Hoofdstuk 11

17 10 3
                                    

Als hij naar zijn kamer loopt bedenkt hij zich. Hij loopt terug om naar kamer te lopen. Hij klopt op haar deur maar krijgt geen antwoord. "Felicia! Doe open." roept hij. Hij twijfelt niet langer en opent de deur, maar kan haar nergens vinden. "Felicia?" hij kijkt de kamer rond.

"Waar is dat kind?" zegt hij tegen zichzelf. "Mijn plan mag niet mislukken ik heb haar nodig."
Hij loopt naar de geheime deur en opent hem, maar nee daar is zij ook niet. Hij loopt terug naar de grote hal om met haar ouders te praten.
"Felicia is niet op haar kamer en ik weet niet waar ze wel is." Hij liet de chaos los. Zijn plan was veranderd.

"Laat de wachters het dorp doorzoeken!" roept de koning. "Ze moet terecht komen!"
Hij loopt naar de stallen waar zijn paard staat. Ook al kan hij gewoon gaan vliegen kiest hij er toch voor om niet zoveel chaos te creëren.
Hij rijdt in volle vaart door zijn toekomstige dorp op zoek naar haar. Maar ze is nergens te vinden.

Hij bedenkt zich. Als ze nergens meer is en de machthebbers dood zouden gaan zou hij alsnog de macht krijgen. En al vinden ze haar dan zal ze lijden onder zijn macht. Hij zal de machtigste worden van het rijk. Iedereen zal hem gehoorzamen.

"Ik wil dat iedereen hier gaat zoeken. Zoek door het hele land. Aiden, jij verdeelt de troepen. Als ze hier niet meer is, moeten de elfen hun gaven gebruiken om poorten op te zoeken waar ze misschien doorheen zijn gegaan."
Hij draait zich weer om en steekt zijn hand omhoog. Het teken om de zoektocht van start te gaan.
Hij loopt naar zijn kamer terwijl hij zijn plan verder bedenkt.


The last chanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu