1. De Boete

2.8K 87 17
                                    

Het is ochtend. De ochtend. De dag van de boete. Ik sta langzaam op uit mijn bed. Ik wrijf langzaam in mijn ogen. Ik moet nog jagen voor de boete, anders hebben we straks niks te eten. Ik kleed me snel aan in de oude afdankers van mijn vader en trippel naar buiten.

Ik ren naar het hek en stap erdoor heen. Zoals gewoonlijk staat er weer geen stroom op. Ik loop naar het stukje waar Katniss en ik altijd afspreken, bij de grote boom.

Ik ken Katniss al heel lang. We jagen altijd samen om eten voor onze familie te regelen.

Katniss is niet op onze plek van de afspraak, maar haar boog is al weg. Ik vermoed dat ze al weg is. Zoekend kijk ik om me heen, tot ik stop bij een beweging verderop. Opeens zie ik haar. Ze staat met haar boog te richten op een hert. Is ze gek of zo?! Het is de dag van de boete, het barst van de vredesbewakers!

'Hé Catnip!' roep ik naar Katniss. Katniss schiet nog de pijl, maar het hert schrikt en rent weg. 'Verdomme! Dat is niet grappig Gale!' roept ze boos naar mij. 'Nu heb ik niks...' 'Wat wou je ermee doen? Verkopen aan de vredesbewakers?' zeg ik uitdagend. Katniss zucht diep en loopt kwaad weg. Dat heeft Katniss wel vaker. Soms is ze gewoon even boos, maar dat gaat wel weer over. Zeker nu, vlakvoor de boete.

Ik ga naast haar zitten in het grasveld. Ik heb brood gehaald bij de bakker, van een mooie eekhoorn. Ik haal het uit mijn tas en roep: 'Fijne hongerspelen! En moge de kansen ímmer in je voordeel zijn!'

Katniss en ik lachen ons altijd kapot om het Capitoolse accent wat de grootste tur Effie heeft. O God Gale! Is dit echt?!' roept Katniss uit. Ik knik en Katniss trekt het brood bijna uit mijn handen.

Ik glimlach en we beginnen te eten van het brood. Maar die glimlach verdwijnt snel als Katniss vraagt hoe vaak ik erin zit vandaag. '42 keer,' zeg ik bedroefd. 'De kansen zijn de dus niet echt in mijn voordeel.'

Het blijft even stil. Zo'n awkward stilte. Daarom vraagt Katniss al snel of we gaan en onderweg halen we onze strikken op. Dan moeten we terug naar huis om ons klaar te maken waar we al jaren bang voor zijn, elk jaar weer.

Ik kom thuis van de As. Ik heb fijn gehandeld en leg het eten en geld op de tafel. 'Gale! Gale!' roept mijn broertje en ik draai hem in het rond. 'Hé kleine boef!' roep ik naar hem en kietel hem in zijn zij. Mijn broertje kraait van plezier en ik zet hem weer terug op de grond. Hij rent weer weg en mijn moeder, Hazelle, komt aanlopen. 'Gale, ga je mee?' vraagt ze een tikkeltje bezorgd en gespannen. Ik knik en loop met haar mee naar mijn slaapkamer.

Ik hou echt ontzettend van mijn moeder, haar kan ik vertrouwen. Ze helpt en steunt mij en mijn broertjes en zusjes altijd. Mijn moeder heeft zich weer eens uitgesloofd als ik boven kom. Een teil met zeep en daarnaast een prachtige broek en blouse. 'Bedankt mam,' fluister ik en ik geef haar een zoen op haar wang. Mijn moeder glimlacht en wrijft me over mijn gezicht. 'Ik hou van je, lieverd van me,' zegt ze en ze loopt weer weg. Ik zucht en kleed me uit. Ik stap in de teil en probeer al het vuil van me af te krijgen. Het borstelen doet pijn, maar ik houd me sterk en borstel hard door. Als ik klaar ben met schrobben staan er alweer schrammen op mijn huid.

Ik haat het Capitool. De districten moeten moorden en zich schoonmaken voor een stom, groot, "spel." Ik vind het geen spel. Ik vind het ziek. Als ik de kans kreeg, zou ik keihard vechten. Ik voel dat ik mijn vuisten heb gebald en ik kleed me maar snel aan, voor ik iets kapot maak.

Ik loop naar het plein met mijn broertjes hand in mijn hand. De oudste, Rory, snapt wat er aan de hand is. Vick en mijn kleine zusje Posy niet. Gelukkig maar. Als we er zijn, neemt mijn moeder al mijn broertjes en ene zusje over en geeft me nog snel een knuffel. 'Ze kiezen je niet, Gale,' fluistert ze nog snel in mijn oor. Mama loopt weg met alle broertjes en zusje. Ik loop naar de tafel met de enge vredesbewakers aan de tafels. Ik vind het altijd net imkers in die pakken. 'Volgende!' schreeuwt de ene. Ik duw mijn vinger in haar hand en ze duwt de spuit hardhandig in mijn vinger. Het doet pijn, maar ik ben het al een beetje gewend. 'Ja, doorlopen,' moppert ze chagarijnig naar mij. Ik vind het best en loop naar het vak van de jongens.

Gale's GamesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu