Hoofdstuk 4

167 16 0
                                    

Met een rood hoofd word ik wakker. Als een zombie begin ik de routine van mijn dag. Ik ben gelukkig al niet meer ongesteld, maar voel me nog steeds kut. Naar me voeten kijkend loop ik mijn dag door. Ik weet niet wat ik moet doen. Demi Lovato is mijn reden om te leven, ze is mijn redder, maar nu.... Ik zal haar nooit zien en het doet me pijn. De hele sag voel ik me kut, ik heb geen idee wat ik moet doen.

Opeens krijg ik een idee. Ik laat het hier niet bij zitten. Ik ga naar dat concert sowieso. Hoe? Dat weet ik al.

De weken duren pijnlijk lang. De dagen voelen als maanden en het concert wil maar niet dichterbij komen, maar het gebeurt.

Eindelijk, nog één week te gaan. De pijnlijkste week ooit. Mijn moeder had door dat ik ergens zenuwachtig voor was dus inplaats van me te negeren, zit ze me nu echt te pesten! Ik moet elke avond koken en afwassen. De was is nu ook al mijn taak. Door dit alles kan ik mijn huiswerk niet meer maken en ik heb ook al een paar onvoldoendes gekregen. Alleen maar meer krassen vormen zich op mijn lichaam. Ik voel me steeds vervelender en heb steeds meer zin om zelfmoord te plegen. Het kan niet. Voor mijn dood moet ik Demi Lovato een keer hebben gezien! Mijn droom moet uitkomen. Dus het bleef op wachten.

Ik word gewekt door mijn wekker. Mijn kamer vult zich met de stem van Demi Lovato. Ik kijk hoelaat het is. Zes uur, zoals geplant. Ik sta op en loop gelijk naar mijn kalender. Vandaag is de dag. Vanavond om tien uur geeft Demi haar concert. Van af nu moet ik me aan mijn plan houden, want anders gaat het helemaal mis. Ik pak mijn kleding dat ik heb klaar gelegt. Ik stop het in een rugtas. Zachtjes loop ik naar beneden. Ik smeer een paar broodjes en stop die in mijn tas. Ik pak mijn spaargeld en niet te vergeten het concert kaartje! Ik loop naar de gang. Ik doe mijn jas aan, een sjaal en handschoenen, pak mijn sleutel en doe de deur open. Ik stap naar buiten en sluit de deur weer zachtjes. Ik pak mijn fiets en fiets naar het station. Daar zet ik me fiets neer en pak de eerste trein naar Amsterdam. Fuck! Me mobiel vergeten. Naja wat maakt het ook uit. Zo kan niemand mij storen. Na 20 minuutjes met de trein ben ik aangekomen op Amsterdam Centraal. Ik had op internet alvast naar een goedkoop hotel gezocht en had die gevonden. Het was 15 minuutjes lopen vanaf het station. Tijdens het lopen ben ik een paar keer aangesproken.

'Hey lekkerding zal ik je een lift geven?'  of   'Hoi schatje heb je wat nodig?' Ik loop gewoon door en negeer het. Eindelijk ben ik bij mijn hotel aangekomen. Ik neem de goedkoopste kamer en loop er meteen naar toe. Het is een kleine kamer met een bed, kast en een mini badkamer, inclusief douche en wastafel. Ik heb deze kamer toch alleen nodig om mijn spullen achter te laten en me om te kleden. Het is zeven uur. Ik heb nog de hele dag dus doe ik maar een dutje. Ik trek mijn kleding uit en ga in bed liggen. Het lukt niet om in slaap te vallen. Ik heb geen muziek. Na een tijdje woelen stap ik toch maar mijn bed weer uit. Ik trek mijn kleding weer aan en ga op bed zitten. Ik mis thuis en mijn vriendinnen. Ik voel me zo alleen. Ik had weer de dwang om me te snijden, maar hoe. Ik ben mijn mesje vergeten. Hoe moet ik deze dag in godsnaam door komen. Uiteindelijk besluit ik maar een douche te nemen. Om alle last van me schouders af te spoelen.

Thank youWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu