14. Luke

603 51 1
                                    

14. Luke

Ik had niet verwacht dat mijn actie succes zou hebben en ik was verbaasd toen ze voor het raam verschenen was. Dan had ik me toch niet voor niets als een volslagen halve gare gedragen. Ik had dat namelijk echt gedacht. Nog nooit eerder had ik mezelf zo voor gek gezet als nu.

En nu stond ze voor me. Blijkbaar wilde ze nog met me praten, terwijl ik me gedragen had alsof ik een of andere ontsnapte gek was. Dat vond ze blijkbaar geen probleem. Ze steeg een paar plaatsjes op mijn eisenlijstje. Niet dat ik zo'n lijst echt had.

Wat ertoe deed, was dat het effect gehad had om hierheen te gaan en te roepen. Mijn ogen schoten over de geve achter haar. Zou ze hier wonen?

'Sorry,' zei ik nog een keer, 'omdat ik niet op kon nemen. Maar Mikey vindt het grappig om dat soort flauwe geintjes uit te halen.' Verontschuldigend haalde ik mijn schouders op, vooral omdat ik geen idee had wat ik anders zou moeten doen.

'Mikey?' herhaalde ze en op dat moment realiseerde ik me dat ik Mikey bij zijn echte naam genoemd had. Nou ja, niet zijn officiële naam, maar iedereen noemde hem zo. Er was eigenlijk niemand die hem Michael noemde. Voor ons klopte die naam waarschijnlijk gewoon niet.

'Ja, dat is de jongen met wie ik mijn appartement deel. En mijn beste vriend,' zei ik, terwijl ik in gedachten alles af ging wat ik tegen haar gezegd had over hem, over ons. Wist ze nu wie we echt waren en Mikey's naam helemaal geen Collin was? Dit krijg je van liegen. In gedachten vervloekte ik hem. Waarom had hij moeten liegen?

Er verscheen een glimlachje rond haar lippen en ze knikte. 'Misschien moet je hem beter opvoeden, zeggen dat hij dat helemaal niet mag doen.'

Ik liet mijn tong langs het ringetje in mijn lip glijden en deed of ik over haar woorden nadacht. 'Ik weet niet of dat lukt bij hem. Hij gedraagt zich vaak als een ongeleid projectiel en is er ook nog eens eentje die ontzettend eigenwijs is. Een stuiterbal met teveel adrenaline.'

Dat ik hem liever hyperactief zag dan stilletjes op de bank, zei ik niet. Dat was niet iets dat haar wat aan ging en het waren beelden die ik probeerde om te vergeten.

Even zwegen we en ik zag dat ze even huiverde voor ze haar armen om zichzelf heensloeg. Het enige wat ik wilde was een arm om haar heen slaan en haar tegen me aantrekken. Maar dat was niet wat ik deed, wat ik kon doen. Het meest waarschijnlijke was dat ze me een mep zou geven en ik kon het haar niet eens kwalijk nemen. Dat zou ik zelf waarschijnlijk ook doen.

In plaats daarvan stak ze haar hand in de zak van haar trui en haalde daar een bruine leren portemonnee uit. Die van mij. Mijn hart sloeg even een slag over toen ze het ding naar me uitstak. Ik pakte hem aan en onze vingers raakten elkaar heen lichtjes. Een hele zwerm aan tintelingen schoot door mijn lichaam. Toen trok ze haar hand weg alsof ze zichzelf aan iets gebrand had.

Ik kon er niets aandoen, maar een gevoel van teleurstelling overspoelde me. Het was ironisch: het enige meisje dat ik leuk vond, dat mij niet kende, vond me niet aantrekkelijk. Er lagen duizenden meisjes aan mijn voeten, maar de enige die ik interessant vond, trok zo snel haar hand terug dat het leek of ze me niet aan wilde raken. Of ze daar spijt van had. Maar waarom zou ze me ook leuk vinden? Ze kende me amper. Dat er zoveel meisjes alles voor me zouden doen, wilde natuurlijk niet zeggen dat alle vrouwelijke wezens voor me in katzwijm vielen. Poezen mochten me ook nooit, die konden altijd alleen maar naar me blazen. Waarom zou het bij mensen anders zijn?

Flinn was duidelijk niet iemand die ik in kon delen bij het kopje 'gemakkelijk'. Als ik haar zou vragen of ze met me naar bed wilde, zou ze nee zeggen. Ook als ze wist hoeveel meisjes daar een moord voor zouden plegen.

Ik schraapte mijn keel alsof het me niet kon schelen en vroeg toen: 'Waar heb ik hem laten liggen?'

Ze wist dat ik doelde op mijn portemonnee, want ze gaf antwoord op de vraag alsof ze hem begreep, alsof ze precies wist waar ik het over had. 'In de bar waar ik je als superheldin kwam redden.' Een van haar mondhoeken ging omhoog en ik zag een kuiltje verschijnen. Die was me nog niet eerder opgevallen.

'Lukie heeft van die schattige kuiltjes.'

Ik kuchtte en ik staarde naar mijn schoenen, omdat ik geen idee had wat ik nu moest doen of zeggen.

Haar stem doorbrak de stilte. 'Ik heb je gegoogled.'

Meteen ging mijn hart tien keer zo snel en ik voelde me duizelig. Een misselijk gevoel welde op vanuit mijn maag. Dat had ze niet gezegd, toch? Wat had ze gevonden? Had ze daarom zo op mij gereageerd? Zou ze me nu een ongelofelijke leugenaar vinden? Dat moest haast wel en ik kon het haar niet kwalijk nemen.

Er ontsnapte een klein lachje uit mijn mond en ik keek weer op. Haar ogen boorden zich recht in die van mij. 'O, ja? Was je zo nieuwsgierig naar me? Of durfde je dingen niet te vragen? Want ik geef op alle vragen antwoord. Oké, bíjna alle, want ik vertel je mooi niet wat mijn pincode is.'

'Die is origineel,' zei ze, terwijl ze met haar ogen rolde. 'Van mij krijg je die code ook niet namelijk.' Er verscheen een lach op haar gezicht.

Misschien was ze dan toch niet echt boos en had ze geen dingen gevonden over mij.

Ik liet een vinger over het leer van de beurs glijden. Welke identiteitskaart zat hier eigenlijk in? Mijn echte of die met mijn valse naam, Luke Smith? Het liefste wilde ik nu kijken, maar dat zou raar zijn. Dan zou ze denken dat ik haar niet vertrouwde, dat ik haar beschuldigde van diefstal. Dus stopte ik de portemonnee weg. 'Bedankt dat je hem gevonden hebt.'

Ze hield haar hoofd schuin alsof ze op iets leek te wachten. Toen vielen de woorden uit mijn mond. Te snel, te chaotisch. 'Kan ik je nog een drankje aanbieden nu je niet alleen een 'jongen in nood' redster bent, maar ook de nieuwe Sherlock Holmes blijkt te zijn?' Ik schokschouderde. Ze zou toch nee zeggen, dat wist ik nu al. 'En ik beloof dat ik je niet zal ontvoeren of in stukken zal snijden.'

Serieus, Luke?

Inktzwart hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu