De Training

40 3 2
                                    

Ik leef in een waas. Ik bevind me in een dichte mist. Ik heb geen idee wat ik deze ochtend gegeten heb, ik proefde geen smaken, alles lijkt donker en de stemmen van mijn voorbereidingsteam lijken zo langs me heen te glijden.

Het enige wat ik kan denken is: 'dit is het einde.'

We stappen, na een pak van lichte, grijze stof te hebben aangetrokken, weer in de lift, die ons geluidloos naar beneden laat racen.

Wanneer de deuren voor ons opengaan, zien we de enorme trainingshal.

Diep vanbinnen weet ik dat ik nu zou moeten kijken naar wat voor secties er zijn, en keuzes zou moeten maken op welk gebieden ik mezelf de komende dagen ga trachten te trainen. Het enige waar mijn ogen echter naartoe gezogen worden, zijn de tributen.

Ze draaien zich één voor één om wanneer de lift met een 'pling' openschuift en kijken me recht in de ogen.

Ik voel mijn ontbijt omhoog komen als ik me realiseer dat ik in de ogen van kinderen kijk, en dat die ogen naar alle waarschijnlijkheid binnen een paar dagen levensloos in het ijle gaan staren. Het leven eruit weggerukt.

Ik tel 10 jongens- en 10 meisjesgezichten, we zijn dus niet de laatste die arriveren.

9 bruinharigen, 7 blonde koppen, 3 ros en 1 jongen met kaalgeschoren hoofd die me grijnzend aankijkt.

Ik kijk naast me om te zien wat Creyse denkt van onze medetributen, maar hij is verdwenen. Ik kijk om me heen en zie een glimp van zijn grijze pak achter de blok met camouflagetechnieken verdwijnen. Hij wil echt alles alleen doen! Wel, ik ga me niet laten doen en besluit bij het kluitje tributen te gaan staan, die in het midden van de hal staan te fluisteren.

Hun gesprek verstomt wanneer ik dichterbij kom. Fijn, denk ik knarsetandend.

"Zo zo, zeven wil er gezellig bij komen staan.", de kale jongen spreekt me op brutale toon aan.

Ik weet niet goed wat zeggen, dus mijn domme ik besluit om maar wat sukkelachtig voor me uit te staren.

"Hallo, is er iemand thuis?", de jongeman knipt met zijn vingers en terwijl ik mijn hoofd schud, geeft hij me plots een forse duw, waardoor ik struikel en pijnlijk neerkom op mijn rug.

Een golf gelach overspoelt me. Ik ben echter van plan het niet daarbij te laten.

Ik krabbel recht en probeer hem in zijn gezicht te slaan.

Wat hij natuurlijk van mijlenver had zien aankomen. Hij vangt mijn arm op in de lucht, zodat die even in het ijle zweeft, en pakt dan mijn pols in een stevige greep.

Vervolgens begint hij die langzaam om te draaien. Steeds verder. De blik op zijn gezicht doet me kokhalzen. Hij lijkt hiervan te genieten. Ik besluit geen krimp te geven.

Maar hij blijft draaien. Het doet zo'n pijn. Een stekende pijn vertrekkende vanuit mijn pols verspreid zich snel tot in mijn hele lichaam. Ik ben verkrampt van de pijn. Ik knijp mijn lippen opeen om het niet uit te gillen. Ik ga deze hoop sadisten niet laten zien dat de pijn mij echt wat doet. Maar als hij nog even verder draait breekt hij daadwerkelijk mijn pols.

"Hou dat maar voor in de arena, jongeman!", een kordate stem roept ons achter ons toe.

"Ik verkies dat u me aanspreekt met de naam Tullus", blaft de kale jongen, die blijkbaar Tullus heet, "wij in district 2 streven naar beleefdheid."

Eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat zo'n brutaal jong toch zo'n uitgebreide woordenschat zou hebben.
Mijn pols is nog steeds krampachtig in zijn vuist. Mijn vingers beginnen langzaamaan blauwpaars te kleuren.

De vrouw die we zonet hoorden komt vanachter een groot zwart palet vandaan en kijkt-gespeeld weliswaar-verontwaardigd: "Beleefdheid? Noem jij de houdgreep waarin je dat meisje hebt beleefd?"

Tullus lijkt niet op woorden te komen. Als een man van daden besluit hij dan maar mij met een harde ruk op de grond, een halve meter bij hem vandaan, te gooien.

Ik wil rechtstaan en doen alsof het me niks doet, maar ik krijg mezelf niet rechtop. Ik kan mijn vingers niet bewegen, en wacht dus even op de donkere, effen vloer tot er weer wat bloed is ingestroomd.

De vrouw die ons trainingshoofd blijkt te zijn, kijkt even de andere richting uit, en doet dan alsof het hele incident niet gebeurd is. Ze fluit op haar vingers, het teken dat we allemaal rond haar moeten gaan staan. Net op dat moment schuiven de deuren van de lift open.

O god, ik ken deze tribuut.

Het geheim van de Hongerspelen: de drieënveertigste HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu