als ze de derde aanval maar net ontwijkt. Stenen regenen op haar neer bij een vierde. Het moet Cameron zijn die haar verplaatst. Hij is snel. Maar Virgil ook. Robyn knalt met haar rug ergens tegenaan als ze opnieuw door de lucht vliegt.
Ze draait zich om.
Een doorzichtige muur.
Een kleine koepel.
En zij gevangen.
Virgil schiet naar achteren, dwars door de muren van zijn eigen kasteel heen, en verdwijnt uit het zicht.
Het volgende moment ziet ze een langgerekte flits, en Cameron verschijnt voor haar. Hij schreeuwt iets en bonkt op het glas, maar ze kan hem niet horen.
Nu zal zij veranderen in een hoopje as en uitgewist worden door de wind.
En dat is niet oké. Ze snapt niet hoe Nevan zoveel moed bezat dat hij die woorden uit zijn mond kreeg. Ze laat haar handen omringen met vlammen terwijl ze ze tegen de muur slaat. Opnieuw. Nog een keer. De tranen stromen over haar wangen.
Ze is geen held.
Ze wil niet dood.
Cameron slaat net zo hard op het glas als zij nu doet, zijn gezicht lijkt wel grijs terwijl hij geluidloos tegen haar blijft schreeuwen.
Een rode gloed. Robyn kijkt omhoog. Virgil moet zich hersteld hebben, want daar is het.
Haar einde.
De grond verdwijnt onder haar voeten. Ze voelt dat ze valt. Alles wordt donker, harde dingen schuren tegen haar huid.
Licht. Zuurstof.
Ze ligt op haar rug, de zon in haar ogen en een liaan om haar middel.
Myrthe.
Ze heeft haar onder de grond door uit de koepel getrokken.
Maar het maakt niet uit. Want Virgil staat daar alweer, zijn lippen opgetrokken in een valse grijns, alsof hij een krankzinnige seriemoordenaar is op een feest vol potentiële slachtoffers.
En hij kan niet dood.
'Ik heb het toch gezegd, mejuffrouw Meijer? Zelfs als je probeert een goede en rechtvaardige koning te zijn, willen ze alsnog jou en je familie vermoorden. Het volk bestaat uit imbecielen. Mensen zijn kortzichtig en-.'
Een gat in zijn voorhoofd. Zijn lichaam schokt onder nog meer klappen terwijl hij achterover valt.
Alessio laat zijn geweer zakken.
Myrthe, Mitchell en Charissa stormen op Robyn af.
'Robyn! Gaat het?' Myrthes stem is weer hoger dan normaal en breekt op het einde.
Een brok ijs, zo groot als een auto, verplettert Virgils lijk.
'Het zijn maar schrammen,' wil Robyn zeggen, maar er komt alleen maar een schor gefluister uit haar keel. Ze staat wankelend op. Kijkt naar het ijs waaronder Virgil ligt.
'Hij moet... hij moet een zwakke plek hebben.' Eindelijk is ze verstaanbaar.
'Misschien heeft Alessio het al wel geflikt,' zegt Mitchell. 'Wie weet kun je hem doden door het brein raken, net als bij een zombie.'
'We moeten hier weg.' Cameron staat plotseling naast hen. 'We moeten naar de doorgang voor Virgil zich herstelt.
'Nee!' Plotseling kan Robyn weer schreeuwen. 'Hij heeft Nevan vermoord! Hij heeft tienduizenden mensen vermoord! Hij is een moordmachine en we moeten-.'
'We moeten een plan hebben!'
'Tegen die tijd zullen duizenden mensen dood zijn! We moeten proberen erachter te komen wat Virgils zwakke plek is!' Robyn heeft nooit geweten dat ze zo bazig kon klinken, maar er hebben ook nog nooit zoveel heftige emoties in haar rondgekolkt.
'Robyn, je was bijna dood! We redden dit nooit!'
Robyn zou Cameron het liefst in zijn gezicht slaan, want hij maakt haar wanhoopgevoelens alleen maar groter.
'Jij vlucht. Ik blijf.'
'Robyn, Cameron heeft gelijk,' zegt Myrthe. 'We moeten hier weg. Hij heeft... hij heeft Nevan al gedood.'
'En juist daarom kan ik hem niet laten gaan! Snap dat dan!' Ze valt stil als ze opnieuw het rode licht ziet, het licht dat al haar ingewanden doet bevriezen.
De ijsblok explodeert. Myrthe beweegt haar vingers, lianen omwikkelen Virgils armen en benen en pinnen ze tegen de grond. Water vormt zich om zijn lichaam heen en bevriest.
Dit zou kunnen werken. Zij hebben altijd hun armen, of op zijn minst hun vingers, nodig om magie te kunnen gebruiken. En als Virgil zich niet kan bewegen...
Het ijs en de lianen ontploffen in rood licht, net als het kleine beetje hoop dat Robyn voelde.
Het volgende moment gaat Virgil in vlammen op. Robyn legt al haar woede in dat vuur. Als het verdwijnt, blijven slechts botten over. Een beeld dat haar zou moeten choqueren, maar ze voelt niets meer na alles wat er al is gebeurd. De menselijke resten zijn nu zelfs een bron van opluchting, omdat Virgil hen even niets kan doen.
Dan beginnen de botten een rood licht uit te stralen. Vlees groeit terug.
En op dat moment weet Robyn dat het hulpeloos is.
'Naar de doorgang!' beveelt Myrthe. 'We vluchten!'
Robyn blijft staan. Ze hoort haar vrienden roepen, maar het klinkt ergens ver weg.
En dan grijpt Cameron haar bij de schouders. 'Je rent nu naar de doorgang,' zegt hij. 'Einde discussie.'
Om tijd te winnen laat hij Virgils botten alle kanten opvliegen.
Robyn knikt. Haar gedachten zijn ergens ver weg, ze kan er niet meer bij. Ze weet niet eens hoe ze haar benen aanstuurt om te rennen. Houdt haar ogen op Charissa's rug gericht. Concentreert zich op niets anders dan op Charissa. Ze hoeft zelf weinig te doen, Camerons magie duwt hen met onmenselijke snelheid vooruit. Straten vormen een lange flits.
Het huisje met de doorgang komt in zicht. Het is klein, onbewoond, vervallen.
En dan explodeert de wereld.
Gepiep. Iets hards en pijnlijks onder haar rug. De wolken boven haar zijn onscherp, scherp, onscherp.
'Robyn!' De kleuren boven haar vormen zich langzaam tot Alessio's gezicht. Ze merkt dat ze op de grond ligt, tussen planken, stenen, riet, kapotte meubels. Haar been zit klem onder een balk. Ze probeert hem eronder weg te trekken, maar krijgt er geen beweging in. Alessio klemt zijn kaken op elkaar als hij de balk optilt, net genoeg om Robyn de extra centimeters te geven die ze nodig heeft om los te komen.
Wild kijkt ze om zich heen. Mitchell kruipt juist onder de resten van een huis vandaan. Myrthe helpt Charissa overeind, en Cameron komt struikelend op hen afgerend. Nu Robyn weet dat iedereen nog leeft, kijkt ze of ze kan staan. Dat lukt. Haar been doet pijn, maar kan haar gewicht dragen.
Op de plek waar eerst het huis met de doorgang was, is nu een krater. Om dat gat ligt een kring van as, en daaromheen weer een cirkel van puin, veroorzaakt door de schokgolf van de explosie.
'Misschien is de doorgang er nog,' zegt Robyn, meer tegen zichzelf dan tegen Alessio. 'Die is gemaakt van magie. Ik weet niet of die zomaar kapot kan.'
Een rode lichtflits. Robyn slaat haar arm voor haar gezicht en kan maar net blijven staan als een rode schicht de krater nog dieper maakt.
Het is duidelijk dat Virgil geen risico neemt en hen uit de buurt van de doorgang wil houden. Hoe wist hij überhaupt waar die was? Kan hij hem voelen?
De grond trilt. Als Robyn zich omdraait, ziet ze tot haar ontzetting hoe meer rode schichten zich in straten boren.
Virgil is van plan de hele stad weg te vagen.
En er zijn nog steeds mensen. Robyn ziet witte gezichten achter sommige ramen. En dan zijn er natuurlijk nog al die revolutionairen die aan de koepel waren ontsnapt.
'Jij en Charissa moeten vluchten,' zegt ze. 'Virgil heeft het op ons gemunt.'
'Ik ga nergens heen,' zegt Alessio kortaf. 'Het is mijn schuld dat Nevan dood is. Het minste wat ik kan doen, is jullie helpen.'
'Hoe? Jouw geweer kan niets tegen hem doen!'
'Ik sterf liever als een man met eer dan als een vluchtende lafaard.'
Robyn scheldt binnensmonds. Charissa komt aanrennen en houdt iets goudkleurigs omhoog. 'Ik kan misschien een nieuwe doorgang maken! Nevan gebruikte daarvoor deze sleutel. Dit is het enige wat... wat die aanval met Virgils koepel heeft doorstaan.'
'Robyn blijft,' zegt Alessio kalm, waarmee hij de reactie die Robyn wilde geven in twee woorden samenvat. Hij heeft haar gedachten geraden, ze kan niet naar haar eigen wereld vluchten terwijl Virgil deze stad vernietigt en duizenden mensen sterven. Ze moet iets proberen om ze te helpen, of ze vergeeft het zichzelf nooit.
'Vraag aan de anderen of ze naar huis willen,' zegt ze resoluut. 'En ga alsjeblieft met ze mee.'
Charissa doet wat ze zegt, en ondertussen kijkt Robyn met een groeiende wanhoop naar de rode schichten die de stad vernietigen. Ze heeft geen idee wat ze moet doen. Als ze haar hoofd nu helder zou kunnen krijgen, kan ze misschien iets verzinnen. Maar haar gedachten lijken wel stroop.
'Misschien kan Virgil zich niet herstellen als er niets van hem over is.' Ze had niet gemerkt dat Myrthe naast haar was komen staan. De anderen zijn er ook, ziet ze nu. Een glimlach kruipt over haar lippen. Ze hebben meer lef dan ze ooit voor mogelijk had gehouden.
'We moeten hem compleet wegvagen,' gaat Myrthe verder. 'Zijn eigen magie kan dat doen.'
Robyn sluit een seconde haar ogen, omdat ze denkt dat ze beter kan nadenken als ze niet alle verwoesting ziet. 'Oké. Cameron, jij bent de snelste van ons. Jij trekt Virgil onder zijn eigen aanval. Ik zal het aas zijn, dus dan weet je precies waar die aanval komt. Myrthe, Mitchell, kijk of jullie een schild kunnen maken dat Virgils aanval kan weerstaan. Voor het geval dit plan mislukt.'
'Wacht.' Camerons stem trilt. 'Je wilt dat Virgil jou aanvalt en dat ik jou onder die aanval vandaan trek en hem eronder?'
'Ja, Cam. Dat is wat ik net zei. En je hebt maar één kans, daarna weet hij wat we van plan zijn en zal het niet meer lukken.'
'Maar wat... wat als ik niet snel genoeg ben?' De angst in zijn ogen maakt Robyns twijfel alleen maar groter. Ze heeft er geen goed gevoel over. Absoluut niet. Ze vertrouwt nu iemand anders met haar leven en dat is het engste wat ze ooit heeft gedaan. Maar ze moet al haar persoonlijke gevoelens opzij zetten. Even niets voelen. Doen alsof ze alles onder controle heeft, zodat de anderen naar haar luisteren.
'Je bent snel genoeg. Ik weet het zeker. Ga nu ergens heen waar Virgil je niet zal zien.'
Cameron houdt haar blik vast. Het zilver in zijn ogen glinstert in het licht van de zon. Ergens heeft ze het gevoel dat hij dwars door haar stoere houding heenkijkt.
Dan is hij weg.
Ze kijkt naar Myrthe en Mitchell en ziet dat ze haar woorden opvolgen. Mitchell wijst ergens naar en Myrthe knikt, alsof ze hebben geanalyseerd waar de schichten ongeveer terechtkomen. Haar armen maken een boog in de lucht en Robyn ziet een boomstam van enkele meters doorsnede uit de grond komen en diezelfde boog maken, minstens een kilometer verderop. Tegelijkertijd maakt Mitchell gebaren alsof hij iets naar beneden trekt. In die lucht verschijnt een laag water, die langzaam groeit en vervolgens ijs wordt op Myrthes schild. Maar het gaat te langzaam, en aan de frustratie op Mitchells gezicht te zien, beseft hij dat ook.
Charissa en Alessio kijken toe. Het liefst zou Robyn ze wegsturen, maar ze weet dat dat geen zin heeft. Dus wacht ze af of de schilden van Myrthe en Mitchell inderdaad geraakt zullen worden door een rode schicht, en of ze stand zullen houden.
En ze wacht op Virgil.
'Blijf hier,' zegt ze tegen de anderen, en ze loopt richting het kasteel. Niet te ver, ze moet wel in het zicht van haar vrienden blijven. Maar ver genoeg om zeker te weten dat ze niet in Virgils aanval terechtkomen.
Tenzij hij weer zo'n grote koepel maakt.
Maar dan hebben ze Myrthe nog.
Ze ademt diep in en uit, terwijl ze haar hart tekeer voelt gaan in haar ribbenkast. Hier staat ze dan, wachtend tot een krankzinnige dictator haar probeert te vernietigen. Ze zou er haar rechterarm voor geven als ze nu met iemand kon ruilen, wie dan ook. Een klasgenoot wiens grootste zorg is of die genoeg geld heeft gespaard om op vakantie te kunnen, bijvoorbeeld. Waarom kan zij ook niet gewoon thuis een film kijken met een zak chips en een moeder die zeurt dat ze haar rotzooi laat rondslingeren?
Elke paar seconden hoort ze achter zich de klap van een rode schicht die de krater raakt waar de doorgang was. Inmiddels moet hij wel heel diep zijn geworden, want ze voelt de schokgolven nauwelijks meer.
'Ik ben blij dat je niet naar een andere stad bent gevlucht.'
Haar hart slaat over als ze zijn stem hoort. Virgil komt de hoek om. Hij draagt smetteloze, witte kleren. Die moet hij hebben gevonden nadat Robyn hem tot op het bot toe heeft verbrand. Hij heeft nog geen schrammetje.
Robyn is zich bewust van de scheuren en gaten in haar eigen kleren, het vuil in haar gezicht, de schaafwonden. Vergeleken met Virgil lijkt ze een zwerver.
'Anders zou ik die stad ook nog hebben moeten vernietigen. En dat zou zonde zijn, niet?'
'Je had de revolutie moeten tegenhouden zonder iedereen te vermoorden,' sist Robyn. 'Dan had je koning kunnen blijven. Nu gaan wij je stoppen.'
'Je bedoelt dat ik mijn familie risico had moeten laten lopen?' Virgil lacht. Hij klinkt oprecht vrolijk. 'Mejuffrouw Meijer, u zou precies hetzelfde hebben gedaan als ik.'
'Dat is niet waar.'
'Nee? Jij zou niet alles geven voor je dierbaren? Je zou ze laten sterven, net zoals je die vriendin van je hebt laten sterven?'
Robyn voelt al haar ingewanden bevriezen.
Virgil houdt zijn hoofd schuin en zegt op een kleinerend toontje: 'Heb ik een gevoelige snaar geraakt?'
'Hou op met kletsen als een oud wijf en val dood!' schreeuwt Robyn en ze heft haar hand, waar de vonken al vanaf vliegen.
Vanaf dat moment gaat alles heel snel. Robyn voelt hoe ze naar achteren vliegt, ziet Virgil razendsnel naar voren schieten. Een rode lichtflits.
Virgil heft zijn hand en de rode schicht wordt volledig geabsorbeerd.
Nee.
Robyn wankelt naar achteren en voelt hoe iemand een arm om haar middel slaat om te voorkomen dat ze valt.
'Ik kan niet worden vernietigd door mijn eigen magie,' zegt Virgil. 'Maar leuk geprobeerd.' Zijn ogen gaan zoekend door de omgeving. 'Ik kan je voelen, luchtmagiër.'
Een huis explodeert. Cameron is een langgerekte flits als hij door de straat racet. Virgil geeft hem niet de ruimte om te stoppen, de rode schichten en bollen volgen elkaar in razend tempo op. Cameron moet uitwijken naar rechts, links, naar achteren als stenen opvliegen. In de paar seconden die Robyn nodig heeft om zichzelf bij elkaar te rapen, heeft hij al zeker twintig aanvallen moeten ontwijken. Maar hij is altijd sneller.
Een misselijkmakende klap.
Robyn ziet de glazen muur pas als Cameron er tegenaan knalt, en door de kracht van de impact vervolgens voorover tegen de grond slaat.
Hij beweegt niet meer.
'En nu de tweede lastige.' Virgils hoofd schiet in één keer naar Myrthe. Robyn gilt, Myrthes armen maken dezelfde boog als zojuist.
Het gaat zo snel dat Robyn nog net kan zien dat haar schild minstens drie meter dik is, voor het ontploft.
Myrthes gil wordt abrupt afgebroken als ze achterover valt, terwijl as en boomschors op haar neerregenen.
Ze is niet tot as vergaan. Haar schild had het grootste deel van de klap opgevangen. Maar het was niet genoeg.
'Je moet hem verbranden tot er niets meer over is!' gilt iemand in haar oor.
'Ik weet niet hoe!' gilt Robyn terug. De tranen stromen over haar wangen.
'Je kunt het!'
Ze realiseert zich pas dat het Charissa is die haar al die tijd staande hield, als die haar loslaat om naar Myrthe te rennen.
Robyn had Virgil al verbrand tot er een hoopje botten overbleef. Waarschijnlijk is er een manier om het vuur heter te maken. Maar ze heeft daar nooit op getraind.
Misschien als ze het vuur gewoon lang laat branden...
Maar wat als dat ook niet werkt? Cameron en Myrthe zijn misschien allebei dood. En Nevan is al dood. Bijna de hele stad is vernietigd. En-. En-.
'Nu staat er niemand meer in de weg,' zegt Virgil. 'Kijk hoe de rest van je vrienden ook sterft, vuurmagiër.'
Koepels vormen zich om Myrthe en Charissa, om Mitchell, Alessio, Cameron.
In een flits ziet ze Nevan weer verdwijnen in het rode licht.
'NEE!!' Robyn slaat haar armen naar beneden en op dat moment schiet een vuurstraal van zeker tien meter doorsnede uit de lucht en omsluit Virgil volledig. De gigantische dreun doet haar bijna vallen. De hitte schroeit Robyns huid zelfs van deze afstand, droogt de tranen op haar wangen.
Ze kan niet stoppen. Ze mag niet stoppen. Ze moet dit vol blijven houden. Want als ze stopt, zal Virgil zich herstellen en haar vrienden doden.
Dat moment mag nooit komen.
Het is net zoals maanden geleden, toen het leven nog makkelijk was en ze alleen maar Mitchells enorme hagelstenen hoefde te laten smelten. Toen ging ze ook door tot het einde.
Ze zou nog verder kunnen gaan. Dan weet ze zeker dat Virgil dood is.
Zelfs al kost het al haar levenskracht.
Ze ziet zwarte vlekken in de hoeken van haar gezichtsveld. Die worden langzaam groter. Nee, nee, ze moet wakker blijven.
Doorgaan.
De tegels komen omhoog en slaan tegen haar knieën.
'Stop!!' Iemand grijpt haar bij schouders.
Wacht, dat kan niet.
'Robyn, stop, de koepels zijn weg!'
Mitchells gezicht is het laatste wat ze ziet voor ze flauwvalt.
Ze voelt dat ze heen en weer wordt gewiegd. Als op een boot. Het is eigenlijk best comfortabel. Ze kan hier wel voor altijd blijven. Ze hoeft niet te weten waar ze is. Ze verkiest het donker boven het rode licht.
'Ben je wakker?'
Mitchells stem.
Blijkbaar is hij niet dood.
Nu opent Robyn toch haar ogen. Het duurt even tot het tot haar versufte brein doordringt waar ze is.
Mitchell draagt haar op zijn rug. Zo te zien loopt hij naar de krater waar de doorgang ooit was. Misschien nog steeds is.
Ze draait haar hoofd opzij, al veroorzaakt dat pijnscheuten.
Dan springt ze van Mitchells rug, die een verrast geluidje maakt.
Myrthe is het dichtst bij haar. Alessio draagt haar op dezelfde manier als Mitchell haar droeg. Haar ogen zijn open en ze glimlacht zwakjes naar Robyn. Haar haren en kleren zitten vol met as, ze heeft overal schaafwonden en sneeën, de grootste in de achterkant van haar schouder. Hij is zeker acht centimeter lang.
Maar ze leeft. Dat is het belangrijkste.
'We brengen jullie allemaal naar een dokter,' beantwoordt Alessio de onuitgesproken vraag. 'Virgil is dood.'
'Nee.' Robyn schudt wild haar hoofd. 'Dat weet je niet, hij komt achter ons aan, hij zal-.'
'Nee, Robyn.' Mitchell is achter haar aangerend en slaat een arm om haar heen. 'Alles is goed. Hij is echt dood. Jij hebt iedereen gered.'
'Maar hoe weet je of-.'
'Omdat we zijn magische kracht zagen opstijgen,' klinkt Charissa's stem. 'En, hoe verrassend, het was een vuurrode bol. De magie verlaat de drager pas als hij echt dood is. En Nevans sleutel heeft hem geabsorbeerd. Het leek me geen goed idee als een baby die kracht zou krijgen en over twintig jaar weer de macht overneemt.'
Robyn hoort de helft niet, haar aandacht wordt volledig in beslag genomen door Cameron, die door Charissa wordt ondersteund.
Hij is wakker.
Dat betekent dat hij leeft.
Ze duikt onder Mitchells arm door en rent naar hem toe. Hij ziet er nog erger uit dan Myrthe. Zijn haar is rood van het bloed, zelfs zijn schouders zijn nat. Zijn ogen hebben hun normale kleur terug, maar staan afwezig. Het hele aanblik vervult haar met afgrijzen.
'Zware hersenschudding, denk ik,' fluistert Charissa.
Als Robyn terugdenkt aan de klap, verbaasd het haar dat hij niet minstens in coma ligt. Dus dit is goed nieuws, toch?
'Cameron? Kun je me horen?'
'Ja.' Het is nauwelijks verstaanbaar, maar hij is er tenminste nog.
'Het spijt me dat dit is gebeurd door mijn slechte plan.'
'Dat was niet jouw schuld.'
Ze bereiken de rand van de krater en kijken zwijgend naar beneden.
Het is een zwart gat, de bodem is niet zichtbaar. Ze hebben geen idee waar de doorgang uit bestaat. Natuurlijk, hij is gemaakt van magie. En misschien kan hij niet zomaar kapot. Maar kan hij wel ergens in de aarde zijn opgeslokt?
'Ik kan ons veilig naar beneden krijgen, maar ik weet niet of het zin heeft,' spreekt Mitchell haar gedachten uit.
'Ik kan proberen een doorgang te maken met Nevans sleutel,' zegt Charissa. 'Ik weet niet precies hoe hij het deed. Maar als hij het ooit heeft ontdekt, moet ik het ook kunnen.'
'Laten we dan niet bij deze verwoesting blijven,' zegt Mitchell. 'Dat is deprimerend.'
Dus lopen ze een stuk terug, maar niet te ver, want Myrthe en Cameron hebben moeite met elke stap. En Robyn ook, al wil ze dat niet laten merken. Zodra ze stoppen, gaat ze in kleermakerszit op de grond zitten. Ze wil het over laten komen alsof ze rustig afwacht, maar in werkelijkheid is ze te moe om op haar benen te blijven staan. Mitchell loopt naar Charissa om te helpen met de doorgang. Myrthe laat zich op de grond zakken en steunt haar kin op haar opgetrokken knieën. Cameron gaat op zijn rug liggen en legt zijn arm over zijn gezicht. Robyn vraagt zich af of dat wel verstandig is. Moet iemand met een hersenschudding niet zijn best doen om wakker te blijven? Gelukkig loopt Alessio al naar Cameron toe.
Robyn neemt nu de tijd om de stad voor haar beter te bekijken. De straat waar ze nu zijn, is intact, maar ook hier ligt as en puin dat is meegenomen door de wind. Er is niemand. Huizen tekenen zich af aan de horizon, maar op sommige plekken is er niets meer. Zwarte rookwolken vullen de lucht. Zouden zij en Mitchell niet beter hier kunnen blijven om de vuren te doven en de mensen te helpen?
Maar ze weet dat ze nog geen kaars uit kan laten gaan. Er is geen sprankje magie meer over. Mitchell is de enige die iets kan doen.
Of hebben ze genoeg gedaan? Wanneer is het eigenlijk genoeg?
Een verschrikte kreet. Robyn kijkt met een ruk opzij. Virgil?
Myrthe en Cameron staan direct op, en Robyn ziet hoe rotblokken uit de grond omhoog schieten en hun polsen en enkels omsluiten. Mitchell was blijkbaar de eerste die werd vastgezet.
Dat kan Virgil niet zijn.
'Hij zei dat hij mijn hulp niet nodig had,' klinkt een stem. 'Maar jij hebt hem verslagen, of niet, Robyn?'
Langzaam staat Robyn op.
Ze dacht niet dat ze die stem ooit nog zou horen.
De tijd lijkt in slow-motion te gaan als Robyn zich omdraait.
Daar is ze.
Haar beste vriendin.
'Marion?' Ze krijgt de naam nauwelijks over haar lippen.
Bruine, springerige krullen. Blauwe ogen met een lach. En ze is lang. Daar klaagde ze altijd over. Dat ze geen hakken aan kon doen, omdat ze dan langer was dan de meeste jongens. Dat ze veroordeeld was tot sneakers. Maar als ze dan sneakers moest dragen, dan mochten die ook wel opvallen, vond ze. De veters zijn zo groen dat Robyn in het begin dacht dat ze licht zouden geven in het donker.
Nu weet Robyn dat ze Virgil helemaal niet heeft verslagen. Nee, ze is dood. Dat zou ze erg moeten vinden, maar eigenlijk voelt ze alleen maar blijdschap bij het zien van haar vriendin.
Ze wil iets zeggen, maar de brok in haar keel is te groot. 'Het spijt me,' perst ze er moeizaam uit. 'Ik heb je zo gemist.'
'Robyn, dat is Sanora!'
Robyn kijkt om. Ziet de witte gezichten van haar vrienden. Is zij de enige die niet vastzit? Maar nee, want Charissa rent haar voorbij, heft haar kruisboog.
Robyn gilt. Of dit nu Marion is of niet, ze kan het niet verdragen om dit beeld van Marion te zien sterven.
De pijlen ketsen af op een rotsblok en een stuk steen slaat tegen Charissa's hoofd. Haar wapen stuitert tegen de tegels als ze achterover valt.
Robyn weet niet of zij degene is die schreeuwt, of dat haar vrienden dat doen. Ze zoekt in zichzelf naar een spoortje magie, smeekt of er nog een beetje over mag zijn.
'Waarom was je er niet toen ik je het meest nodig had?'
Robyn verstijft. Vergeten is haar zoektocht. Vergeten zijn haar vrienden. Vergeten is Sanora. Het enige wat ze ziet, is Marion. Bloed stroomt nu over haar gezicht, in haar hals, in haar kleren, terwijl ze op Robyn afloopt.
'Je had me kunnen tegenhouden.' Er klinkt een snik door Marions stem, haar gezicht is vertrokken van verdriet. 'Ik voelde me zo alleen. De eenzaamheid was ondraaglijk. Ik wilde alleen maar je stem horen.'
'Het spijt me.' Robyns stem breekt. Ze blijft achteruit lopen, weg van het aanblik van een gewonde Marion. Weg van het beeld dat ze zo vaak in haar nachtmerries heeft gezien. Ze hoort vaag stemmen op de achtergrond, maar kan ze niet plaatsen.
Ze voelt iets hards in haar rug. De muur van een huis.
'Als je de telefoon had opgenomen, zou ik niet zijn gesprongen!'
Een snik ontsnapt uit haar keel. Robyn slaat haar hand voor haar mond, maar de tranen stromen gewoon over haar vingers heen.
'Weet je hoe het voelt als je de trein aan hoort komen? Als je naar voren stapt? Bevrijding... Het geluid van de wielen... En dan in die allerlaatste seconde van je leven... Spijt. Maar dan is het te laat.'
Terwijl ze praat, blijft ze dichterbij komen. Haar gezicht is een strak masker van woede, en dat maakt haar onherkenbaar. Er is geen glinstering in die blauwe ogen te bekennen, ze zijn gevuld met een giftige haat.
'Ik twijfelde, Robyn. Ik twijfelde. Anders zou ik jou niet hebben gebeld.'
'Ze hadden mijn mobiel afgepakt,' fluistert Robyn. 'Ik kon niet...'
'Je hebt me dood laten gaan vanwege een paar stomme klasgenoten? Hoe kreeg je het voor elkaar om juist op dát moment weer ruzie te maken? Waarom had iedereen eigenlijk altijd een hekel aan je, Robyn?'
Robyn kan niets meer zeggen, terwijl ze in duizend stukjes uiteenvalt.
En ondertussen komt die enge, kwade versie van Marion steeds dichterbij.
Marion heeft gelijk. Zij was degene die ruzie met haar klasgenoten had gezocht. Zij was begonnen.
'Ik ben altijd voor jou opgekomen. Ik was er altijd voor je. Ik vertrouwde je. Ik dacht dat we voor eeuwig vriendinnen zouden zijn.'
Robyn ziet iets glinsteren in haar hand.
'Het is jouw schuld dat ik dood ben.'
Door de waas van tranen duurt het even tot ze het herkent, terwijl het hysterische geschreeuw op de achtergrond nog hysterischer wordt.
'Jij hebt mij vermoord.'
Robyn ziet hoe het mes tot aan het heft in haar buik verdwijnt.
En ze ziet hoe Marion het terugtrekt.
Raar. Ze voelt er helemaal niets van.
Maar ze voelt haar ledematen ook niet meer. Ze glijdt langs de muur naar beneden. Valt op haar zij.
Ze dacht dat het erger zou zijn om dood te gaan. Maar er is geen pijn. Alsof ze een toeschouwer is en dit allemaal iemand anders overkomt. De grond is koud onder haar wang. Ze ziet hoe stroompjes vocht langzaam een plas vormen. Het donkerrood steekt scherp af tegen de vaalbruine straatstenen.
Van ver klinkt een vrolijke kinderstem.
'Ik vind jouw haar prachtig!'
JE LEEST
#1 De kracht van vuur
ActionDe 16-jarige Robyn heeft de macht over vuur. Haar hele leven probeert ze dat al te verbergen, bang dat ze zal worden opgesloten. En bang dat ze ooit iemand pijn zal doen. Maar dan biedt een vreemdeling haar aan om haar krachten te trainen, in de hoo...