2. Luke

775 62 2
                                    

2. Luke

'Heb je dat niet dan?'

Mijn hart ging sneller bij deze opmerking, terwijl ik nadacht over wat het beste was om te zeggen. De radartjes in mijn hersenen gingen sneller, kraakten, sloegen op hol. Moest ik liegen of moest ik de waarheid vertellen? De waarheid was gevaarlijk, want dat konden mensen verkopen aan roddelbladen of zichzelf voordoen als 'een betrouwbare bron'. Maar kwamen leugens niet altijd uit?

'Genoeg om te overleven,' mompelde ik. 'Ik wil deze plectrums graag afrekenen.' Misschien was het laf om er op deze manier onder uit te komen, maar ik had geen keuze. Ik had geen keuze meer sinds ik deel uitmaakte van een populaire band. Muziek maken, dat was wat ik wilde. Mijn geld ermee verdienen. Bekend zijn was iets dat je erbij kreeg, gratis en voor niets. Fans hebben zorgde ervoor dat je alles in moest leveren inclusief je privacy. Vooral je privacy.

Flinn glimlachte naar me, een halve glimlach en ze noemde het bedrag. De muntjes liet ik in haar hand vallen en heel even, nog geen tel, raakten onze vingers elkaar. Maar meteen voelde ik kriebels in mijn buik, voelde ik iets, voelde ik haar warmte.

Ze beet op haar lip en zei toen zachtjes: 'Wil je er een zakje omheen?'

Met de plectrums diep in mijn zak gestoken, liep ik de straat op. Onder het lopen viste ik het petje uit mijn zak en duwde mijn haar eronder, de klep over mijn ogen. Bekend zijn had zijn voordelen, maar ook zeker nadelen. Zoals hysterische fans die ineens alles van je wilden. Zelfs op momenten die je alleen voor jezelf wilde hebben.

Het meisje in de muziekwinkel, Flinn, had me of niet herkend of het kon haar geen ruk schelen dat ik in haar winkel stond. Het was een opluchting geweest, want ik wist dat ik een risico genomen had door naar een lokale winkel te gaan. Ik had gehoopt op een oudere man die uit de tijd van The Rolling Stones kwam, want die kenden mij doorgaans toch niet. En toen kreeg ik Flinn, een meisje dat in de leeftijd van de fans was, dat van mijn leeftijd was. En ze had me niet herkend. Zelfs mijn accent niet.

Ze had me vragen gesteld. Normale vragen. Het had haar niets kunnen schelen met welk bekend zangeresje ik nu weer een relatie had - waar ik niets van wist. Behalve haar laatste vraag dan.

'Kijk uit, jongen!'

Met een ruk keek ik op, net op tijd om de opa te zien, zwaaiend met zijn wandelstok. Met de stok wees hij naar een auto die met volle vaart langs ons heen denderde. Als hij me niet geroepen had, dan had ik eronder gelegen en dat zou geen fraai gezicht geweest zijn. De man schudde zijn hoofd en mompelde iets over 'onvoorzichtige' jeugd. Mijn hart ging in de derde versnelling en sloeg nogal hard tegen mijn ribbenkast.

'Mijn kleinzoon kijkt alleen maar op dat apparaatje van hem, zelfs in het verkeer,' zei de man mopperend en hij keek naar mijn handen alsof ik daar een telefoon verborg.

'Ik was gewoon in gedachten, meneer. Maar u heeft wel mijn leven gered.' Ik trok een mondhoek op, in de hoop dat de man iets minder boos zou zijn, iets zou ontdooien.

Hij mompelde nog iets totaal onverstaanbaars, terwijl hij langs me heen liep. Ik keek de man na, terwijl ik wachtte tot mijn hart weer een beetje tot bedaren kwam. Ergens lang staan was gevaarlijk, maar hoeveel kwaad zou het in Londen kunnen? Londen was een wereldstad, geen dorp.

En blijkbaar wisten niet alle inwoners wie ik was. Dan was ik er niet zo makkelijk afgekomen. Ik slikte toen ik aan haar laatste vraag dacht. En mijn laatste domme opmerking die het uitgelokt had. En aan hoe ik weggevlucht was.

Ik draaide me om en hield mijn hand boven mijn ogen, terwijl ik het kleine winkeltje bekeek alsof ik het nog nooit gezien had. Het was totaal niet opvallend. De verf op de voorgevel bladderde, de naam - Mr. Monday's Music - in gouden sierletters op het raam, was nauwelijks nog leesbaar. Ik slikte. Misschien had ik haar mee uit moeten vragen.

Alsof jij ergens heen kan, Luke. Alsof jij nergens wordt lastiggevallen door fans. Het was een spottend stemmetje in mijn oor dat ik de laatste tijd wel vaker hoorde. De waarheid.

Ik slikte, omdat mijn keel plotseling droog was. Het was waar, ik kon nergens heen.

Eén van mijn gympen kwam met een harde plof aan de andere kant van de gang tot stilstand toen ik het ding uitschopte. Dit keer had ik geluk gehad, ik had geen last gehad van hysterische fans. Ik was undercover gebleven, met dank aan mijn petje. Anders was ik zeker weten ontdekt.

Uit de woonkamer klonk het geluid van een videogame. Ik sjokte naar de keuken om een glas cola te pakken.

Ze zat in mijn hoofd, hardnekkig als een sticker die je maar niet loskrijgt. Flinn. Het eerste meisje dat me niet herkende en niet als een op hol geslagen fangirl gereageerd had toen ik voor haar gestaan had. Zelfs niet toen ze mijn voornaam gehoord had, al was die niet zo heel bijzonder. Maar de combinatie van mijn uiterlijk en mijn naam deed genoeg belletjes rinkelen. Behalve bij haar, bij het meisje met haar bruine haren en schattige sproetjes.

Het eerste meisje dat niet uit leek te zijn op beroemder worden via mij.

Ik kreunde en duwde mijn hoofd tegen de koele koelkast. Het was drukkend warm in de Engelse hoofdstad en onze gehuurde appartement was daar duidelijk niet tegen bestand.

'Ben jij dat, Lukie?' De zware stem van mijn huisgenoot en beste vriend Mikey klonk door het huis, vlak voor hij op de keuken in kwam glijden op zijn sokken. Zijn blauwe haren piekten alle kanten op, alsof hij er flink doorheen gegaan was met zijn handen. 'Je bent het inderdaad,' concludeerde hij toen en hij duwde me zacht weg bij de koelkast om een blikje energydrank te pakken.

'Er zijn mensen op de wereld die ons nog niet kennen.' Waarom ik het zei, wist ik niet goed. Wat had hij eraan?

'Really? Hoe oud was die persoon?'

'Van onze leeftijd. Achttien, negentien.'

Mijn beste vriend trok zijn wenkbrauwen op, terwijl hij het lipje van het blikje met een sissend geluid opentrok. 'En ze werd niet gek bij het idee dat jij in haar winkel stond? Heb je haar een valse naam gegeven soms?'

Inktzwart hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu