Buiten maakte ik mijn fiets los met de code van mijn slot. Dat zijn cijfers die ik al uit mijn hoofd ken. Vijf – Vijf – Twee – Drie, vijfduizendvijfhonderddrieëntwintig, ik kreeg ooit een snoepje van papa omdat ik al zo'n groot getal kende. Dat is al lang geleden. Ik trok mijn fiets uit de stalling en duwde daarbij de fiets van mijn zus omver. Ik liet hem liggen, het was een heel lelijke paarse fiets met zijwieltjes, mijn zus is echt een heel klein kindje. Ik niet, ik ben al groot, ik ben al vijf.
JE LEEST
To Rome with a Bike
General FictionEen vijfjarige jongetje verdraagt de scheiding van zijn ouders niet. Vastbesloten om ze weer samen te brengen trekt hij naar Rome. Daar woont de godin van de Liefde, Aphrodite... Een verhaal over liefde voor je ouders, over hoop, over alle mensen op...