6 Chaos

184 13 0
                                    


Mila knijpt haar ogen samen in een poging om de slurf scherper te zien, terwijl ze vurig hoopt dat ze het fout had. Maar hoe langer ze naar de donkere wolken staart, hoe zekerder ze ervan is dat het een echte orkaan is.
Plotseling hoort ze een harde piep die haar verschrikt op laat kijken. Terwijl de piep nog nadreunt in Mila's oren, begint er een vrouwelijke stem door een luidspreker te spreken.
"Iedereen, ga naar uw kamers alstublieft. Ik herhaal. Iedereen, ga naar uw kamers alstublieft."
De vrouw herhaalt haar woorden nog in twee andere talen en zet dan de luidspreker weer uit.
Mila voelt het bloed uit haar gezicht wegtrekken. Dus ze had gelijk, het is een echte orkaan. Dit gaan ze toch niet menen? Is dit een één of andere vreemde droom die begint te veranderen in een nachtmerrie? Ze drukt haar verwarring en doemscenario's diep weg in haar achterhoofd en pakt Sams pols vast, die beduusd naar de wolken staart. Ze lijkt op te schrikken uit haar gedachten als ze Mila's hand om haar pols voelt. Mila drukt haar vingers in paniek in Sams pols en trekt haar mee de trap op. De kamer van Sam en haar ouders is aan de andere kant van de boot, maar Mila zit in deze situatie liever niet alleen in haar kamer. Ze heeft het sterke gevoel dat het beter is als ze bij elkaar blijven.

In de gang is het een grote chaos. Overal lopen mensen schreeuwend door elkaar, door de paniek huilen er kinderen en mensen trekken aan deuren om hun kamer in te vluchten. Mila heeft nog steeds Sams arm stevig vast en sleurt haar tussen alle mensen door. Van alle kanten worden ze omvergeduwd, en Mila schreeuwt luid dat iedereen aan de kant moet gaan, maar niemand lijkt haar te horen. Met veel moeite bereiken ze Mila's kleine kamer. Mila doet de deur achter haar dicht en leunt er hijgend tegenaan. Door de deur heen hoort ze nog gestommel en geroep.
Sam is gespannen op het bed gaan zitten. Mila wil naast haar gaan zitten, maar wanneer ze de deur loslaat, begint de boot hevig te wiebelen. Mila zoekt snel haar evenwicht, en blijft staan, meedeinend op de bewegingen van de boot. Langzaam zet Mila een paar stapjes naar het bed, maar na de volgende golf valt ze bij Sam op schoot. Snel gaat Mila rechtop zitten.
"En nu?" vraagt Sam. Ze staart voor haar uit, helemaal verstijfd van de zenuwen. Mila zegt niets, en kijkt naar haar handen. Ze trillen hevig. Snel gaat ze op haar handen zitten om ze te verbergen en verplaatst ze haar blik naar het raampje. Ze wordt misselijk van het bewegen van de boot.
Sam kijkt ook door het kleine raampje naar buiten. Af en toe ziet ze hoge golven, en daarna weer grijze donderwolken.

"Ik weet het niet," antwoordt Mila uiteindelijk zuchtend. Ze was al bijna vergeten dat Sam haar een vraag had gesteld. Ze kijkt Sam wanhopig aan. "Wat als we niet meer uit deze storm komen?" roept ze plots paniekerig uit.
"Maak je geen zorgen, die mensen weten wat ze doen," probeert Sam Mila gerust te stellen, maar haar stem is zacht en trilt. De blik in haar ogen zegt Mila al genoeg; Sam gelooft haar eigen woorden niet eens.

"Hoe komt die orkaan opeens hier?" denkt Mila hardop, terwijl ze het matras vastgrijpt tot haar knokkels wit worden. "Misschien ging hij onverwachts een andere kant op, of misschien hadden ze een storing. Of misschien..." Mila valt stil. Ze probeert een reden te vinden, in de hoop dat die haar geruststelt, maar op een of andere manier klinkt alles ongeloofwaardig. Sam kijkt haar aan. Ze is opvallend stil. Mila weet, ook al kent ze haar nog maar zo kort, dat Sam ook op vreemde momenten lastig haar mond kan houden.
"Mila, zoals ik al zei, het komt allemaal..."

Maar verder komt Sam niet. De meiden kijken verschrikt om naar de kast, die luid begint te kraken. Tot hun verbazing zien ze de kast langzaam van zijn plek komen, en richting de muur schuiven. Met een luide klap knalt de kast tegen de muur aan, waarna hij weer terug schuift naar zijn oorspronkelijke plaats. Bij de volgende golf verplaatst hij weer naar de muur. Na een paar minuten zitten er scheuren in de muur, en doordat de storm steeds heviger wordt, wordt de kast steeds harder tegen de muur geslingerd.

"We moeten hier weg," zegt Sam angstig als er een deuk in de muur zit.
"Goed idee," knikt Mila, en ze staat voorzichtig op. Bij de volgende golf valt Mila met een klap tegen de deur. Meteen grijpt ze naar haar schouder. Gelukkig, het is niets ernstigs, denkt ze opgelucht. Als ze weer overeind kruipt ziet ze Sam op de grond liggen. Bij de eerstvolgende golf die komt, glijdt ze naar de muur. Verwoed probeert ze zichzelf tegen te houden, maar de vloer is te glad. Straks zal ze net zoals de kast tegen de muur aangegooid worden.
Snel pakt Mila Sams voet en trekt de deur open. Ze sleept Sam de gang op en gaat met haar rug tegen de muur zitten. Ze kijkt de gangen door. Alles is uitgestorven.

Het eilandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu