Hoofdstuk 18

9 5 0
                                    

Langzaam word ik wakker. Ik zie dat Sam naast me nog slaapt dus sta ik voorzichtig op. Ik loop naar de douche en stap er onder.

Gisteravond was een geweldige dag. Nadat we hebben gezoend hebben over wat we van elkaar vinden. De dag ging daardoor snel voorbij en omdat ik moe was heeft Sam me naar bed getild.
Als ik onder de douche vandaan kom was ik mijn kleren en trek ik mijn andere aan. Ik loop weer naar de woonkamer en kijk uit het raam, het regent nog steeds.

"Goedemorgen, prinses." Ik draai me om en zie Sam achter me staan.

"Goedemorgen."
"Het regent nog steeds pijpenstelen, we zitten hier nog wel even." zegt hij grijnzend.
"Ja en de verwarming hier doet het ook niet echt."
Sam keek verbaasd. "Uhm ja, klopt." Ik loop naar de keuken om te kijken wat er allemaal is. Naast de kraan ligt er een oud pak meel in een lade. "Ik vraag me af wie hier gewoond hebben."
"Beter gezegd wat heeft hier gewoond. Er wonen alleen weerwolven en vampieren hier, althans dat zeggen de geruchten." Sam werpt een blik op de spullen.

"Het ziet er niet uit of hier een weerwolf of vampier heeft gewoond."

"Dan wonen er ook anderen in dit bos. Het moeten wel menselijke wezens zijn want poten kunnen geen spullen pakken. Vampieren zijn dan toch een mogelijkheid."

"Ja klopt." ik loop weer naar Sam toe.
"Maar die eten geen meel." Hij wijst naar het pak meel.
"Wat als de vorige bewoner terugkomt?"
"Dan houden we die onder schot totdat hij bewijst dat hij niet gevaarlijk is."

Ik sla mijn armen om Sam heen en leg mijn hoofd op zijn schouder.

"We zijn veilig. Dat beloof ik." fluistert hij.
"De regen is gestopt."zeg ik terwijl ik naar buiten kijk.
Sam pakt zijn spullen. "Dan gaan we." Ik pak ook mijn spullen en volg Sam naar buiten.
Sam pakt zijn kaart en kijkt ernaar.
Ik kijk naar de zon. "We hebben 9 uur tot de zon onder gaat."
"Het duurt 6 uur voordat we bij de grens zijn."

"Laten we gaan dan." We liepen door het bos. Het bos was in de vroege ochtend mooi. De bladeren waren al dieprood en sommige bomen waren zelfs al kaal. Het begon al aardig koud te worden beseften ze allebei. Sam had een versleten broek aan met veel gaten en een oude jas die niet voor de winter bestemd had. Ik droeg een een broek met een t-shirt erop. We bleven zo een tijdje lopen.
Na een uur hadden ze gehuil gehoord en renden toen een stukje. We wilden niet in een roedel terechtkomen want dan kon je het niet overleven. Een roedel kon bestaan uit 20 weerwolven en dat kan niemand aan zei Sam tegen me.
In de middag stopten we bij een grot om daar een vuurtje te maken zodat we konden eten. Toen pakte Sam zijn kaart en bekeek het. Hij keek moeilijk. Ik zei niets want hij was in diepe concentratie. Daarna pakten we alles weer in en gingen verder lopen.

Om 3 uur kwamen bij de rand aan. Althans dat zei Sam. Alleen de rand was erg vreemd omdat het een soort luchtbel leek te zijn, alsof het een poort was. We liepen erin en toen zagen we iets wat we nog nooit hadden gezien. Vanaf de bosrand dat eindigde op een afgrond zagen we een dorp dat veel groter was. De kastelen waren vierkant en zoveel langer dan onze kastelen. Alles was grijs en wit en er waren zoveel details. En er waren een heleboel lichten te zien en tussen de huizen en kastelen zagen we bewegende vierkante dingen en vele mensen lopen. Het was een nieuwe wereld.
"Ongelooflijk." riep Sam.
"Waar zijn we?" vraag ik.

"Dit is de wereld waar mensen van ons heen zijn gegaan en nooit terugkwamen." fluisterde Sam terwijl hij nog verbaasd keek.
Ik zou wel eens willen weten waarom ze niet terugkwamen, het ziet er erg normaal uit naast de rare vierkanten.
"Ik ga naar beneden." riep Sam en hij sprong in de afgrond en rolde omlaag.
"Wacht op mij!" ik sprong hem voorzichtig achterna maar landde niet zo goed.
"Moet je die jongens zien verderop. Ze dragen zwart en kunnen ook vuurspuwen. Zie je die rook die uit hun mond komen. Dat moeten wel dragneels zijn." Sam rende naar de jongens toe. "Hey guys, ik ben ook een dragneel. Waar zitten we?" riep hij. De jongens lachte.
"Je bent in New York junkie. Wat heb jij genomen?" En ze lachen weer. Sam keek vragend naar de jongens. "Doe effe niet zo flauw." riep hij. Toen stapte er eentje naar voren. "Ga terug naar school met je fantasie.Draken bestaan niet." En hij duwde Sam.
"Sam! kom terug!" roep ik. Als hij zo doorgaat ontstaat er al direct ruzie.
Meteen rent hij terug. "Die gasten zeggen dat draken niet bestaan!" gilt hij paniekerig.
"Misschien weten ze niet van ons af. Dat je vanaf hier niet terug door de poort kan en dat daardoor nooit iemand is teruggekomen."

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 08, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

The last chanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu