Hoofdstuk 2

160 9 4
                                    


Robyn staat met opgeheven hand tussen een tiental emmers water. Enkele meters verderop brandt een klein kampvuur. Zweetdruppels glijden langs haar gezicht. Ga uit, ga uit, ga uit! schreeuwt ze gefrustreerd in gedachten. Maar het vuurtje brandt vrolijk verder.
Inmiddels gelooft ze dat ze echt in een andere dimensie staat. Ze heeft nu drie dagen aan het idee kunnen wennen. Ze vertelde haar moeder zaterdagmiddag dat ze naar een museum was geweest en liet de foto's van Nevans huisje zien. Gisteren heeft ze de doorgang nog een keer getest. En nu staat ze hier. Cameron, Myrthe en Mitchell ziet ze niet; ze trainen ver van elkaar vandaan, om te voorkomen dat ze elkaar bezeren.
'Soms helpt verbeeldingskracht om je concentratie te geleiden,' zegt Nevan. 'Probeer voor je te zien dat je het vuur dooft met een deken. Dat je het verstikt. Dat het uitgaat.'
Robyn doet wat hij zegt. Ze meent te zien dat het vuur eventjes iets kleiner wordt, maar dan verovert het zijn terrein alweer terug.
Ze kan niet winnen. En haar arm trilt omdat ze hem al zo lang voor zich uithoudt.
Nevan geeft haar een flesje water. 'Gun jezelf even rust,' zegt hij. 'Het trainen van je gaven is vooral een kwestie van geduld. Het lukt nooit in één keer. De vorige eigenaar heeft ook weken over deze opdracht gedaan.'
Robyn zet het flesje aan haar mond en slaat de helft achterover voor ze antwoord geeft. 'Wie was dat eigenlijk? De vorige eigenaar?'
Nevan glimlacht. 'Een jongeman met net zoveel pit als jij. Hij was heethoofdig. Ongeduldig. Dat maakte het trainen extra lastig.'
'Dan lijkt hij blijkbaar op mij,' grijnst Robyn.
Nevan glimlacht terug. 'Hij had ook een groot hart. En hij was sterk, een leider. De magische gaven zoeken altijd mensen met bepaalde eigenschappen. Ik zie inderdaad veel gelijkenissen tussen jullie.'
Robyn weet even niet wat ze moet zeggen. Een groot hart? Sterk? Een leider? Ze denkt niet dat ze ooit zo'n groot compliment heeft gekregen. Maar ze weet dat het niet waar is. Niet na wat er...
Vlug duwt ze die gedachte weg.
'Ik ga even kijken hoe het bij de anderen gaat,' zegt Nevan. 'Onthoud, Robyn, concentratie en geduld. Dat zijn de sleutelwoorden.'
Als hij weg is, kijkt Robyn op haar mobiel om te zien hoe laat het is. Ze heeft geen bereik en dat maakt haar onrustig.
Het is kwart over zeven. Ze heeft tegen haar ouders gezegd dat ze bij een klasgenoot eet vanwege een schoolproject. Ze ritst haar schooltas open en pakt een zakje paprikachips. Terwijl ze dat leegeet, kijkt ze naar het vuurtje verderop. Ze had zelf aan Nevan voorgesteld om te beginnen met het leren doven van vuur. Dat lijkt haar de beste manier om ongelukken te voorkomen.
Maar dat stomme vuur...
Iets trekt haar aandacht. Een stofwolk verderop. Al snel ziet ze een hele streep opvliegend zand. En vooraan, met maaiende armen en schreeuwend...
Cameron...
Ze laat haar chips en mobiel vallen en rent naar voren. Ze heeft geen flauw idee wat ze moet doen, maar het is overduidelijk dat Cameron in de problemen zit.
'Opzij!' gilt hij, wanneer Robyn met gespreide armen voor hem gaat staan. Ze moet hem op de een of andere manier stoppen, voor hij ter plette slaat tegen een boom.
Een harde klap perst alle lucht uit haar longen. Wind giert in haar oren, zand is overal. Camerons snelheid is niet afgenomen, nog geen seconde. En nu zit ze in de val. Ze heeft haar armen om Camerons middel geslagen en durft hem niet los te laten. Dat zou zijn alsof ze uit een rijdende auto springt.
Maar als ze niet loslaat...
'Concentreer je!' gilt ze. Ze heeft het idee dat ze juist sneller gaan in plaats van langzamer. Ze wil haar voeten schrap zetten in het zand, maar is bang dat ze dan zullen breken. Nu hangen ze er een paar centimeter boven.
'Dat probeer ik!'
Robyn kijkt achterom. Haar bloed wordt ijs. Bomen. Een heleboel bomen. En ze koersen recht op één af.
'Links, links!!!' Ze knijpt haar ogen dicht, wetend dat ze doodgaat. Haar hart staat stil.
Een afschuwelijk geluid, iets klapt tegen haar lichaam en dan wordt ze omringd door water. Automatisch opent ze haar mond om te schreeuwen. Haar mond en longen vullen zich met vocht.
Iemand grijpt haar vast en het volgende moment ziet ze blauwe lucht. Ze stikt bijna in de plotselinge toevoer van zuurstof, klapt dubbel terwijl ze hoest. Eindelijk is ze het meeste water kwijt. Haar keel doet pijn. Net als de rest van haar lichaam.
Nu ziet ze Camerons gezicht, één en al bezorgdheid. 'Gaat het?'
Het duurt even voor Robyn genoeg lucht heeft om antwoord te geven. 'Ja,' liegt ze.
'Het spijt me echt. Jij bent het hardst op het water geklapt.'
Nu pas realiseert ze zich dat ze in het meer is. Ze draait zich om en ziet de boom waarvan ze dacht dat hij hun dood had betekend. Die ligt een paar meter verderop, ontworteld. Had hij die boom laten wegvliegen?
'Kun je terugzwemmen of zal ik je meetrekken?'
'Nee, het lukt wel.'
Het kost haar moeite om de oever te bereiken, ze heeft nog steeds zuurstoftekort. Als ze eindelijk uit het water is, blijft ze hijgend op haar rug liggen.
Cameron is vlak naast haar. Robyn kan er niet tegen dat hij steeds zo ongerust naar haar kijkt.
'Het spijt me echt,' herhaalt hij.
Robyn maakt een wegwerpgebaar. 'Het was een ongeluk. Dat kan ons allemaal overkomen.'
'Waarom ben je in vredesnaam voor me gaan staan?'
'Ik hoopte dat ik je kon laten stoppen.'
'Laten stoppen? Ik ging zo snel dat je wel dood had kunnen zijn! Of in elk geval je ribben had gebroken! Heb je je ribben gebroken?' voegt Cameron er gejaagd aan toe.
'Nee, nee, alles is oké.' Ze heeft hoogstens blauwe plekken. Heel grote blauwe plekken. Ze wil dat hij ophoudt met zeuren, dus komt ze overeind om te bewijzen dat alles goed met haar is. Ze verbijt de pijn die meteen door haar lichaam schiet. 'Ik denk dat ik mijn spullen pak en naar huis ga. Droge kleren aantrekken en zo.'
Cameron begrijpt de hint niet, of hij doet alsof hij die niet begrijpt, want hij gaat naast haar lopen als ze teruggaat naar het vuurtje. Hij blijft naar haar kijken alsof hij denkt dat ze elk moment kan flauwvallen. Robyn besluit dat ze het beste strak vooruit kan kijken in plaats van naar hem, voor ze er iets van zegt en hem beledigt.
'Zal ik je naar huis brengen?'
'Nee, dat is niet nodig. Echt niet. Wanneer geloof je me nou?'
Cameron glimlacht zwakjes en haalt zijn schouders op. 'Ik heb gewoon het gevoel dat je je graag harder voordoet dan je bent.'
Robyn antwoordt niet, raapt haar mobiel op, veegt het zand eraf en is opgelucht te merken dat hij de val heeft overleefd.
'Wie is dat?' vraagt Cameron. Hij knikt naar het scherm, waarop een achtergrondfoto van haar en Marion zichtbaar is na een middag paintballen. Ze zien er vies, verwaaid en gelukkig uit.
'Mijn beste vriendin.'
'Het valt me op dat je vaak op je mobiel kijkt. Is daar een reden voor?'
Ze vindt het onbeleefd dat hij zoveel nieuwsgierige vragen stelt. 'Ik wil altijd graag weten hoe laat het is.'
Camerons blik gaat naar haar horloge en hij trekt een wenkbrauw op.
'Luister, Cameron, het gaat echt prima, ik ga er nu vandoor. Tot later.'
Op dat moment ziet ze Myrthe en Nevan aan komen rennen.
'Is alles goed met jullie? Wat is er gebeurd?' Myrthes stem is nog hoger als ze bezorgd is. Nu ziet Robyn ook Mitchell aan komen rennen.
'Met mij gaat het prima. Maar Robyn probeerde me tegen te houden en heeft een grote klap gekregen.'
Nu zijn er nog drie paar bezorgde ogen op haar gericht. Fijn, heel fijn. Dus herhaalt ze nog een keer dat alles goed met haar is, terwijl ze haar half leeggegeten zakje chips in haar rugzak propt en die op haar rug hijst. Ze is opgelucht als ze er eindelijk in slaagt om te vertrekken.
Als ze thuis is, lukt het haar naar boven te glippen voor haar ouders haar zien. Daardoor hoeft ze geen vragen over haar natte kleren te beantwoorden. Wanneer ze gedoucht heeft en droog is, vindt ze een pizza in de vriezer.
Haar moeder komt de keuken inlopen. 'Ging het goed?'
O ja, natuurlijk, het project. 'Ja, prima. We zijn een heel eind opgeschoten.'
'Wie was je projectpartner?'
Robyn weet direct waar haar moeder op doelt. Haar ouders willen dolgraag dat ze vrienden maakt.
Misschien moet ze hen niet langer teleurstellen. 'Ze heet Natascha. Het was heel gezellig. Binnenkort gaan we iets leuks doen.'
Als ze de enorme opluchting in haar moeders ogen ziet, voelt ze zich bijna schuldig.
'Wat ontzettend leuk!' zegt haar moeder breed glimlachend. 'Waarom gaan jullie niet op een zaterdag naar Walibi? Ik trakteer.'
Nu doet ze wel heel erg haar best. Robyn is maar één keer in Walibi geweest, want haar ouders vinden het park te duur.
Robyn produceert een grijns. 'Dankjewel. Maar misschien kunnen we beter beginnen met iets korts en simpels. En dan komt een dagje weg later wel.'
'Ja, dat is misschien het beste,' knikt haar moeder. Door het nieuws lijkt ze te vergeten te vragen waarom Robyn nog een pizza in de oven stopt als ze al bij Natascha heeft gegeten. Alleen maar beter.
Met een warme pizza op haar schoot klikt Robyn even later een film op haar laptop aan. Regen tikt op haar raam en op het dak. Ze zet de film luider. Kijkt op haar mobiel en ziet dat Mitchell haar heeft toegevoegd aan de WhatsAppgroep 'Awesome magiërs'. Ze kreunt. Waarom had ze zich aan het begin van de avond ook alweer laten overhalen om nummers uit te wisselen?
'Goed thuisgekomen?' Het eerste berichtje is van Cameron. Robyn staat al op het punt om op 'Groep verlaten' te drukken, als ze zich bedenkt. Het kan handig zijn om te weten wie wanneer in de andere dimensie traint.
'Ja, jij?'
'Ja, het regent heel hard, dus mijn ouders vroegen niet eens waarom ik nat was.'
'Mazzel. Hier begon het pas te regenen toen ik al thuis was.'
'Serieus?' Nu popt er een berichtje van Mitchell op. 'Bij mij regent het helemaal niet. En ik woon vlakbij je.'
Robyn neemt de moeite niet meer om te reageren en legt haar mobiel aan de kant. Dan ziet ze dat haar raam droog is.
Maar ze hoort de regen nog steeds.
Een ongemakkelijk gevoel bekruipt haar.
Ze loopt naar haar raam, zet hem open en steekt haar hand uit. Niets.
Misschien wordt ze toch gek.
Die nacht slaapt ze onrustig. Zelfs als ze haar deken over haar hoofd trekt, hoort ze de regen nog. Haar dromen zijn gevuld met onbekende beelden. Een tafel bezaaid met bierflesjes. Een harp. Een vijfsterrenrestaurant.
Ze schenkt twee glazen wijn in. 'Alstublieft,' hoort ze zichzelf zeggen. 'Geniet van uw diner.' Een oudere man in pak wenkt haar. Hij kijkt onvriendelijk. Ze maskeert haar tegenzin met een vriendelijke glimlach. 'Wat kan ik voor u doen?'
'Het vlees is niet helemaal gaar,' zegt hij. Hij wijst op de binnenkant van een stuk vlees dat hij heeft doorgesneden. 'Zie je?'
Ze ziet er helemaal niets aan. Dat wil ze tegen hem zeggen, maar haar stembanden luisteren niet. In plaats daarvan blijft de glimlach op haar gezicht geplakt. 'Het spijt me ontzettend. Ik zal het meteen doorgeven aan de keuken.'
Nu herkent Robyn de stem die uit haar mond komt. Het is die van Cameron.
Zodra ze dat beseft, verandert de scène. Ze zit aan tafel met een vrouw en een meisje dat sprekend op Myrthe lijkt, maar dan met bruine ogen. Robyn peutert de modder onder haar nagels vandaan, terwijl het meisje dat op Myrthe lijkt een liedje zingt. Nora, weet Robyn. Ze heeft geen idee waar ze die kennis vandaan haalt.
'Heel goed!' zegt Myrthes moeder als Nora is uitgezongen. 'Je blaast al je klasgenoten omver!'
Nora grijnst breed. 'Ik vind het zo cool dat ik de hoofdrol in de musical heb gekregen!'
'Natuurlijk, ze konden onmogelijk om mijn kleine meisje heen.'
'Alleen moet ik ook nog trainen voor de atletiekwedstrijd van zaterdag. En overmorgen heb ik een proefwerk Latijn. Ik weet niet of ik genoeg tijd heb om te leren.'
'Het is ook niet erg als je een keer lager dan een acht haalt, schat,' zegt Myrthes moeder. Ze heeft wallen onder de ogen en haar donkere krullen zijn doorspekt met grijs. 'Het is niet goed als je te veel druk op jezelf legt. Kijk maar naar Myrthe. Zij heeft nooit hoge cijfers gehaald, maar doet nu wel een opleiding die ze leuk vindt. Toch, Myrthe?'
'Uhum,' hoort Robyn zichzelf mompelen. En dan gaat ze rechtop zitten: 'Heb je ook weer een bord eten voor oma bewaard?'
'Natuurlijk. Dat doen we toch altijd?'
'Maar heb je dan wel iets anders voor haar gemaakt? Oma is allergisch voor wortels.'
'O.' Myrthes moeder zucht en wrijft over haar ogen. 'Sorry. Wil jij dan iets anders voor oma maken, schat?'
'Ja, prima.'
Myrthes moeder wrijft over haar arm. 'Dankjewel. Ik waardeer het echt dat je zoveel voor jouw oma doet. Ik zou willen dat Nora en ik die tijd hadden.'
Het tafereel vervaagt. Ze heeft een skateboard in haar hand. Een halfpipe strekt zich onder haar uit. Beneden joelen en schreeuwen haar vrienden. Mitchells vrienden. De jongens die haar hebben ingesloten.
Robyn gooit haar skateboard neer en springt erop. Metaal suist onder haar voeten voorbij. Als ze de overkant bereikt, lijkt ze een moment in de lucht te zweven. Het skateboard draait onder haar voeten voor ze terugschiet. Ze geniet van de wind in haar haren, de snelheid. Ze heeft geen flauw idee wat ze doet, maar Mitchell wel, zij is alleen maar een passagier in zijn lichaam.
Als Robyn wakker wordt, is het ochtend. Ze kan de skateboard nog onder haar voeten voelen en blijft nog even nagenieten van de herinnering. Want ze weet zeker dat het een herinnering was. Een herinnering van Mitchell.
Wat betekent...
Nee!
Ze is meteen naast haar bed. Ze gaat niet naar school. In plaats daarvan racet ze naar de doorgang, bonst op Nevans deur.
Hij doet binnen een paar seconden open, al aangekleed.
'Robyn?' zegt hij verrast. Hij zegt nog meer, maar Robyn praat dwars door hem heen. 'Ik droomde vannacht over Cameron, Myrthe en Mitchell. Niet zomaar dromen, ze waren levensecht, alsof ik deel uitmaakte van hun leven! En ik hoorde regen, terwijl het niet regende, maar bij Cameron regende het wel! Wat is dit? Hoe laat ik het stoppen?'
Nevan glimlacht. Het is duidelijk dat hij het niet begrijpt, anders zou hij niet glimlachen.
'Dat zal niet de laatste keer zijn, Robyn. Jullie zijn met elkaar verbonden. Ik had niet verwacht dat je dat al zo snel zou merken, anders had ik jullie er eerder over verteld.'
'Zeg hoe ik het kan stoppen!'
'Stoppen? Robyn, waarom zou je dat willen? Dit helpt jullie om een sterke band te creëren, om elkaar te leren kennen en te begrijpen.'
'Nee, nee!' Robyn schudt wild haar hoofd. 'Mijn herinneringen zijn privé. Ik wil niet dat andere mensen die zien!'
Eindelijk ziet ze begrip in Nevans ogen.
'Het spijt me, Robyn. Maar ik ben bang dat dit onvermijdelijk is.'
Robyns maag draait zich om.
'Ik snap dat dit vervelend is. Jullie zullen allemaal leuke en minder leuke herinneringen van elkaar zien. Maar omdat iedereen hetzelfde meemaakt, zal niemand er vervelend over doen, dat weet ik zeker.'
Er zit gal in haar keel. Haar ogen branden. 'Nee, nee, jij begrijpt het niet, zij zullen het niet begrijpen!'
'Wat niet begrijpen, Robyn? Misschien kun je me vertellen wat er in je leven is gebeurd. Ik ben ervan overtuigd dat het minder erg is dan je denkt.'
Maar Robyn schudt haar hoofd, draait zich om en rent weg.
Ze zullen erachter komen. Haar geheim zien.
En dan zullen ze haar haten.


#1 De kracht van vuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu