Hoofdstuk 1 (deel 2)

27 1 0
                                    

22 september  1867
London
Het was een dag na zijn zesde verjaardag.
Wat hem gisteren was opgevallen was dat zijn moeder erg stil was, zoals altijd op zijn verjaardag.
Hij had veel cadeautjes gekregen zoals altijd, maar wat hij juist een leuk cadeautje had gevonden was dat zijn moeder voor een keer echt vrolijk was op zijn verjaardag, niet nepvrolijk zoals ze meestal deed.
Zijn vader deed normaal op zijn verjaardag, hij zei altijd dat hij later een goed man zou worden en een goede zakenman, voor het familiebedrijf.
Van zijn vader kreeg hij altijd wat hij wilde, waar hij maar om vroeg voor zijn verjaardag. Maar nog steeds kon zijn vader niet die ene wens vervullen.

Hij zat aan het ontbijt met zijn familie, hij zat naast zijn moeder.
Hij bestudeerde haar gezicht, ze staarde naar het tafelkleed en had haar handen over elkaar gevouwen op haar schoot, haar ogen waren rood en opgezwollen. Op haar wang had ze een rode plek zitten, die duidelijk zichtbaar was, door dat ze haar zwarte haar had opgestoken.
Ze had haar lippen op elkaar gedrukt tot een dunne streep.
Ze had haar ontbijt nog niet eens aangeraakt.
Ze leek heel verdrietig, net zoals gisteren, hij wilde iets doen om haar op te vrolijken. Misschien vond ze het leuk als hij bloemen plukte uit de tuin en er een mooi boeket van maakte samen met de dienstmeid Martha. Misschien zou ze het leuk vinden als hij een bordspelletje met haar speelde?
Ze was gisteren ook niet naar zijn kamer gekomen om hem in slaap te zingen wat ze elke avond deed, alleen niet op zijn verjaardag.
Hij dacht dat het was omdat hij op zijn verjaardag een jaar ouder werd en dat ze dat niet leuk vond, omdat hij dan niet meer haar kleine jongentje bleef. Althans dat vertelde zijn oma hem toen hij gevraagd had waarom zijn moeder nooit vrolijk was op zijn verjaardag.
"Eleanor, luister je wel?" Zei zijn vader ineens, waardoor Christian zijn gedachten schrok.
"Natuurlijk luister ik, Eduard, ik zou niet durven om niet te luisteren," Christian hoorde de afstandelijkheid in zijn moeders stem, wat meestal gebeurde als zijn moeder boos op zijn vader was, wat nogal vaak zo was, het was de gewone manier van praten geworden voor zijn moeder, maar haar stem veranderde altijd wanneer ze tegen hem sprak, ze sprak dan vriendelijk en liefdevol. "Je gaat straks naar het bedrijf toe en ik kan je pas vanavond laat thuis verwachten, zoals wel vaker. Bedankt voor de mededeling."
Zijn moeder had wanneer ze sprak niet een keer zijn vader aangekeken. Christian zag de ergering op zijn vaders gezicht.
"Het is fijn dat we elkaar begrijpen, Eleanor." Zei hij uiteindelijk, zijn moeder tuitte even haar lippen, maar drukte ze al snel weer tot een dunne streep.
Zijn vader stond toen op en verliet doen de eetkamer, meteen zag Christian zijn moeder ontspannen.

Heel voorzichtig pakte hij een van haar handen.
"Moeder, gaat alles goed?" Vroeg hij. Ze gaf een kneepje in zijn hand, draaide haar hoofd en glimlachte even naar hem, maar de lach was nep, haar grasgroene ogen deden niet mee.
"Alles is goed, mijn zoon, maak je toch niet zo'n zorgen." Haar stem klonk zoals gewoonlijk bij hem, vriendelijk.
Hij knikte.
"Mag ik van tafel?" Vroeg hij daarna.
"Heb je genoeg gegeten dan?" Vroeg ze, hij knikte, hij had wel zijn ontbijt gegeten, maar zij had het nog steeds niet aangeraakt.
"Dan mag je gaan."
Hij knikte weer en stond op.
Hij liep de eetzaal uit en kwam Martha tegen op de gang.
Martha was hun dienstmeid, al voor zijn geboorte en hij kon het goed met haar vinden, ze was als een soort oudere zus voor hem.
Hij wilde alsnog proberen om zijn moeder op te vrolijken.
"Martha, welke bloemen kan ik het beste uit de tuin plukken, voor een mooi boeket voor moeder?" Vroeg hij.
Martha lachte even. "En waarom wil jij je moeders tuin verpesten om haar een boeket te maken?" Vroeg ze.
"Omdat ze niet vrolijk is en ik wil haar blij maken." Zei hij.
Martha zuchtte even. "Pluk maar van elke bloem een, maar probeer er voor te zorgen dat het niet opvalt, begrijp je wat ik bedoel?"
Hij knikte. "Dank je, Martha."
En hij rende toen over de gang naar de deur naar buiten, die leidde naar de achtertuin.
Hij plukte van elke bloem, die hij mooi vond een, zoals Martha tegen hem gezegd had, hij stopte toen hij vond dat hij genoeg bloemen had.
Hij liep met zijn handen vol bloemen over de gang, hij stopte bij de eetkamer omdat hij verwachtte dat Martha daar zou zijn om de ontbijttafel op te ruimen.

The Lost SiblingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu