36 Florida

102 12 6
                                    

Mila wordt wakker in het donker. Ze kijkt verward om haar heen, maar in de duisternis is niets te zien. Als ze zich omdraait, ziet ze een streep licht. Mila kruipt naar de kier toe en steekt haar hoofd uit de tent. Ze knijpt haar ogen dicht tegen de felle zon, die inmiddels al ruim boven de boomtoppen uitsteekt. Als ze haar open weer open kan doen staat ze op en kijkt ze naar het strand voor haar.
Iedereen is alweer aan het opruimen. Mensen lopen heen en weer met camera's, lampen en andere apparatuur in hun handen. Alles wordt in grote koffers gestopt, en de koffers worden vervolgens in de boot geladen. Ze merkt Robin op tussen alle volwassenen, hij breekt een al leeggehaalde tent af.
Mila stapt uit de schaduw van de tent en loopt naar hem toe. Als ze de tent heeft bereikt, trekt ze een van de tentstokken eruit, zodat de tent in elkaar zakt. Nu kan Robin, die aan de andere kant stond, haar zien. Hij kijkt verrast op als de tent plots in elkaar zakt en glimlacht als hij Mila in het oog krijgt.

"Lekker geslapen?" vraagt hij. Mila knikt als antwoord.
"Was je al vroeg wakker?" vraagt ze dan. Robin schudt langzaam zijn hoofd.
"Nee, de zon was al op," zegt hij bedachtzaam. "Zin om naar huis te gaan?" vraagt hij dan grijnzend. Aan de glinstering in zijn ogen ziet Mila dat Robin zeker zin heeft om te vertrekken.
"En of!" antwoordt Mila, met twinkelende ogen van plezier. Robin glimlacht tevreden naar haar. Ze breken de tent verder zwijgend af.

*

Mila ploft vermoeid neer op een van de bankjes van de picknicktafel. Dat is, afgezien van een aantal klapstoelen, het enige dat ze op het strand hebben laten staan.
Bram komt aanlopen met een groot dienblad gevuld met broodjes in zijn handen. Mila springt meteen overeind.
"Chocoladebroodjes!" roept ze verheugd uit als ze de zoete broodjes herkent. Ze grist er twee van het dienblad en gaat weer zitten. Bram grinnikt.
"Ze zijn lekker, hé?" vraagt hij. Mila knikt, terwijl ze al haar tweede broodje in haar mond propt.
"Het is eens wat anders dan een Fruittella," merkt Thomas op, terwijl hij ook een broodje van het dienblad af pakt. Brams wenkbrauwen schieten verbaasd omhoog.
"Is dat het enige wat jullie hebben gegeten al die tijd?" vraagt hij geschrokken. Robin schudt snel zijn hoofd.
"Nee joh. We hebben die pijlen en bogen gemaakt, weet je nog?" helpt hij Bram herinneren. Bram houdt zijn hoofd schuin.
"Hebben jullie ook iets geraakt dan?" vraagt hij verrast. Sam knikt hevig.
"Ja natuurlijk hebben we dat," zegt ze. "Anders hadden we waarschijnlijk niet meer gelee-" Sam valt stil wanneer ze Mila in haar ooghoek opmerkt. Nu kijkt de rest ook naar Mila, die net nog twee broodjes van het, nu bijna lege, dienblad grist.

"Houdt je ook nog wat voor ons over?" vraagt Miguel een beetje beteuterd, die aan de andere kant van de picknicktafel is gaan zitten. Mila schudt grijnzend haar hoofd.
"Waarom zou ik?" zegt ze, met haar mond nog vol chocoladebroodjes. "Chocoladebrood is mijn grootste liefde."
Robin legt zijn hand geschokt op zijn hart. "En ik dan?" vraagt hij. Mila onderdrukt een grinnik en legt haar vinger op haar kin, alsof ze diep nadenkt.
"Jij zal vast wel ergens halverwege mijn lijstje staan, denk ik," zegt ze uiteindelijk. Robins mond valt verontwaardigd open, en hij port Mila plagend in haar zij. Mila lacht. "Grapje. Jij staat bovenaan, hoor," zegt ze, en ze kust hem op zijn wang. Bram grinnikt.

"Maak je geen zorgen hoor, Thomas," stelt Sam hem gerust. "Jij staat boven de gevulde koeken."
Thomas legt zijn hand op zijn hart en zucht overdreven opgelucht. "Is me dat is even een opluchting," verzucht hij.
"Maar je staat wel onder de karameltoffees," zegt Sam dan grijnzend. 

Het duurt niet lang voordat alle broodjes op zijn, waar Mila grotendeels de oorzaak van is. Bram en Miguel helpen Caitlin en Julio met het opruimen van de stoelen en de picknicktafel, terwijl Mila zenuwachtig naar de boot toeloopt. Sam, Thomas en Robin lopen achter haar aan.
"Als je nog iets hebt op te biechten, zeg het nu," zegt Thomas. "We kunnen je nu nog hier achterlaten."
"Ik heb geheimen zat, maar die ga ik je niet vertellen, Thomas," zegt Sam. "Kom op, we gaan naar huis!" roept ze dan blij uit. "Allemaal," zegt ze nog nadrukkelijk tegen Thomas. Hij lacht en stapt aan boord. Hij wordt gevolgd door Sam. Met de hulp van Robin stapt Mila aan boord, en loopt ze naar binnen. Het is erg krap, maar dat maakt haar niet uit. Ze is toch veel liever buiten.

Dus klimt ze door het luik naar buiten, zodat ze voorop het dek kan staan, net zoals ze dat op de vorige boot deed. Het duurt niet lang voordat ze Sams aanwezigheid voelt. Mila sluit haar ogen en snuift de zoute zeelucht in. Ze geniet in stilte van de zon die haar huid verwarmt en de wind die haar haren vastpakt en ermee speelt. Sam doet hetzelfde.
Mila draait zich om als ze gestommel achter haar hoort. Miguel, Julio, Bram en Caitlin komen ook het dek op.
"Eindelijk, frisse lucht!" mompelt Caitlin, terwijl ze met haar hand voor haar gezicht wappert. Mila glimlacht, maar ze trekt verrast haar wenkbrauwen op als ze de gitaar in Miguels handen opmerkt. Bram gaat naast haar zitten en beantwoordt haar onuitgesproken vraag.

"Miguel zorgt voor het vermaak hier," zegt hij met een knipoog. Mila kijkt toe hoe Miguel vlug zijn gitaar stemt en dan begint te spelen. Ze wiegt meteen al mee met de vrolijke melodie die hij speelt.
"¿Conoces ya a Juanita? ¡Sus ojos son bicolores!" begint Miguel te zingen. Mila spreekt geen Spaans en verstaat geen woord, maar lacht vrolijk en neuriet mee als alle anderen mee beginnen te zingen.
Mila's blik valt op de zee. Ze wil zich weer terug omdraaien naar Miguel, maar haar blik blijft hangen bij een groene vlek. Mila krabbelt overeind en staart naar de horizon. Sam is ook al overeind gekomen en komt naast haar staan. Sams ogen worden groot van opwinding.

"Land! Daar is land!" roept ze blij uit.
"En het is geen eiland!" voegt Mila er lachend aan toe. Sam lacht. Bram komt achter hen staan.
"Precies," zegt hij. "Meiden; welkom in Florida."

 *

Mila drinkt haar beker Ice Tea leeg. Sam zit tegenover haar, en bijt verveeld op het rietje dat ze bij haar drinken gekregen heeft. Mila staart uit het raam naar buiten. Het cafeetje waar ze in zitten is bijna helemaal leeg. Caitlin heeft om de nummers van hun ouders gevraagd, en heeft ze allemaal gebeld om hierheen te komen. Nu zitten ze te wachten tot ze arriveren.
"Je hand trilt helemaal," merkt Robin op. Mila kijkt verrast naar haar handen, en ziet inderdaad dat ze trillen. Snel verstopt ze haar handen onder de tafel. "Ik kan het bijna niet geloven," mompelt Robin dan. "We zijn gewoon bijna thuis!"

Mila kijkt hem aan. Zijn ogen twinkelen vrolijk, maar dat stopt als hij de somberheid in Mila's ogen ziet. "Ben je niet blij dat we van dat eiland weg zijn?" vraagt hij zacht. Mila haalt haar schouders op.
"Ik weet het niet. Natuurlijk ben ik blij dat we terug zijn, maar..." Mila zucht en maakt haar zin niet af.
"Maar wat?" vraagt Robin nieuwsgierig.
"Op het eiland waren we nog bij elkaar," zegt Mila. "Nu gaat ieder zijn eigen weg."

Robin denkt eerst een tijdje zwijgend na over haar woorden, maar daarna beginnen zijn ogen ondeugend te twinkelen. "Hé, ik heb nu het nummer van je moeder. Denk maar niet dat je van me af bent," zegt hij plagend.
Mila grinnikt. "Ik zou niet durven."
Robin wil zijn armen om haar heen slaan, maar Mila staat op. Er komen drie auto's aanrijden. Mila herkent de grijze Opel van haar ouders meteen. Mila rent naar buiten als haar ouders uitstappen. 

"Mam! Pap!" schreeuwt ze, terwijl ze de stoeltjes op het terras ontwijkt. Zodra haar moeder haar in het zicht krijgt spreidt ze haar armen en rent ze op haar dochter af. Mila's vader sprint erachteraan.
"Mila! Eindelijk!" roept haar moeder. Mila vliegt haar om de hals.
"Ik heb je zo gemist," zegt Mila zacht, terwijl er langzaam een traan over haar wang rolt.
"Ik jou ook. Zoveel," zegt haar moeder, en ze trekt haar nog iets dichter tegen haar aan. Mila laat haar moeder los en slaat dan haar armen om haar vader heen.

"Je bent terug!" zegt hij met grote ogen, alsof hij nog steeds niet helemaal kan geloven dat zijn lang verloren dochter weer voor hem staat. Mila knikt.
"En ik ga nooit meer weg," belooft ze. Haar vader grinnikt.
"Dat is je geraden ook!" zegt hij. Mila en haar moeder lachen, maar de brede lach op het gezicht van Mila's moeder vervaagt al snel.

"We dachten dat je, dat je..." Mila's moeder is niet in staat om haar zin af te maken. Mila schudt haar hoofd en geeft haar moeder nog een knuffel.
"Ik leef nog, mam," zegt ze geruststellend. "En nog erg lang, hoop ik," voegt ze er grijnzend aan toe. Haar vader geeft haar grijnzend een aai over haar hoofd. 

"We zijn blij dat je terug bent, Mila," zegt hij.
"Ik ook."









Het eilandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu