Hoofdstuk 16

14 2 0
                                    

Zenuwachtig loop ik de ziekenhuis gangen door. Wat als Deemi er is, ze wil me duidelijk niet meer zien. Ik schud de gedachte weg, ik kom hier toch voor Esra. Ik tril nog steeds na van het telefoontje van Anoniem. Het lijkt nu opeens zo dichtbij. Na een half uur stopten de telefoons met rinkelen en kon ik eindelijk opgelucht ademhalen. Maat toch houdt het gevoel dat het einde nabij is me vast. Zenuwachtig open ik de deur van de zaal waar Esra ligt. Ik hap naar adem. Esra lijkt klein en breekbaar in het grote ziekenhuisbed. Op de muur naast het bed is rode verf geschreven:

Het einde komt! Sneller dan je verwacht. -Anoniem

Deemi staat naast Esra's bed, beide staren me geschrokken aan. Ik zelf kan alleen maar naar de muur kijken. Hij komt. Hij komt voor mij, voor mijn vrienden. 'Simi, gaat het? Wil je even gaan zitten, je ziet zo wit.', Deemi kijkt me bezorgd aan. Ik ben niet in staat te antwoorden. Alles draait en stuitert in mijn hoofd. Een golf misselijkheid komt omhoog en ik grijp wankelend de deurpost beet. Dan wordt alles zwart.

Als ik wakker word staat er een verpleegster naast mijn bed. 'Gaat het weer een beetje, meisje?' , vraagt ze vriendelijk. Ik knik. De deur gaat open en Deemi rent de kamer in. 'Je bent wakker! Ik schrok me kapot!' 'He? Wat is er gebeurd?' 'Je zag de tekst in Esra's kamer. Je werd zo wit en toen viel je ineens flauw! Es en ik waren zo bang.' Beelden van de rode tekst flitsen langs. Ik ril. 'Blijf maar even rustig liggen.', zegt de verpleegster en ze loopt weg. Mijn telefoon piept zacht. Ik trek hem uit mijn broekzak, zou Thomas geappt hebben?

18:00 in het pakhuis. Het einde nadert. Anoniem

Niet gaan! Is de eerste gedachte die door mijn hoofd schiet. Ik kan hier gewoon rustig in het fijne witte ziekenhuisbed blijven zitten, niemand die het merkt. Maar dan denk ik weer aan Esra. Anoniem heeft een duidelijke boodschap achtergelaten, het einde komt en als ik niet op kom dagen gaat hij mijn vrienden achter na. Ik wil niet dat mijn vrienden nog meer problemen krijgen dankzij mij. Ik sla de smetteloze witte dekens terug en spring uit bed. Het is nu 17:30, als ik mijn vrienden wil beschermen moet ik nu gaan. Ik sla de deur open en zet het op een lopen. 'Simone!?', klinkt het aan het einde van de gang. Ik negeer de stem van Deemi en ren harder. Ik hoor Deemi's voetstappen achter me. Buiten stap ik meteen op mijn fiets. Als ik weg rijd kijk ik nog één keer achterom. Deemi slaat verslagen bij de ingang van het ziekenhuis. Ik kon niet anders. Vanavond gaat het gebeuren. Het is tijd

SchrikWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu