13 Ongerust

137 12 2
                                    


Mila struint moedeloos tussen de bomen door. Ze kijkt versuft om haar heen. Ze heeft geen idee of ze wel in een rechte lijn loopt, alles voor haar ogen lijkt te draaien. Ze weet ook niet hoelang ze al in het bos ronddwaalt, maar ze vindt het te lang duren. Ze kan niet meer. Mila probeert te herinneren waar ze eigenlijk naar opzoek was, maar ze schudt haar hoofd als hij begint te bonken. Dat maakt de hoofdpijn echter alleen maar erger.
Mila laat zich tegen een boom aan op de grond zakken. Ze had verder willen lopen, naar Sam, maar haar benen hadden al besloten voordat ze er erg in had. Waarom overkomt mij dit nou weer, vraagt ze zich af. Het zit ook nooit eens mee.

Mila hoest. Haar keel is net een woestijn, en ze snakt naar water. Ook verlangt ze naar een koele plek met misschien een lekkere boterham. Maar om haar heen is er niets dan bomen te zien. Mila sluit haar ogen, ze wil geen boom meer zien. Maar de groene vlekken blijven voor haar ogen spelen, dus ze opent haar ogen weer. Ze staart naar de grond, naar de dode bladeren die gevallen zijn. Ze verroeren zich niet, want er is geen briesje om op te dansen.
Mila blijft naar de bladeren staren, en voelt haar oogleden zwaar worden. Ze weigert in slaap te vallen, want als ze wakker wordt in het donker weet ze niet meer waar ze heen moet. Ze negeert het stemmetje in haar hoofd dat haar vertelt dat ze de weg allang is kwijtgeraakt.

"Ik moet wakker blijven," mompelt ze tegen zichzelf, maar haar ogen vallen al dicht.

*

"Mila?"
Mila opent slaperig haar ogen. Mila?
"Mila? Waar zit je?"
Mila, dat ben ik, schiet door Mila's hoofd. Wie zoekt me? Is dat Robins stem? Mila gaat kreunend van de spierpijn rechtop zitten. Ze ligt niet op het vertrouwde strand, maar in een bos. Al snel stromen de gebeurtenissen van vanochtend weer binnen. Beelden van gele ogen, het beekje en draaiende bomen flitsen voorbij.

"Mila?" roept de stem van Robin nog eens.
Mila probeert op te staan, maar ze heeft er de kracht niet voor. Ze gromt geïrriteerd, waarom werkt haar lichaam niet gewoon even mee. Ze moet naar Robin toe, nu meteen. Met alle kracht die ze nog in zich heeft werkt Mila zich overeind. Ze hijgt en is duizelig, maar dat kan haar nu niet schelen. Ze moet naar Robin toe. Ze zet een paar stappen maar valt al snel weer op de grond.
"Au! Verdomme!" vloekt ze zacht. Dat was gelukkig hard genoeg voor Robin om haar op te merken tussen de struiken. Hij rent naar haar toe en knielt naast haar neer.

"Waarom bleef je zolang weg? Wat is er gebeurd? Ben je gewond? Ik was... we waren zo ongerust..."
Mila luistert niet naar hem. Ze wil het dolgraag, maar alle woorden vloeien in elkaar over. Robin merkt dat Mila niet reageert en trekt haar in een knuffel. Ze voelt de tranen achter haar ogen prikken, maar ze is niet in staat ze tegen te houden. Even later stromen de tranen over haar wangen en vertroebelen ze haar zicht. Robins shirt wordt helemaal nat, maar Robin lijkt het niet erg te vinden.

Na een tijdje is Mila uitgehuild. Ze heeft het gevoel dat ze nog langer had willen huilen, maar haar tranen zijn op. Ze haalt haar neus op en veegt de laatste tranen van haar wangen.
"Je shirt is helemaal nat. Sorry," zegt ze zachtjes.
Robin glimlacht.
"Geeft niet. Dat droogt wel weer," zegt hij. "Wat is er gebeurd?" vraagt hij dan fronsend. Hij staart Mila afwachtend aan, maar ze weet niet wat ze moet antwoorden. Zijn prachtige groene ogen leiden haar af. Uiteindelijk kijkt ze weg en mompelt ze zachtjes wat er is gebeurd.

"Je hebt een krokodil gezien?" vraagt Robin geschokt. Mila knikt.
"Krokodil, alligator, kaaiman, wat het ook was..." voegt ze er onzeker aan toe.
Robin wordt helemaal bleek en drukt Mila tegen zich aan.
"Je leeft nog", murmelt hij dankbaar. Mila voelt dat ze helemaal warm wordt van zijn woorden, en ze probeert het te verbergen. Robin trekt haar weer in een knuffel, en ze voelt dat hij helemaal trilt van schrik. Mila is al gekalmeerd, maar ze laat Robin nog niet los. Ze geniet van zijn aanraking, het voelt zo vertrouwd. Kon het altijd maar zo zijn, denkt ze.

Meteen maakt ze zich van Robin los. Dacht ze dat nu serieus? Nee toch, ik ben nog een beetje in de war, vertelt Mila haarzelf.
Robin krabt blozend achter zijn oor. Hij staat op en steekt zijn hand naar haar uit.
"Thomas en Sam vragen zich vast af of ik ook verdwaald ben nu," zegt hij glimlachend. Mila lacht terug en pakt dankbaar zijn hand vast. Zwijgend volgt ze Robin naar het strand, benieuwd naar wat ze daar aan zal treffen.

*

Als Mila op het strand aankomt, springt Sam meteen bovenop haar. Mila zet geschrokken een paar stappen naar achteren en weet nog net haar evenwicht te bewaren. Sam slaat haar armen om haar nek en knijpt hij bijna helemaal fijn.
"Oh Mila!" roept ze dolblij uit. "Ik was super ongerust! Wat nou als een tijger je had opgegeten! Ik was zo bang dat er iets erg was gebeurd!" ratelt ze. Mila schiet in de lach en probeert Sams sterke armen van haar nek af te krijgen. Sam snapt de hint en laat snel los.
"Ik laat me echt niet zomaar opeten door een tijger hoor," zegt Mila geruststellend. Sam lacht overdreven, terwijl ze nerveus met haar handen wappert.
"Dat weet ik ook wel, maar stel dat? Ik zou niet weten wat ik moest doen!" ratelt ze door.

Thomas loopt intussen naar Robin toe. Zijn gezicht staat op onweer, maar aan de twinkeling in zijn ogen ziet Mila dat hij het niet meent. Vlak voor Robins neus staat hij stil, en werpt hij een blik op Mila.
"Met jou reken ik later wel af..." zegt hij onheilspellend. Hij wendt zich weer tot Robin. "Jij hebt geen idee wat je gedaan hebt, hm?" vraagt hij dreigend. Robin weet dat zijn vriend hem voor de gek houdt en houdt onschuldig zijn handen in de lucht.
"Nope, ik heb geen idee."
"Je liet me achter met Sam," gaat Thomas verder, "een ongeruste, gefrustreerde, onrustige Sam," zegt hij. "Je had op zijn minst een handleiding voor me achter kunnen laten!" roept hij dan.

Robin lacht. "Een handleiding?" vraagt hij.
"Ja," zegt Thomas terwijl hij zijn armen over elkaar slaat, "zo'n boekje waarin staat hoe iets werkt, en wat je wel en vooral niet moet doen!" gaat hij verder. Sam mengt zich in het gesprek.
"Zo erg ben ik nu ook weer niet, toch?" vraagt ze. Mila kan het niet laten om te knikken. Sams mond valt verontwaardigd open, waardoor iedereen in de lach schiet.

*

Even later zitten ze met zijn vieren weer op de boomstam, starend naar de zonsondergang. Mila is blij dat Robin haar is komen zoeken, anders had ze deze zonsondergang waarschijnlijk niet gezien.
"Iemand zin in Fruittella?" vraagt Thomas plotseling.
"Waar haal je dat pakje nou weer vandaan?" vraagt Sam verbaasd.
"Ergens. Eet op," antwoordt Thomas, en hij propt een snoepje in Sams mond. "Jullie ook wat?" vraagt hij aan Robin en Mila.
"Ja graag," zegt Mila glimlachend. Ze stopt het snoepje snel in haar mond, maar er blijft iets aan haar knagen. Ze stoot Sam naast haar aan.

"Het pakje is al voor de helft leeg," zegt Mila. Sam schudt meteen haar hoofd.
"Nee, hij is halfvol," verbetert ze. "Maar je hebt wel gelijk, we kunnen niet leven op Fruittella's. We hebben iets..." ze zoekt even naar het juiste woord, "voedzaams nodig."
Mila knikt. "Maar hoe komen we daaraan? Er zijn hier geen fruitbomen, we zijn ook geen bessenstruiken ofzo tegengekomen. Wat is er nog meer eetbaar?" denkt ze hardop.

"Er zijn geen fruitbomen en bessenstruiken. Niet aan deze kant van het bos," antwoordt Robin.
"Dus wel aan de andere kant?" vraagt Mila hoopvol. Robin haalt zijn schouders op en steelt nog snel een snoepje van Thomas voordat hij het pakje weg kan leggen.
"Geen idee, daar zijn we nog niet geweest," antwoordt hij uiteindelijk.
"Kunnen we niet gaan jagen dan? Zoals in films, weet je wel?" vraagt Thomas, terwijl hij het snoepje probeert terug te pakken van Robin. Robin stopt hem grijnzend in zijn mond.
"Wil je hem nog?" zegt hij plagend.
"Laat maar zitten," mompelt Thomas, en Robin lacht.

"Jagen?" Sams ogen worden groot. "Maar dan hebben we wapens nodig. En die hebben we niet. En we kunnen helemaal niet jagen", begint ze op te sommen.
"Dan gaan we toch niet jagen," zegt Mila schouderophalend.
"Een van ons kan wel jagen," zegt Thomas. Mila kijkt hem nieuwsgierig aan.
"Wie?" vraagt Sam verrast.
"Tenminste, dat denk ik dan," mompelt hij aarzelend.
"Wie?" herhaalt Sam, nu harder.

"Robin, jij kan toch boogschieten?" vraagt Thomas onzeker.

Klik op het sterretje als je het een leuk hoofdstuk vond!

Als je nog tips hebt: laat het me weten in de reacties!



Het eilandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu