Vaarwel

70 3 0
                                    

Zoals elk jaar worden de tributen, waar ik nu vreemd genoeg deel van uitmaak, weggevoerd door de vredesbewakers, in een klein kamertje in het gemeentehuis geduwd en daar bewaakt door enkele vredesbewakers.

Dit weet ik allemaal omdat ik de tributen vaak een bezoekje ging brengen in dat kamertje, toen ik nog klein was. Mijn vader had me na de Boete het liefst dicht bij zich, dus moest ik ook in het gemeentehuis blijven, waar hij zaken regelde. Dan liep ik door de gangen en sprong in elk kamertje eens binnen. Ik kende het huis op mijn duimpje.

Nu ben ik degene die in het kleine lokaaltje zit en het voelt alsof de muren op me afkomen. Ik word er misselijk van dus ga leg ik mijn hoofd in mijn armen en sluit mijn ogen. De tijd tikt stilletjes voorbij. Dan hoor ik de deur opengaan.

"Loren?", het is de stem van mijn moeder, maar ze is niet alleen want ik hoor meerdere mensen binnenkomen.

Ik heb de kracht niet om mijn hoofd op te heffen, dus blijf ik in mijn vreemde positie zitten. Ik hoor dat iedereen die juist binnengekomen is, rond me gaat zitten.

Mijn moeder begint mijn haar te doorkammen met haar zachte vingers, zoals ze vroeger altijd deed om me te kalmeren: "Lorentje toch..." Verder geraakt ze niet.

We snikken zachtjes samen.

"Ik wil je gezicht zien, Loren;"

Dat was mijn vader. Ik voel dat hij me zachtjes rechtopzet. Na mij diep in de ogen gekeken te hebben, neemt hij me in zijn armen. Ik zie achter hem Senna en Drew staan. Ze staan naast elkaar, maar zeggen geen woord.

Ik haal diep adem en zet me recht.

"Dit is waarschijnlijk de laatste keer dat ik jullie ga zien, dus kom alsjeblieft hier en geef me een knuffel."

Meteen vormt mijn gezin een kring rond me.

"En nu wil ik dat je iets tegen me zegt. Iets met betekenis. Je laatste woorden."

Drew begint: "Wel, als eerste wil ik iets zeggen wat ik al lang had willen bekennen. Weet je nog die dat er een feest was, in onze achtertuin, voor jouw verjaardag en er was taart en nog andere lekkernijtjes? Wel, er waren ook koekjes en jij wilde ze allemaal voor je hebben, maar ik wilde ze ook. We hebben daar toen een serieuze ruzie over gehad. Opeens waren de koekjes verdwenen. Eigenlijk had ik ze verstopt in de rozenstruik van oma. En na het feest heb ik ze allemaal alleen opgegeten."

Drew lacht schaapachtig naar me. Dit was een poging om me op te vrolijken, of me toch een beetje beter te laten voelen.

"Oh Drew!", roep ik uit en ik werp me in zijn armen en barst in snikken uit, "ik ga je zo missen!"

Ook Drew kan zich niet meer groothouden. Ik voel hem schudden van droefheid in mijn armen.

Zo neemt elk lid van mijn gezin afscheid van me. Elk halen ze een herinnering op. Ze proberen me ietsje beter te laten voelen. Ze geven me tips voor in de arena. Ze omhelzen me. De tranen blijven maar stromen van mijn wangen. Dan komt één van mijn bewakers binnen met de mededeling dat de tijd om is.

Ze geven me allemaal een zoen en lopen naar buiten. Alleen mijn moeder blijft staan. Ze haalt een medaillon van haar hals. Ik herken het. Het zit al generaties in mijn familie en word van moeder op dochter doorgegeven. Het is een prachtig medaillon. Het is van goud en is erg gedetailleerd met kleine figuurtjes versierd.

"Om je sterk te houden in de arena.", fluistert mijn moeder en ze hangt het medaillon om mijn nek, geeft een kus op mijn voorhoofd en loopt dan snikkend de kamer uit. De deur slaagt achter haar toe.

Ik ben weer alleen met mijn gedachten.

Ik open het medaillon, er zit een foto in van ons gezin. Ik blijf ernaar staren, tot ik mijn hoofd moet afwenden omdat ik hoor dat de deur nog eens opengaat.

Het geheim van de Hongerspelen: de drieënveertigste HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu