Er is één schilderij in het packhuis. Het hangt bij de overloop van mijn vaders bureau naar de werkplaats van de beta. Op het schilderij staat een witte wolf afgebeeld die vanaf een bergtop naar zijn roedel huilt, een alfa. Eens in de maand bekijk ik het grondig. Het helpt me de code van onze roedel te onthouden: bescherm je pack, laat geen angst zien, respecteer de ouderen, leer de jongeren, overleef elke dag, jaag op de vijand, onderzoek het onbekende en demonstreer geen zwakte. Mijn vader had ooit deze code gemaakt om het leven als een wolf makkelijker te maken. Veel roedels hebben het overgenomen, maar nog lang niet allemaal. Ergens diep in de bossen zijn er roedels geïnstalleerd die alles op een hardhandige manier doen. Als een omega ook maar iets verkeerds doet wordt diegene direct gestraft. Zo heb je bijvoorbeeld The Gray Rangers roedel. Hun alfa doet er alles aan om zoveel mogelijk macht te krijgen. Door zijn dominantie durft niemand hem aan te spreken voor zijn manier van werken. Voor hem bestaan er geen regels.
Ik kijk mijn broer aan. Zijn bruine haren zitten warrige op zijn hoofd en twee oceaanblauwe ogen kijken glazig naar het schilderij. Zijn ogen zijn omringt door dikke wallen. Het lijkt net alsof hij elk moment uit elkaar kan vallen. 'Scott, wat is er aan de hand?' Hij richt zijn blik op mij en probeert zich sterk te houden, ook al weet ik dat dat hem niet meer lukt. Een traan glijdt uit zijn ooghoek en vind zijn weg naar buiten. Met mijn duim veeg ik hem zachtjes weg en grijp hem dan ik een omhelzing. Ik wil hem niet zien met verdriet. 'Vertel het me alsjeblieft, grote broer.' 'Er gaat iets ergs gebeuren met de roedel...-,' probeert hij te vertellen, maar stopt in het midden van zijn zin. Hij schudt zijn hoofd en kijkt me dan recht in de ogen aan. 'Wat er ook gaat gebeuren, blijf sterk. Het kan het verschil maken tussen leven en dood', verteld hij. Ik doe mijn mond open om wat te zeggen, maar ik wordt al gauw onderbroken door luid geschreeuw in de gangen. Uit beide uiteindes van de gang komen wachters en jagers tevoorschijn en rennen naar Scott en mij toe. 'Clarke!' Ik werp een vlugge blik op mijn broer. Hopeloos kijk hij me aan. 'Het spijt me.' Nu was het mijn beurt om een traan te laten zien. Wat spijt hem? Wat heeft hij gedaan om zich zo schuldig te voelen!? Ik wordt bij mijn armen gegrepen. Scott wordt bij me weggetrokken en aan de andere kant van de gang weg gesmeten door meerdere mannen. Je kunt hem van verre nog horen piepen van de pijn. 'Scott!' Ik probeer mezelf los te trekken uit de twee handen die mijn armen stevig vast hebben. 'Scott!,' probeer ik weer, maar ik wordt met veel geweld tegen de grond aangedrukt waardoor ik zelf ook een luide piep laat.
Een man komt achter de wachters vandaan gestapt en kijkt me aan. 'Seth, alsjeblieft. Alsjeblieft! Waarom doe je dit?' Zonder enige emotie bekijkt mijn zestienjarige broer en de volgende alfa van de roedel m'n gezicht. Hij zegt geen woord tegen me.
'Waarom doe je dit?' Langzaam beweegt hij zich naar mijn oor toe. Zijn hartslag slaat een paar keer over. 'Ik had geen andere keuze', verluisterd hij. Verstijfd blijf ik op mijn plek liggen. 'Niemand had het ooit verwacht, maar de code is veranderd.' Het voelt alsof een klein stukje van mijn hart breekt. Ik leefde voor de code. Het was als het ware een deel van me geworden.
'Seth. Ga bij haar weg.' Het is een bekende stem die Seth dwingt om bij me weg te gaan. Mijn vader. Een luide grom kwam uit Seths keel en hij richtte zich volledig op mijn vader. Mijn vader doet het zelfde. De dominantie van een alfa straalt van hem af. Zijn eerst grijze ogen krijgen een felrode gloed en zijn nagels groeien. Seth kijkt naar de grond, het teken van respect. 'Vader,' verluisterd zijn stem angstig. Mijn vader loopt met grote passen langs hem heen, recht op mij af. Een rilling bekruipt me als ik recht in zijn felrode ogen kijk. 'Vader,' piep ik als hij me woedend aankijkt. Zijn klauwen haalt hij tevoorschijn. 'Ik had het kunnen weten.' Zijn stem klinkt kwaad, maar als je goed luistert ook angstig en gebroken. 'Ik had het kunnen weten dat jij het was...-.' Hij haalt één keer uit naar mijn gezicht. Ik voel hoe mijn huid gedeeltelijk kapot scheurt. Een pijnlijke schreeuw galmt door de gangen. Ik zie hoe mijn bloed op het grijze tapijt druppelt. 'Ik had kunnen weten dat je een mislukkeling was.' En met die woorden breekt de rest van mijn hart. Mijn vader haalt nog een keer naar me uit. Zwarte vlekken zijn overal te bekennen. Het voelt alsof al mijn energie uit me wordt gezogen bij elke klap. 'Stop,' probeer ik zachtjes. Maar het helpt niet. Nog een keer. Ik hap naar adem. 'Alsjeblieft, stop.' Mijn vaders klauwen boren zich in mijn schouderblad. Een ijzerige smaak komt in mijn mond. Mijn lichaam geeft het op... Ik geef het op. Ik sluit mijn ogen. Mijn laatste adem verlaat mijn longen en m'n handen stoppen met trillen van angst. Ik wordt meegesleept door de duisternis... en het enige wat ik nog voel is hoe pijn het doet dat mijn vader me een mislukkeling noemde.
JE LEEST
Into the dark
WerewolfAls de vijftienjarige Clarke Johns door haar eigen vader uit de roedel wordt verstoten staat haar een grote vraag te wachten: 'Hoe overleeft ze als een rogue in de bossen van duizenden roedels?' Het antwoord daarop was al snel duidelijk. Je overleef...