Hoofdstuk 1

275 12 11
                                    

Ik kijk uit het auto raampje van mijn broer Davy, naast hem zit mijn zus Lea. Het is net herfst aan het worden. De blaadjes zijn perfect gekleurd voor dit seizoen. We stoppen voor een stoplicht. Een grote oude boom staat naast de weg. De helft van de stam is al afgestorven. De blaadjes zo licht bruin dat het bijna goud leek, een restje van de overgebleven blaadjes waren vel rood met lichte tintjes groen. De auto rijd weer verder. Ik laat mijn blik los van buiten en luister een tijdje naar de radio. In de tussentijd kijk ik Lea en Davy aan. Lea haar donker blonde haar zit in een slordige knot. De knot kan met haar haar ook niet echt netjes zitten. Ze heeft een zwarte vest aan met eronder een roze t-shirt met de tekst "bitch please I am a unicorn" erop. Ze heeft zoals gewoonlijk een spijkerbroek aan met gaten. Lea kijkt me even via de achteruitkijkspiegel aan. Haar neus een klein beetje scheef, haar mond glimlacht lief naar mij en haar blauwe ogen met een tintje bruin erdoor, glinsteren. Ze lijkt totaal niet op haar tweeling zus Lena. Van Lea kijk ik naar Davy. Zijn blonde haar zit zoals gewoonlijk links een gedeelte over zijn gezicht. Hij heeft een My little pony shirt aan. Zijn spijkerbroek was grijs. Korte uitleg over het shirt. Lea en Lena hebben Davy gedwongen om hem aan te doen als hij mij wegbrengt naar school. Een keer is Davy meegegaan naar binnen samen met Lea en Lena die toen een shirt aan hadden waarop stond "pink fluffy unicorn dancing on rainbows". Ik moet zeggen mijn reputatie in mijn klas is er niet beter op geworden. Dus bij ons thuis is nu een pay-back strijd begonnen. Waardoor Davy zijn haar opeens een keertje paars is geworden Lea en Lena's auto's voor een maandje of twee groen. Davy draait zich naar mij om. Zijn blauwe ogen kijken mij aan. Rond zijn pupil zit een licht bruine rand alsof het geverfd is. Bij zijn neus kun je zijn botten zien. Zijn mond glimlacht naar mij net zoals die van Lea die mij nog steeds aanstaart via de achteruitkijkspiegel. Ik glimlach terug. Ik besef me nu pas dat het eigenlijk best wel gek is dat Lea nu aan het rijden is in Davy zijn auto. Ik haal mijn schouders op en kijk in de auto rond. Dat doe ik zo'n beetje altijd ookal heb ik er minstens 50 keer in gezeten. 'Doe je dat vaker?' Vraagt Davy. Ik kijk hem raar aan en hou mijn hoofd een beetje scheef. 'Wat?' 'Tegen jezelf praten?' Vraagt hij verder. 'Hoezo?' Vraag ik nu wat bod. 'Nou omdat je net je schouders ophaalt terwijl niemand wat zegt.' 'Misschien. Misschien ook niet.' Antwoord ik zijn vragen. Zijn wenkbrauwen gaan een paar seconde omhoog. Hij draait weer bij zodat hij naar de weg kijkt. Ik begin weer door de auto te kijken. De binnenkant bedekt met zwart leer. Verder is er niets interessant te zien. De auto stopt. Ik kijk naar buiten en zie dat we al op de parkeerplaats van mijn school staan. 'En waarom hadden jullie nou eigenlijk vrij vandaag?' Vraag ik nogmaals. 'Voor de drieduizendste keer. Omdat wij cool zijn en een vrije dag hebben.' Antwoord Lea mijn vraag. Vertaalt. Ze hebben vrij genomen om mij te pesten. Ik stap uit de auto. Als ik me omdraai zijn Davy en Lea omgewisseld van plek en zwaaien ze naar mij. Ik zwaai terug en loop naar de ingang van de school. Ik open de deur en stap naar binnen. Zoals elke ochtend staat het groepje van Dex er. Dex kijkt mij aan. 'Hé kleuter! Weer weggebracht door je broer en zus. Zeker omdat je ouders het te gevaarlijk voor je vinden.' Zegt Dex op een kleuterachtige toon. Daar geef ik hem gelijk in. Mijn ouders zijn te voorzichtig. Maar het boeide me niks. 'Houd je kop Dexter.' Zeg ik vel. Zijn hoofd lijkt wel te vervormen. Net nog lacherig nu staat hij op het punt om iemand te vermoorden. Ik denk even na en BOEM ik wist wat ik fout heb gedaan. Ik realiseer te laat dat ik omsingelt ben door zijn groepje. 'Kom op Dexter. Wat heeft je naampje er nou mee te maken. Of ren je snel huilend naar je papa toe.' Zeg ik kleuterachtig. Zijn hoofd begint langzaam rood te worden. Nu interesseerde het me niks meer. Ik zou toch al geslacht worden. Dexter is Dex zijn echte naam. Hij haat het als mensen hem zo noemen, en natuurlijk ben ik weer zo'n idioot om mijn mond voorbij te praten. Dex haalt uit met zijn linker arm. Ik buk snel. Niet al te slim want ik heb Dex nu op zijn kookpunt gekregen. 'Hou haar vast!' Schreeuwt hij boos tegen twee jongens die ik niet ken. Ik heb geen zin om ze aan te kijken en laat me maar vasthouden. Dex slaat hard met zijn platte tegen mijn wang. Ik zak door mijn knieën en land op de grond. Mijn wang begint te tintelen. Dex schopt nog een keertje hard tegen mijn buik. Mijn adem vliegt haast mijn longen uit. Ik rol op mijn andere zij. Daar krijg ik mijn laatste trap tegen mijn buik. De bel gaat. Dex en zijn groepje laten mij achter op de grond. Ik hap nog even naar adem. Als ik genoeg lucht heb probeer ik op te staan. Ik zet mijn handen op de grond en pak snel een tafel vast die naast mij staat. Ik hijs mijzelf op en leun nog even tegen. Mijn hoofd bonkt als een gek. Wankelend loop ik naar de meisje wc. Ik duw de deur open met mijn schouder. Slenterend loop ik naar de spiegel en bekijk mijzelf. Op mijn wang begint al een kleine blauwe plek te komen. Mijn neus is flink aan het bloeden en er zit al een bloedvlek op mijn trui. Kreunend sla ik mijn hoofd tegen de muur. Harder dan mijn bedoeling was. Ik loop naar mijn eerste les geschiedenis en klop op de deur. Als ik de deur open doe kijkt iedereen mij aan. Iedereen behalve Dex en zijn groepje. Ik loop naar een stoel achter in de klas alsof er niks aan de hand is. Ik plof neer op de stoel en gooi mijn tas onder de tafel, pak hem weer, trek de rist te hard open waardoor ik het clipje er vanaf trek, trek mijn tas verder open en gooi mijn boeken op tafel. Nogsteeds kijkt bijna iedereen mij aan. Ik word langzaam rood. Mijn blik vind een boom die met de wind mee danst waardoor ik afgeleid ben. Meneer Huisman schraapt zijn keel en gaat verder met de les.
De les is al snel voorbij. Ik sta op en dump mijn spullen in mijn tas. Ik hoor meneer Huisman mijn naam roepen. Snel spring ik in de groep kinderen die zo snel mogelijk het lokaal uit willen.

*

Ik loop uit school en zie de auto van Davy al staan. Ik stap zo snel mogelijk in en ga achter Lea zitten die nu weer op de bijrijders stoel zit. Ik kijk naar buiten en bedek mijn gezicht met mijn hand. 'Hoe was het?' Vraagt Lea. 'Goed.' Antwoord ik kort. De minuten die het meestal zijn duren bijna uren. Toch is het nog steeds een halfuur rijden. Ik stap snel de auto uit. Ik ren haast naar de voordeur en zwaai hem open. Ik dump mijn jas en schoenen onder de kapstok en loop naar boven. Ik strompel verder door de gang, alle energie die ik nog over heb had ik net verspilt. Bij de 4e deur die ik tegenkom leun ik er tegenaan en druk de deurklink naar beneden. Ik val haast mijn kamer in. Ik gooi mijn tas bij mijn bureau en loop richting mijn badkamer. Mijn neus is weer begonnen met bloeden en de blauwe plek was wel vijf keer groter dan dat hij vanochtend was. Ik hoor een zacht geklop. 'Mag ik binnen komen?' Hoor ik de stem van Lena zeggen. Ik ren snel naar de deur en draai hem zachtjes op slot. 'Ik we zijn hier met meerdere mensen hoor!' Zegt de stem van Lea. 'Klopt!' Dit keer de stem van Davy. 'Hoezo?' Vraag ik. 'Omdat je met ons gaat trainen.' Antwoord Lea. Shit helemaal vergeten. Ik sla mijzelf op mijn hoofd. Ik raak mijn blauwe plek en vloek iets te hard. 'Gaat alles goed?' Hoor ik Lena vragen. 'Ja alles gaat goed! Kan het niet morgen?' Vraag ik. 'Dat zei je gisteren en eergisteren ook al. Dus nee!' Antwoord Davy. 'Doe de deur open.' Zegt Lea. voorzichtig draai ik de deur van het slot. Elke reactie kan ik nu krijgen. Elke en ze allemaal zijn fout. Ik zie de deurklink langzaam naar beneden gaan. Ik adem diep in en hou mijn adem vast. De deur word open gegooid. Ik doe mijn ogen stijf dicht. Het eerste wat ik hoor is naar het naar adem gahap. Langzaam open ik mijn ogen. Lea is de eerste die weer bij zinnen is. 'Wie heeft dat gedaan. Ooh als ik weet wie dat heeft gedaan. Dan mag hij nog hopen da hij kan ademen.' Zegt ze boos. Lena legt een hand op haar schouder. 'Jongens het is niks.' Zeg ik snel. 'Niks! Niks! Hoezo niks!' Zegt Lea boos. 'Als ik weet wie het is oeh-' Gaat Lea verder. ze maakt een paar sla bewegingen in de lucht. Ik doe voorzichtig een stap naar achter. 'Please vertel het mama nog niet?' Smeek ik zachtjes. 'Oké maar dan ga je met ons mee.' Zegt Davy. Hij rekt een wenkbrauw omhoog. 'Oké, oké!' Zeg ik snel. 'Mooi! Lena zorg jij dat Lea kalm word. Dan blijf ik hier wachten op Skyler.' Zegt Davy. 'Ieuw.' Gil ik uit. Lea en Lena kijken mij raar aan en schieten dan in de lach. Davy doet snel de deur dicht voor Lea en Lena's gezicht. Davy draait zich om en glimlacht naar mij. 'Omkleden!' Beveelt hij mij. Ik probeer hem zo zielig mogelijk aan te kijken. 'Gaan.' Ik draai me om en slenter naar mijn kleding kast en pak mijn sport bh, trainingsbroek en buiktruitje. Ik loop naar de badkamer. Davy is nu op mijn bed gaan zitten. Ik kleed me snel om. Als ik de badkamer uitloop kijkt Davy mij aan. 'Doe je dat aan?' Zegt hij verbaast. 'Doe je dat aan.' Praat ik hem na. Ik loop weer naar mijn kleding, pak mijn gympen en sokken. Ik ga op mijn bed zitten naast Davy en begin met mijn sokken aantrekken. 'Waarom moet ik mee? Om trainen.' Vraag ik hem. Hij kijkt mij raar aan. 'Omdat mam en pap ons dwingen.' Antwoord hij. 'En nu het echte antwoord.' 'Omdat je anders obesitas word.' Ik ga het op. Uit Davy was weer niks te krijgen. Ik omhoog en ren richting de deur. Beneden pak ik snel mijn vest van de kapstok en bint hem om mijn middel. 'Doeg!' Schreeuw ik hard richting de woonkamer. Ik wacht niet op antwoord en doe de voordeur open. Ik zie Lea en Lena al in Davy's Maserati Quattroporte. Ik stap in en ga achter Lea zitten. Davy stapt ook in en we vertrekken.

Spy world Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu