Hoofdstuk 8

109 8 0
                                    

'Ik moet je bedanken, Nevan. Mijn macht beperkt zich tot de grootste angsten van mijn vijanden. Gelukkig bestaat jouw angst uit een persoon met extra's.'
Sanora heft haar handen op en een muur van vuur komt op hen af. Robyn ziet vol afgrijzen hoe haar eigen krachten hen proberen te doden.
En dan staat Cameron ineens voor hen, het vuur ketst af op een soort windschild. De wind rukt aan de vlammen en doet delen ervan oplossen in de lucht.
'Interessant,' zegt Darian. Hij sluit een moment zijn ogen alsof hij zich concentreert, dan glimlacht hij.
'Rennen!' schreeuwt Cameron, en direct voelt Robyn hoe een enorme wind hen vooruit duwt. Ze zetten allemaal een sprint in, zelfs Nevan, Charissa en Alessio lijken weer te weten wat er gebeurt. En dan ziet Robyn hoe Cameron geschrokken naar zijn hals grijpt, hij struikelt voorover en Robyn grijpt zijn arm. 'Wat er gebeurt er?'
Cameron schudt zijn hoofd, gebaart dat ze moet blijven rennen, probeert zelf te rennen. Ze trekt hem mee, maar voelt dat zijn wind zwakker wordt.
De doorgang is vlakbij! Ze zijn er bijna!
Robyn ziet dat Cameron naar zuurstof hapt en plotseling begrijpt ze wat er gebeurt.
Hij krijgt geen lucht.
Zijn grootste angst is dat hij stikt.
De wind verdwijnt nu helemaal en Robyn vangt hem op als hij voorover valt. 'Mitchell, help hem te dragen!'
Ze moeten in hun eigen wereld komen voor hij sterft!
Vlammen laaien plotseling voor hen op, versperren hen de weg. Ze staan midden in een cirkel van vuur. Boven het geknetter van de vlammen uit hoort ze Sanora's gelach.
Ze zitten in de val.
Nee. Robyn laat Camerons slappe lichaam op de grond glijden en staat op, heft haar handen. Sanora kopieert de kracht van vuur, maar zij is de enige echte vuurmagiër.
Ze concentreert zich op de vlammen voor haar, haalt in gedachten de kampvuren voor de geest waar ze zo lang op trainde. Verbeeldt zich dat ze een verstikkende deken over de vlammen legt.
Het vuur voor hen dooft, er ontstaat een pad. Mitchell en Myrthe slaan Camerons armen om hun schouders en rennen naar voren. Charissa, Alessio en Nevan volgen onmiddellijk. Robyn gaat als laatste, de vuurcirkel sluit zich zodra ze erdoorheen is.
Een enorme hagelsteen slaat vlak naast haar een krater in de grond. Nevan blijft net op tijd staan als aarde en stof voor hem opslaan.
Maar het is nog maar enkele meters naar de doorgang. Sanora heeft geen flauw idee dat ze op die manier kunnen ontsnappen, weet Robyn. En dat zal hun redding zijn.
Ze ziet Mitchell, Myrthe en Cameron verdwijnen. Robyn grijpt Alessio's arm, wetend dat Charissa en Alessio alleen door de doorgang kunnen komen als ze in contact staan met magie. En Alessio heeft Charissa nog steeds vast.
Robyn valt hard voorover op houten planken. Nevan grijpt een grote, koperen sleutel en draait zich om om de doorgang te sluiten. Maar Robyn kijkt niet meer naar hem, al haar aandacht is gericht op Cameron.
Hij ligt op zijn rug, zijn gezicht wit, zijn ogen gesloten. Mitchell en Myrthe schreeuwen tegen hem, duwen tegen zijn schouder, Mitchell voelt zijn pols.
Camerons borst is stil. Hij ademt niet.
Als zij niet naar Eswerd was gegaan, was dit nooit gebeurd.
Cameron is dood.
En dat is haar schuld.
Alweer.
Nee! Robyn duikt naar voren en duwt Mitchell hardhandig opzij.
Vorig jaar heeft ze een EHBO-cursus gevolgd. Nadat...
Robyn kantelt Camerons hoofd achterover, knijpt zijn neus dicht, drukt haar lippen op de zijne en blaast lucht in zijn mond.
Kom op, kom op!
Ze legt haar handen midden op zijn borst en duwt op het borstbeen. Dertig keer, herinnert ze zich, terwijl ze aftelt. Dan blaast ze opnieuw lucht in zijn longen. Twee keer. Op de achtergrond hoort ze mensen huilen.
'Adem, Cameron!' denkt ze krampachtig, alsof ze leven in hem zou kunnen sturen als haar wil maar sterk genoeg is. 'Je hebt de kracht van lucht, die zou je nu toch moeten helpen?!'
Weer dertig borstcompressies. Weer twee keer beademen. Dertig borstcompressies. Tranen spatten uiteen op haar handen.
Adem!! Adem!! ADEM!!
Er klinkt een schurend geluid als Cameron plotseling inademt. Hij begint naar zuurstof te snakken en te hoesten. Het duurt een paar seconden tot het ergste voorbij is, al gaat zijn ademhaling daarna nog steeds snel en piepend. Hij kijkt verward om zich heen. 'Wat...?' krast hij nauwelijks hoorbaar.
Op dat moment slaat Robyn haar armen om hem heen, haar vingers graven in zijn overhemd en ze drukt haar gezicht tegen zijn borst, terwijl harde snikken haar keel verscheuren. Ze voelt meer armen om zich heen. 'Gast, je was bijna dood!' roept Mitchell ergens vlakbij haar oor. Blijkbaar is ze in een soort groepsomhelzing terechtgekomen en normaal zou ze dat vreselijk vinden. Maar nu niet. Nu is ze alleen maar blij dat iedereen nog leeft. Er is niemand dood vanwege haar.
Ze blijft Cameron vasthouden, zelfs als Myrthe en Mitchell hen loslaten. Cameron wrijft over haar rug. 'Alles is goed, Robyn,' fluistert hij met een tederheid in zijn stem die Robyn niet gewend is van mensen die tegen haar praten. 'Je hebt mijn leven gered.'
'Ik had jullie bijna vermoord.'
Cameron duwt haar een paar centimeter van zich af om haar aan te kunnen kijken, hij veegt de tranen van haar wangen. 'Als je dingen nog één keer zo verdraait, laat ik je dertig meter de lucht in vliegen.'
Er komt een geluid uit haar keel dat het midden houdt tussen een lach en een snik.
'Waar zijn we?' klinkt Alessio's stem.
'In een oud pakhuis in Utrecht,' antwoordt Nevan. 'In een andere wereld. De wereld waar-.'
'Ja, dat weet ik, dat heeft Charissa me verteld,' onderbreekt Alessio hem zakelijk. 'Wat is nu verder het plan? Mijn zusje moet gehecht worden. Ik heb naald en draad nodig.'
Nu draait Robyn zich eindelijk om naar de rest van de groep. Ze ziet dat Alessio in de tussentijd zijn overhemd aan repen heeft gescheurd en om Charissa's arm heeft gebonden. Het noodverband wordt echter al roder terwijl ze ernaar kijkt.
'Dan moeten we haar naar een ziekenhuis brengen,' zegt Robyn. Ze is blij dat haar stem normaler klinkt dan ze zich voelt.
'Nee,' zegt Alessio meteen. 'Ik hecht haar. We doen dit vaker.'
'Maar-.'
'Geen gemaar. Ik vertrouw de instanties in mijn wereld al niet, laat staan die in jullie wereld.'
'Het kan zijn dat we in de problemen komen als we Charissa naar een ziekenhuis brengen,' valt Myrthe Alessio bij. 'Ze zullen haar wel helpen, maar daarna willen ze weten wie ze is. Ze staat nergens geregistreerd. En dan komen er tientallen vragen.'
'En je weet zeker dat je iemand veilig kunt hechten?' vraagt Cameron. Zijn stem klinkt nog ontzettend zwak.
Alessio knikt slechts kort.
'Oké. Ik woon hier vlakbij. Ik denk dat de laatste trein naar Groningen en Zwolle al is vertrokken, maar we hebben genoeg logeerkamers voor iedereen.'
'Goed.' Alessio staat op. Hij is duidelijk iemand die niet meer woorden vuil maakt dan nodig. 'Dan gaan we nu, voor Char meer bloed verliest.'
Robyn kijkt iedereen één voor één aan. Nevan is nog duidelijk niet over het herleven van zijn trauma heen. Hij is bleek, wat extra opvalt vanwege zijn getinte huid, en staat wat onvast op zijn benen. De gezichten van Myrthe en Mitchell zijn nat en vlekkerig. En Robyn is bang dat Charissa elk moment flauw zal vallen. Op dit moment lijkt Alessio de enige te zijn die helder en daadkrachtig is.
'Jullie moeten je wapens wel hier laten,' zegt Robyn. 'Anders worden we opgepakt door de politie.'
Alessio's gezicht verstrakt en hij legt zijn hand op zijn geweer. 'Absoluut niet.'
'Er kan je niets gebeuren, maar als mensen je wapen zien, kom je wel in de gevangenis terecht. Wapens zijn hier verboden.'
'Ik betreed geen onbekend gebied zonder de middelen om me te verdedigen.'
'Alessio,' zegt Charissa vermoeid. 'Doe nou gewoon wat ze zegt.'
'Jullie krijgen ze morgen terug,' belooft Robyn.
Alessio kijkt haar recht aan, de spanning is om te snijden en Robyn dwingt zich om uitdagend terug te kijken.
Dan legt Alessio zijn geweer op de grond. Het mes in zijn riem stopt hij in zijn laars, net zoals Charissa had gedaan voor ze naar Esward gingen.
Nu kunnen ze vertrekken. Robyn en Mitchell ondersteunen Cameron, terwijl Alessio zijn zusje op zijn rug draagt. Hij wijst hulp van Nevan en Myrthe met een enkel gebaar van de hand.
'Het is ongeveer twee kilometer lopen,' zegt Cameron.
Robyn is blij dat het al middernacht is, overdag zouden Charissa, Alessio, Nevan en de kleren die zij nog steeds draagt veel meer opvallen. Er is geen verkeer. Ze beginnen in een straat met rijtjeshuizen en al snel komen ze terecht in een wijk met grote, vrijstaande woningen. Ze zien er allemaal anders uit, wat betekent dat de eigenaren een persoonlijke architect moeten hebben ingeschakeld.
Robyn let de hele weg op de reacties van Charissa en Alessio, voor wie dit een unieke ervaring moet zijn. Alleen al de lantaarnpalen zijn vreemd. Maar Charissa is zo uitgeput dat ze zich nauwelijks bewust is van de omgeving. En als Alessio al verwonderd is, laat hij er niks van merken. Zijn gezicht is strak en ernstig, hij is gericht op zijn doel en de rest kan hem nu niets schelen.
Ze komen langs een meer. Enkele boten deinen zachtjes op en neer, de maan doet het water schitteren. 'We zijn er nu bijna,' zegt Cameron. Zijn ademhaling klinkt nog steeds niet normaal, maar hij loopt in elk geval zelf en steunt maar heel lichtjes op hen. 'Ehm... Ik moet jullie vertellen... dat mijn ouders wel rijk zijn.' Het klinkt als een verontschuldiging.
'No shit,' zegt Mitchell met een stem waar het sarcasme vanaf druipt. 'Echt? Ik had geen flauw idee. Ik dacht dat je je kleren had gestolen.'
Cameron grijnst flauwtjes naar hem.
Ze blijven staan voor een huis dat nog veel groter is dan Robyn zich had voorgesteld. Ze kijkt vol ontzag naar de ijzeren hekken, de lange oprijlaan en het groene gazon. Vervolgens naar de witte muren, het donkere, puntige dak en de enorme ramen.
'En dat is jullie hotel, of niet?' Myrthe wijst naar een gebouw zo'n vijfhonderd meter verderop met hetzelfde ontwerp, maar dan zelfs nog groter. Robyn ziet enkele lichten branden.
Eindelijk is er ook emotie op de gezichten van Charissa en Alessio te lezen, ze staren met stomheid geslagen naar het huis.
'Woont hier een heel woongemeenschap?' vraagt Alessio aan Cameron. Robyn kan zien dat Cameron zich absoluut niet op zijn gemak voelt.
'Laten we opschieten,' verandert ze vlug van onderwerp. 'We kunnen later wel praten.'
'Wat vinden jouw ouders ervan als we allemaal komen logeren?' vraagt Myrthe als Cameron het hek openmaakt. 'Hoe leggen we dit uit?'
'Mijn ouders slapen al lang. Die komen we niet tegen.'
Robyn denkt schuldbewust aan haar eigen ouders. Die zullen gek zijn van ongerustheid. Elke minuut voelt ze haar mobiel wel in haar broekzak zoemen.
Ze lopen de lange oprijlaan af, langs een vijver met fontein, en dan opent Cameron de voordeur. Hij leidt hen naar een glanzende keuken met een kookeiland en een grote eettafel. Robyn heeft het idee dat de ruimte zo uit een reclamefolder komt. Alles lijkt glanzend en nieuw, alsof er niet echt wordt geleefd.
Alessio laat Charissa op een stoel zakken. Cameron rommelt even in de kasten en komt terug met een EHBO-doos, naald en draad, een emmer met water en enkele doeken. 'Deze zijn alleen niet gemaakt om mee te hechten.' Cameron wijst naar de naad en draad.
'Het is goed genoeg,' zegt Alessio kort. Hij maakt het provisorische verband om Charissa's arm los en begint het bloed van haar arm te wassen. Ondertussen pakt Cameron een glas water en enkele aspirientjes. 'Ik ben bang dat we geen sterkere pijnstillers hebben,' zegt hij verontschuldigend.
'Dat geeft niet.' Charissa lacht naar hem. 'Ik kan wel tegen een stootje.'
Robyn kijkt toe hoe Alessio verder te werk gaat. Hij maakt de wond schoon met het jodium uit de EHBO-doos en steekt de naald met het draad in Charissa's arm met een precisie, vakkundigheid en zekerheid die duidelijk maken dat hij dit inderdaad vaker heeft gedaan.
Charissa klemt haar kaken op elkaar, maar geeft geen kik, terwijl Alessio de wond zo snel mogelijk dichtnaait. Het is een lange en diepe snee, van haar elleboog tot aan haar pols. Als Alessio klaar is, verbindt hij Charissa's arm met het verband uit de EHBO-doos. Hij slaakt een zucht als hij klaar is en Charissa leunt vermoeid achterover.
Robyn is diep onder de indruk van hen allebei. Cameron heeft eveneens vol ontzag toegekeken, terwijl Myrthe en Mitchell juist hun best hebben gedaan om de andere kant op te kijken.
'Wat nu?' vraagt Alessio.
'Nu breng ik jullie naar onze logeerkamers,' zegt Cameron. 'Sorry dat... nou, dat alles er zo duur uitziet.' Die woorden zijn voor Charissa en Alessio bedoeld, die geen antwoord geven.
'Jullie moeten niet denken dat iedereen in deze wereld zo rijk is als Cameron,' zegt Mitchell opgewekt en hij geeft Cameron een plagende por. 'Mijn ouders en ik wonen in een klein flatje. Dat is ongeveer net zo groot als deze keuken.'
Zijn poging om Charissa en Alessio op te vrolijken, doet Cameron rood kleuren en zijn ogen neerslaan.
'Bedankt voor je enorme gastvrijheid, Cameron,' zegt Nevan hartelijk. 'Je hebt ons enorm geholpen.' Alessio knikt hem kort toe.
'Geen probleem.' Robyn meent dat ze nu eindelijk kan zien wanneer Camerons glimlach geforceerd is.
Hij opent een nieuwe deur en direct flitst er een waas van lange, witte haren voorbij. Een grote hond springt tegen Myrthe op. Lachend knielt ze bij hem neer en wrijft over zijn hals. Robyn herinnert zich opeens weer dat Myrthe niet alleen de macht heeft over planten, maar ook over dieren. De hond doet haar aan een grote versie van Samsom denken. Hij past totaal niet in het nette interieur. Iets zegt haar dat het Cameron veel moeite heeft gekost om zijn ouders over te halen een huisdier te nemen.
Cameron leidt hen naar boven, door een lange gang met een donkerrood, zacht tapijt, terwijl de hond bij Myrthe blijft. 'Charissa en Alessio, jullie kunnen deze logeerkamer nemen.' Cameron opent een deur en Robyn vangt een glimp op van twee losstaande bedden, donkere vloerbedekking en houten nachtkastjes. 'Myrthe en Robyn, de volgende deur is voor jullie. Mitchell en Nevan, jullie kunnen de kamer aan het einde van de gang nemen. Ik zal kijken of ik kleren kan vinden die jullie passen. Doe alsof je thuis bent.'
Robyn laat zich op het bed zakken van de kamer die Cameron haar heeft aangewezen. Myrthe heeft de deur dichtgedaan, waardoor de hond is buitengesloten. Het eerste wat Robyn doet, is haar ouders bellen. Haar moeder neemt op zodra de telefoon één keer is overgegaan. 'Waar ben je?'
'Sorry, mam, mijn batterij was leeg. Ik ben in Utrecht. Ik ging met Nathalie mee naar een housewarming en de laatste trein reed niet meer. Maar we kunnen gelukkig blijven slapen.'
'Waarom heb je me niet verteld dat je naar een housewarming ging? Heb je enig idee hoe ongerust we waren? We dachten dat je was verongelukt! Ik stond op het punt de politie te bellen!'
'Het spijt me.'
Ze hoort haar moeder een lange, trillerige zucht slaken. 'Als je batterij weer leeg gaat, wil ik dat je de mobiel van iemand anders gebruikt om me te bellen. En ik wil dat je me vertelt waar je heen gaat. Dit is nog niet afgelopen. Morgen praten we hier verder over.'
Robyn kan aan haar toon horen dat er nog een veel langere preek volgt, dus vlug zegt ze: 'Oké, ik moet nu ophangen. Sorry en tot morgen.' Ze weet nu al dat ze een enorme straf zal krijgen. En dat terwijl ze er niks aan kon doen dat ze vandaag werden aangevallen. Als ze haar ouders nou de waarheid zou kunnen vertellen...
'- ja, ik weet dat Nora morgenochtend een proefwerk heeft en dat jij om 6 uur moet opstaan voor je werk, maar het is echt belang-. Ja... Ja, dat snap ik ook wel.'
Robyn kijkt naar Myrthes strakgespannen rug terwijl ze telefoneert. 'Nee, het heeft geen zin om haar te bellen, ze is halfdoof, ze hoort de telefoon niet. Alsjeblieft, mam, kijk gewoon even of alles goed is met oma. Zo vaak vraag ik het toch niet? Ik doe het normaal elke avond. Ja, oké. Bedankt.' Myrthe laat haar mobiel zakken. Robyn blijft naar haar rug kijken, maar Myrthe beweegt zich niet.
'Alles oké?'
Myrthe schrikt op. Blijkbaar was ze Robyn alweer vergeten. Ze draait zich om en glimlacht. 'Ja, hoor.'
'Wat is er met je oma?'
'Niets. Denk ik.'
'Maar? Waarom moet je moeder midden in de nacht bij haar kijken?'
Myrthe laat zich met een zucht achterover op haar bed vallen. Ze kruist haar armen onder haar hoofd en staart naar het plafond. 'Het gaat niet zo goed met mijn oma. Ze wordt dement. Ze krijgt wel thuiszorg, maar ik kijk 's avonds altijd nog even of alles goed is. Zodat ze thuis kan blijven wonen en ze niet naar een verpleeghuis hoeft.'
'Wat lief van je.'
Myrthe draait haar gezicht naar Robyn toe. 'Ze is mijn oma.'
'En je moeder en zusje?'
'Mijn moeder heeft nooit een band gehad met de moeder van mijn vader. En ze werkt heel veel, dus ze heeft niet echt tijd. Mijn zusje heeft het te druk. En mijn vader woont in Zwitserland. Daarom doe ik het.'
Robyn denkt aan de wallen die ze zo vaak onder Myrthes ogen ziet. Iets zegt haar dat Myrthe minder tijd heeft dan ze doet voorkomen. Maar dat is haar zaak niet. 'Ik vind het heel mooi dat je dat allemaal doet,' zegt ze daarom alleen maar.
Er valt een stilte. Robyns gedachten gaan meteen weer naar Sanora's lach, de rode ogen van de luchtmagiër, de zwevende messen, de bons toen Darian op de grond viel, Cameron die niet meer ademde.
Vlug staat Robyn op. Ze heeft afleiding nodig. De kamer lijkt plotseling klein en benauwend. 'Ik ga kijken hoe het met Charissa is.'
Myrthe geeft geen antwoord en Robyn stapt de gang in.
Dan blijft ze staan. De volgende gedachte raakt haar als een hamerslag.
Nevan is Charissa's oom.
Dat werd duidelijk tijdens de confrontatie met Sanora, maar pas nu alle heftige emoties zijn weggeëbd, dringt het volledig tot Robyn door. Zou Nevan het al weten? Ze loopt naar de kamer van Charissa en Alessio en hoort meteen harde stemmen.
'- kan me niet schelen, ik wil niets met die man te maken hebben.'
'Ik wil het wel tegen hem zeggen.' Charissa's stem.
'Waarom? Hij heeft nooit iets voor ons gedaan. Die man is een vreemde voor me.'
'Hij is wel papa's broertje. Hij kan ons meer over hem vertellen.'
Robyn klopt aan.
'Ja?'
Robyn opent de deur en zegt: 'Ik wil me niet met jullie discussie bemoeien, maar ik denk dat Nevan jullie elk moment kan horen. Jullie zijn nogal luid.'
'Oké.' Charissa glimlacht naar haar.
'Hoe gaat het met je arm?'
'Goed.'
Alessio staart naar zijn ineengevouwen handen. Plotseling valt het Robyn op dat hij nog steeds geen overhemd draagt en dat zijn borst gebruind en gespierd is. Vlug kijkt ze weer naar Charissa, wier grijns breder is geworden. Te laat.
'Charissa? Alessio?' Mitchell duikt plotseling achter Robyn op. 'Zal ik jullie laten zien wat een douche is?' Hij wrijft in zijn handen. 'Jullie gaan het echt geweldig vinden.'
'Hoe gaat het met je arm, Charissa?' klinkt een nieuwe stem.
Robyn ziet Alessio ogenblikkelijk verstijven, maar Charissa glimlacht als Nevan de kamer binnenkomt. 'Nevan, ik moet u iets vertellen.'
'Char,' zegt Alessio waarschuwend, maar Charissa negeert hem. 'Darian was onze vader. U bent onze oom.'

#1 De kracht van vuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu