1.

382 10 2
                                    

Het is oudjaars avond. En waar zit ik? Jankend op de wc-pot in t donker. Het is nog een half uur voor het nieuwe jaar begint. En vanmiddag had ik met me vader nog wel heel mooi vuurwerk uitgezocht! En nu is hij dood. Zijn lijk, ligt in de woonkamer, naast die van me moeder en die van me broer. De moordenaars lopen nog in het huis rond. 'O klein mädchen!' galmt het door het huis. Een rilling gaat door me heen. Het is net de tweede wereldoorlog, die gast is de mof en ik ben dan de jood die word vervolgt, maar zich verschuilt. Alleen de tweede wereldoorlog is al meer dan 65 jaar gelden afgelopen. Ik ga op de wc-pot staan en kijk uit het raampje. Ik kijk rond of ik nog meer mensen zie op het erf. 'O mädchen!' de stem komt steeds dichterbij. Nu of nooit! Ik doe het raampje open en prop mezelf erdoor. Ik hoor de man tegen de deur bonken. 'Doe open Mädchen!' ik val op de grond. Ik vloek in mezelf. Ik moet zo stil mogelijk blijven! Ik sluip naar de stal van Jamaica, mijn paard. een Arabische volbloed merrie. Ik haal haar uit de stal en spring op haar rug zonder zadel. De man heeft het gehoord en is naar buitengekomen. Ik spring met Jamaica over het hek heen. 'KOM HIER!' 'NEIN!' ik galoppeer met Jamaica weg. waarheen weet ik niet, maar weg van hier. Ik heb hier niks meer te zoeken. Hier wacht de dood. En ik wil niet dood! Ik ben bang om te sterven. Bang voor de pijn. bang dat er niks zal zijn! dat ik oplos in het niets.

DubbelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu