Hoofdstuk 11

36 6 1
                                    

Ik dwaal door de stad. Deemi's verhaal heeft er flink ingehakt, dit is de eerste keer in weken dat ik weer buiten loop. Mijn hoofd doet al bijna geen pijn meer, maar toch moet ik nog regelmatig gaan liggen aangezien ik nog wel erg moe ben. Ondanks dat probeert mijn moeder me al een week lang het huis uit te krijgen, sinds Larissa's dood ben ik amper buiten geweest. Van mijn moeder moet ik nu twee keer per week naar een psychologe en om eerlijk te zijn vind ik dat niet eens zo vreselijk. Samen hebben we afgesproken dat ik vanaf volgende week weer twee keer per week naar school ga. Esra en Deemi zijn een week na Larissa's begrafenis weer voltijd naar school gegaan, maar ik kon me er niet toe zetten. Mijn psychologe, Mv. Dekker, is óók van mening dat meteen weer hele weken naar school, te zwaar voor mij is. Volgens haar ben ik door Larissa's dood mentaal ingestord, al vind ik zelf dat dat wel meevalt. Vanmiddag na de sessie besloot ik nog maar even van mijn vrijheid te genieten. En nu loop ik heer, helemaal niks te doen. Ik lik aan het ijsje in mijn hand. 'Simone!', klinkt het. Oh kom op! Dat joch weet van geen ophouden! Nadat hij na het ziekenhuis bezoek nog twee keer aan de deur was geweest, heb ik hem officieel als "enge creep" bestempeld. Ik reageer dan ook niet maar maak meteen rechtsomkeert. Dat was misschien niet zo'n strak plan. Met mijn ijsje nog in mijn hand knal ik vol tegen een net geklede zakenman op. Met een harde klap val ik op de grond. Als ik opkijk zie ik dat de helft van mijn ijsje op zijn duur uitziende pak zit en de andere helft op de grond ligt. Hij helpt me niet eens overeind, hij moppert alleen wat over "de jeugd van tegenwoordig" en loopt dan weg. Een hand wordt naar me uitgestoken. Dankbaar pak ik hem aan en kom overeind, maar zodra ik zie bij wie de hand hoort wil ik het liefst wegrennen. Helaas houd Thomas mijn hand stevig vast en hij is kennelijk niet van plan hem los te laten. 'Wat moet je?!', bijt ik hem toe. 'Simone, ik wil gewoon weer eens met je praten. Ik..' 'Denk je écht dat ik nog met jou wil praten? Je chanteerde mijn beste vriendin! Ik weet van de appjes Thomas!', schreeuw ik tegen hem. Een paar mensen kijken verbaasd onze kant op. Thomas trekt wit weg bij het horen van mijn woorden. 'Het is niet wat het lijkt', roept hij dan, 'laat me het uitleggen!'. Ik zie de wanhopige blik in zijn ogen. Ik weet soms nog precies waarom ik van hem hield, hij was bereid voor me te vechten en me nooit meer los te laten. Ik voel me nog zo vaak schuldig. Ik vecht tegen de tranen denkend aan deze mooie herinneringen en voor ik er erg in heb sta ik midden op het marktplein te huilen. Thomas knuffelt me en voor de verandering duw ik hem niet weg.  Na alle shit zooi die ik heb meegemaakt voelt het goed te weten dat iemand om me geeft. 'Vrijdag gaan we samen lunchen.', zegt Thomas, 'dan leg ik alles uit.' Hij laat me los en kijkt me aan met die prachtige ogen van hem. En voor ik het weet voel ik zijn lippen op de mijne. Ik doe niks, ik zoen hem niet terug, maar ik duw hem ook niet weg. Dan maken zijn lippen zich los, hij glimlacht nog even naar me en met een simpele 'tot vrijdag!' loopt hij weg. Verbijsterd kijk ik hem na. Waarom duwde ik hem niet weg? En waarom vond ik dit niet eens zo verschrikkelijk? Verward loop ik terug naar huis. 'Ik heb genoeg frisse lucht gehad vandaag.', beantwoord ik mijn moeders vragende blik als ik binnen kom. 'Wat is er aan de hand?', vraagt ze argwanend. Waarom moet ze me altijd zo snel doorhebben! 'Niets', antwoord ik luchtig. Mijn moeder knikt, maar ik zie asn haar gezicht dat ze me niet gelooft. Ze zet een dampende mok thee vooor mijn neus. Ik bedank haar, drink mijn thee en ga vervolgens naar bed. Zo kom ik de rest van mijn dagen door, ik slaap, hang wat op de bank, bekijk het huiswerk dat Deemi en Esra me hadden gegeven. Donderdag heb ik nog een afspraak bij Mv. Dekker, maar deze keer ga ik meteen weer terug naar huis zodra de afspraak klaar is. En dan is de vrijdag toch echt aangebroken. Vanochtend kreeg ik nog een appje van Thomas en in plaats van me af t e vragen waarom hij mijn nummer nog heeft, kreeg ik verdorie kriebels in mijn buik! Twee uur van te voren ga ik voor mijn kast staan, op de een of andere manier lijkt het heel belangrijk wat ik aantrek.  Vraag me niet hoe, maar op het laatste moment kom ik toch nog bijna te laat. Hijgend zet ik mijn fiets weg en loop het café in dat Thomas had uitgezocht. Hij zit al bij een tafeltje bij het raam en wenkt me als hij me ziet. Zenuwachtig loop ik naar hem toe en hang mijn jas over de stoel naast hem. Galant trekt Thomas de stoel vervolgens naar achteren, zodat ik kan gaan zitten. 'Je ziet er mooi uit.', zegt hij als we allebei zitten. Onzeker kijk ik naar mijn handen, die als twee zweterige hoopjes in mijn schoot liggen. Na heel lang twijfelen koos ik er toch voor mijn wijde blauwe tuniek op mijn zwarte jeans te dragen, met mijn blauwe gympen eronder. 'Dankje.',  mompel ik. Hoe kan het dat ik zo nerveus loop te stamelen in plaats van hem te ondervragen over Larissa. Voordat ik iets kan vragen staat er al een serveerster bij de tafel. 'Een broodje gezond voor mij en een tosti voor de dame.', zegt hij, ik hoor het maar half. Ik merk pas wat hij besteld heeft als de dampende tosti voor mijn neus staat. 'Hoe wist je dat?.', vraag ik verrast. 'Ik heb heus wel opgelet de drie maanden dat we samen waren.', lacht Thomas, 'Je bent een echte tostifreak!'. 'Hey!', lach ik verontwaardigd. Ik neem een grote hap van mijn tosti en kijkk hem pesterig aan. Hij lacht, jemig wat heb ik die lach gemist zeg. Dan pakt hij ineens mijn handen. Ik probeer zijn blik te peilen maar ik zie niks. Zou hij dan serieus niet merken dat mijn handen zeiknat zijn van het zweet? 'Mis jij wel eens wat we hadden?', ik schrik van zijn plotselingen vraag. 'Elke dag nog.', geef ik toe. Thomas kijkt me aan en legt zijn hand op mijn wang. Een kriebelig gevoel schiet door mijn buik als zijn lippem de mijne raken. En deze keer zoen ik hem vol overgave terug. Het voelt goed, alsof het klopt. Oh wat heb ik hem gemist! Voor het eerst sinds een hele lange tijd, voel ik me intens gelukkig!

SchrikWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu