Ik sliep in de tuin die nacht, om al eens te oefenen. Ik had het oude vouwtentje van mijn zus genomen, in de vorm van een roze prinsessentoren. Ik hoop dat niemand van mijn vrienden gezien heeft dat ik in een roze prinsessentoren geslapen heb. Dat is helemaal niet stoer. Ik trok de slaapzak van mijn papa uit de schuur en rolde hem open. Een klein stukje van de slaapzak liet ik buiten de tent hangen. Als er nu toch een vriend mij zag, kon hij tenminste zien dat ik in een heel stoere slaapzak sliep. Vroeger was mijn papa heel stoer, nu niet meer. Nu loopt hij weg van huis als mijn mama boos is. Binnenkort loop ik ook weg van huis, maar dat is om mama en papa te helpen.
JE LEEST
To Rome with a Bike
General FictionEen vijfjarige jongetje verdraagt de scheiding van zijn ouders niet. Vastbesloten om ze weer samen te brengen trekt hij naar Rome. Daar woont de godin van de Liefde, Aphrodite... Een verhaal over liefde voor je ouders, over hoop, over alle mensen op...