Vandaag is het wel echt maandag. Ik heb nu twee wekkers gezet, en ze gaan allebei af om half zeven, zonder gesodemieter, zonder problemen. Ik kom mijn bed uit, en trek kleren aan. Het is alsof het gisteren allemaal niet gebeurd is, alsof het nooit bestaan heeft. Maar ik weet jammer genoeg wel beter. Ik snap er helemaal niks van, wat is er mis met mij? Ik ga naar beneden en ga eten, proberen dit alles te vergeten, net als de wereld blijkbaar al gedaan heeft. Het lukt niet, en dan is die nieuwe klas stress er ook nog. Wordt het een fijne klas? Krijg ik vrienden? Wordt ik buitengesloten? Ik ben klaar met eten, en ga mijn tanden poetsen. Als ik aan het tanden poetsen ben, denk ik ineens terug aan dat meisje uit mijn vorige klas. Ik was stiekem verliefd op haar, maar er was niks wederzijds. Hoe zou zij het nu hebben? Zou ze blij zijn dat ik weg ben? Ach wat boeit het ook allemaal, ik zal ze nooit meer zien, en ik zal haar vergeten ook.
Ik moet al bijna gaan, ik pak mijn tas maar even, we krijgen toch nog wel één of andere soort introductie. Ik bedenk me dat ik deze kleren eigenlijk niet aan zou moeten doen, er zijn genoeg mensen die laten je direct Links liggen met een shirt van een metalband. Ik denk er nog even over na, en besluit dan dat ze me sowieso wel links laten liggen, dus ik hou deze kleren gewoon aan. Ik weet nog dat ik echt heel blij was toen ik het allemaal kreeg, want mijn familie is niet echt rijk. Dat was het laatste cadeau dat ik kreeg van mijn moeder... Niemand weet waar ze nu is, en of ze nog leeft. Ik denk van niet, en ik denk er ook niet graag over na, dus ik stop daar ook maar mee. Ik stap op de fiets, en pak mijn handschoenen. Ik begin te fietsen, alleen. Zoals altijd, zoals altijd al zo was. Ik vind het niet eens meer erg om alleen te zijn, was ik mijn hele leven al, zal waarschijnlijk ook altijd zo blijven. Ik ben halverwege, als ik ineens ingehaald wordt door een meisje dat best lang is. Ik kijk mensen altijd na als ze me inhalen, en ze keek terug. Ik vergat dat mens uit mijn oude klas direct. Maar bedenk dan bij mezelf: die zie ik ook nooit meer. En ik rij verslagen door. Als ik aankom op school, merk ik dat ik vroeg ben. Ik laat het gebouw even op me inwerken. Het is opzich best groot, maar het valt nog mee.
Ik loop op de ingang af, en ik open de deur. Ik loop naar binnen, en ga op zoek naar het conciërgehok voor mijn kluissleutel. Er is niemand, dus ga ik maar een beetje door de school lopen. Als ik even door de school loop, gaat er ineens een deur open, recht in mijn gezicht. Ik kan nog net een hand voor mijn neus krijgen zodat ie niet breekt, en dan krijg ik de deur frontaal in mijn smoel. Ik zie even zwart, en ik voel me hard tegen de grond klappen. Ik zei: Auw godverdomme, ik haat deuren, ze komen altijd zo hard aan. Ik kijk op, en ik zie dat meisje dat me inhaalde op de fiets. En ze kijkt me half geschokt, half lachend aan. Ik zeg lachend: zou je me niet eens overeind helpen? En ze antwoord lachend terug met: als je kan lachen en iets kan zeggen, kan je ook wel opstaan hè. Ik antwoord daar weer op met: daar heb je gelijk in, dat vertellen ze me ook altijd bij taekwondo en de rest van de vechtsporten. En ik sta op, en terwijl ik opsta, zie ik pas hoe mooi ze eigenlijk is. Ze zegt: ik ben trouwens Lynn, geweldige ontmoeting hè. Ik antwoorde onhandig(zoals altijd bij een mooi meisje)Ehm hoi, ik ben Max, en dit was inderdaad een geweldige ontmoeting. Eerst een deur voor je smoel krijgen,en dan niet eens overeind geholpen worden. (Ik wilde eigenlijk zeggen: een ontmoeting met zo'n mooi meisje is altijd goed, maar ik durfde niet) lynn lachte om mijn uitspraak. Lynn: "in welke klas zit je eigenlijk?" Ik antwoordde: ik heb geen idee, en jij?
Lynn antwoordde: ik heb ook geen idee. Ik zei: ik moet trouwens nog naar de conciërge voor mijn kluissleutel, tot ooit, en ik ging er snel van door, want ik werd vet nerveus met haar in de buurt. Ik denk dat ik voor de eerste keer echt verliefd ben.
Ik ga naar het conciërgehok, en nu is er wel iemand. Ik klop op de deur, en hij wordt even later open gedaan. Er staat een stevige, best grote en er heel dom uitziende vent voor mijn neus. Hij vraagt: wat is er? Ik antwoordde: ik heb een kluissleutel nodig, ik ben Max van den Brink. De conciërge zegt: Max van den Brink? Weet je in welke klas je zit?
Ik zeg: nee, ik heb geen idee. De conciërge zegt: wat heb ik daar aan? Ik zal wel even op je naam zoeken. En terwijl hij het hok weer in loopt moppert hij iets als: de nieuwe leerlingen worden ook steeds erger. Hij komt terug met een kluissleutel, en zegt: de kluisjes zijn daar rechts die gang in, het nummer staat op de sleutel. Ik ga naar de kluisjes, en zoek mijn kluisje op. Ik heb nummer 134. Ik stop mijn jas er in, en bedenk dan: ik weet nog steeds mijn klas niet. Als ik weer begin te lopen, krijg dat akelige gevoel dat er iemand naar me kijkt. Ik kijk om me heen, en er is niemand. Het is weer zo verschrikkelijks stil op eens. Ik denk dat er weer geesten in de buurt zijn. Ik zeg iets tegen ze: wat willen jullie nu weer van me? En als ik dat zie, zie ik een doorzichtige gestalte staan. Het is een oude vrouw, maar ze lijkt toch niet zo oud als ik nog eens kijk. Ze veranderd steeds. Ik vraag nog een keer: wat wil je van me? Als ik dat zeg, pakt ze een papier uit haar zak, waar H2D op staat. Ik vraag: Dat zal mijn klas wel wezen dan? Ze knikt. Ik hoor een bel gaan, en de vrouw verdwijnt ineens. Er zijn dus goede en slechte geesten? Plaaggeesten en geesten die je helpen?
![](https://img.wattpad.com/cover/101557260-288-k551603.jpg)
JE LEEST
Paranormaal
ParanormalMax is een heel normale jongen van 15 . Ten minste, dat denkt ie. Maar hij is anders... hij ziet meer, hoort meer, voelt meer. Hij is sterk, en is ook best slim. Hij kan alleen totaal niet leren. Hij doet ook veel aan vechtsporten. Als ie er iets...