Het is de meest onaangename stilte die ik ooit heb meegemaakt. Mijn wangen beginnen licht te gloeien. Terwijl iedereen mij nakijkt, en ik hun blikken op mijn rug voel, loop ik met mijn kaken strak op elkaar geklemd naar het kantoor van Dave. Ik klop even en loop dan naar binnen. 'Waarom zijn we al weg gehaald?' vraag ik direct. Dave kijkt alleen maar op en gebaart naar een stoel. Ik neem plaats op de stoel en sla mijn armen kinderachtig over elkaar heen. 'Omdat het was afgelopen natuurlijk.' antwoord hij. Ik schud mijn hoofd. 'Heel misschien denk je dat je een of ander dom wijf voor je hebt maar dat ben ik jammer genoeg niet. Iedereen weet dat het zo te snel en te gemakkelijk is gegaan. En ik herinner me toch dat alles met "te" ervoor niet goed is.' Zeg ik boos. Woede begint in mij te koken. Alleen die blik al waarmee hij mij aankijkt. Te rustig, te normaal alsof dit de gewoonste zaak van de wereld was. 'Daar heb je een punt. Het was op verzoek van Lena. Toen Levi gisteravond terug kwam hebben ze een dozijn aan leden weten te pakken. We hebben er echte experse die al langer dan vijftien jaar in het vak zitten want de missie blijkt belangrijker en gevaarlijker te zijn dan we dachten.' zegt Dave. Ik maak een snuivend geluid. 'Maar natuurlijk, natuurlijk dacht u en Lena direct "hm met Skyler in het team gaat niks lukken dus laten we haar maar voor een missie die zelfs een kleuter had kunnen oplossen naar huis sturen, want zij verpest toch alles." Nou mijn gehele excuses voor het ongemak ik snap het nu hellemaal.' zeg ik boos terwijl ik naar de deur toe loop, hem open sla en uit het kantoor loop. Iedereen kijkt weg. Met gebalde vuisten loop ik naar mijn echte kamer in de academie. De twintigste verdieping kamernummer 1468. Met een pasje die ik al de hele tijd in mijn broekzak heb doe ik de deur open. Het is een van de mooiste kamers die ik heb gezien. Je komt direct in de woonkamer, waar een grote grijze bank staat. De vloer is heerlijk zacht tapijt, voor de bank staat een soort salontafel met een dienblad met een vaasje en kaarsen erop. Ik loop verder. De keuken is een keuken met keukeneiland, een mega koelkast en bij het keukeneiland staat twee barkrukken. De keuken was geheel zwart en het aanrecht was allemaal van marmer. Tussen de woonkamer en de keuken staat een deur. Ik doe hem open en zie mijn nieuwe slaapkamer. De achterste muur is alleen maar glas. Ik heb een prachtig uitzicht van twintig hoog op de tuin en bossen van de academie. Ik raak even afgeleid van een grote roofvogel die langs vliegt. Ik draai me uiteindelijk om. Tegen de muur naast de deur staan twee tweepersoonsbedden. Bij één van de bedden is het beddengoed mooi lichtgrijs gekleed. Bij de ander is het een donkergrijze tint. Op alle twee de bedden liggen tientallen kussens. In de kamer staan drie deuren. Twee zijn grote kledingkasten en een leid naar de badkamer. Ik loop uit de badkamer en loop naar een van de twee kledingkasten en doe hem open. In de kledingkast liggen allemaal jongenskleren en ondergoed. 'Ieuw.' zeg ik tegen niemand in het bijzonder. Ik hoor een luide lach achter mij. Ik doe de kledingkast snel dicht en draai me om. In de deur opening staat een jongen. 'Ik.. euhm.. hoi.' zeg ik hakkelend. De jongen glimlacht en loopt naar mij toe en pakt mijn hand. 'Hoi ik ben Liam.' zegt hij vriendelijk en schud mijn hand. 'Euh... hoi ik ben Skyler.' zeg ik. Hij knikt en laat mijn hand los. 'Wat was je aan het doen in mijn kledingkast?' vraagt hij. Ik voel weer dat mijn wangen beginnen te gloeien. 'Ik oh ja .. ik euh was opzoek naar mijn zwemkleding want ik was van plan om te gaan zwemmen. Maar wacht. Jou kledingkast? Ik dacht dat deze kamer voor mij is. Er staat toch "Skyler 1468" naast de deur.' zeg ik snel achter elkaar. Liam haalt zijn hand door zijn haar. 'Oh dat ja. Dat is een grap die we bij zo'n beetje iedereen uithalen.' zegt hij glimlachend. Ik knik rustig. 'Wie is mijn kamergenoot dan?' vraag ik terwijl ik eigenlijk wel het antwoord kan weten. Hij haalt zijn schouders op en houd zijn armen wijd. Ik loop langs hem naar de deur en loop naar het plaatje waar mijn naam op staat. Ik haal het plaatje er vanaf waar het echte naamplaatje op staat. Skyler en Liam kamernummer 1468. Ik vloek binnensmonds en loop weer naar binnen. Liam staat nog steeds in de deuropening van de slaapkamer maar heeft zich alleen omgedraaid en kijkt mij grijnzend aan. Ik loop langs hem en doe de andere kledingkast open waar mijn spullen in zitten. Al mijn spullen liggen al op de goede plek. Tenminste alle spullen die ik heb. Er hangen twee sweaters en één broek. Daar onder is een mandje met twee bikini's en wat ondergoed. Achter in de kast staat één paar gympen. Mijn zin om te gaan zwemmen is al weg. Ik stap uit de kledingkast en loop naar de badkamer. Ik bekijk mijzelf in de spiegel. Ik heb mijn prachtige donut pyjamabroek nog aan met mijn donut hemd. Ik kijk onzeker naar Liam. 'Hij staat je in ieder geval prachtig.' zegt hij. Ik draai me om en doe mijn handen tegen mijn heupen. 'Niemand heeft een betere pyjama dan dat ik heb.' zeg ik kinderachtig. Hij trekt een wenkbrauw op. 'Blijkbaar. Maar ik ben niet degene die door andermans kledingkast zoekt.' zegt hij op een irritant toontje. 'Ugh hoe vaak moet ik het nog zeggen. Hoe moest ik weten dat dat jou kast is. Trouwens hoe komen mijn kleren in die kast?' vraag ik. 'Oh zijn dat jou kleren? Dat je dat kleren noemt. Het enige wat ik zag was wat oud stof en ondergoed.' zegt hij koeltjes. Ik steek mijn tong naar hem uit en loop weer langs hem naar de woonkamer. 'Oh Liam wat ongelofelijk aardig van je.' zegt Liam op een dramatische manier. Ik draai me naar hem om. 'Oh Liam wat ongelofelijk attent van je dat je aan mijn ondergoed hebt gezeten. Elk meisje zou echt voor je door het vuur gaan.' zeg ik sarcastisch en buig voor hem. Hij kijkt mij trots aan, ik kijk hem vol walging aan. Ik draai mijn rug naar hem toe en loop verder en plof op de bank neer. Naast de bank staat een kleine tasje. Ik pak hem op. 'Het was bedoelt als welkoms cadeautje maar ik denk dat ik die maar eens moet innemen.' zegt Liam spottend. Ik maak een snuivend geluid met mijn neus. Liam komt naast mij zitten op de bank. Ik ga recht op zitten en haal het papier uit de tas. In het tasje zit een klein doosje en envelop. Ik pak de envelop open en zie er een briefje in zitten. Ik pak het briefje eruit en vouw hem open. In het midden staat heel groot "Welkom" eromheen staan een heleboel namen, waaronder die van Liam, Lena, Lea en Davy. Ik leg de brief en de envelop op het tafeltje voor mij en pak het doosje. Ik maak hem open en zie een armbandje en een pasje liggen. Ik pak het armbandje op en bekijk hem goed. Het is een leer armbandje met een anker eraan. Ik pak het pasje op en bekijk hem goed. 'Het is voor het pizza restaurant die in de stad zit.' zegt Liam. Ik kijk hem aan en hij staat op en loopt richting de keuken. Ik doe de armband op. Ik strek mijn arm en draai hem in alle mogelijke manieren om de kijken of hij goed staat. Ik sta op en loop naar hem toe en geef hem een knuffel. De deur bij ons gaat open en Lena en Levi hun gezichten komen tevoorschijn. 'Oh komen we op een ongunstig moment.' zeggen ze. 'Oh nee.. het is niet wat jullie denken. Liam gaf me net een cadeau dus ik moest hem bedanken anders zou hij zo zielig doen.' zeg ik alsof ik Liam al een paar maanden ken. Lena en Levi komen de kamer inlopen. 'Ik moet zeggen je hebt wel geluk met Liam.' zegt Levi. 'Alleen heeft Liam geen geluk met Sky.' zegt Lena lachend. Ik kijk haar woedend aan. 'Hoezo?' Vraagt Liam. 'Ik euhm ga me maar eens omkleden.' zeg ik en loop mijn slaapkamer richting mijn kledingkast. Daar haal ik mijn rode trui uit met de enige broek die ik heb en mijn gympen. Ik loop naar de badkamer en kleed me om. Als ik mijn broek aan het ophijsen ben hoor ik hard gelach uit de keuken komen. Ik kreun zacht en ga weer verder. Ik hoor iemand zacht op de deur kloppen ik doe mijn trui aan. 'Binnen.' zeg ik en leun tegen de wasbak aan. Liam komt binnen en kijkt me even van top tot teen aan. 'Ik kan je navel zien.' zegt hij alleen. 'Oh dankje. Ik zal speciaal voor meneertje een andere trui aandoen.' zeg ik licht geïrriteerd en loop langs hem en pak mijn gele trui uit de kast. Liam komt naar mij toe lopen en pakt de trui uit mijn handen. 'Dit is ook wel goed hoor.' zegt hij en hij hangt de trui weer terug. 'Viespeuk.' zeg ik en loop de keuken in. 'Mond houden.' is het enige wat ik zeg als ik Lena al haar mond open zie doen. 'Hoezo ze heeft me al zo veel leuke verhalen vertelt over jou.' zegt Liam die nu ook in de keuken staat. Ik maak een snuivend geluid. 'Leuke verhalen? Zoals?' vraag ik nieuwsgierig. 'Van alles.' is Liam zijn antwoord. Ik leun tegen het aanrecht aan en glij met mijn sokken over de vloer met het gevolg dat ik val. Ik begin hard te lachen om mijn eigen blunder en Boeing over de grond te rollen. Ik rol tegen twee benen aan en voel twee handen die me omhoog trekken. Buiten adem blijf ik even staan en hij houd zijn handen op mijn heupen. Levi kucht zacht en ik stap snel bij Liam weg. 'Hoe was je eerste missie?' vraagt Liam uiteindelijk na een lange stilte. Lena kijkt me nerveus aan. Ik negeer Liam zijn vraag en loop naar de koelkast. Ik open hem en zie alleen een zielige salade staan. Ik pak het bakje en kijk naar de datum. 'Getver.' zeg ik en trek een vies gezicht. Al meer dan een week over de datum. Ik loop naar de vuilnisbak en gooi hem weg. 'Wat ben jij toch weer gezond.' zeg ik sarcastisch tegen Liam. Liam haalt zijn schouders op. 'Ik was van plan om vandaag boodschappen te gaan doen. Maar toen kwam jij binnen en moest ik het maar uitstellen.' zegt hij. Ik kijk hem even aan. 'Dan gaan we nu.' zeg ik om mijn aardige actie voor vandaag te halen. Hij knikt en kijkt even naar Lena en Levi. 'Wij moeten ook maar eens gaan.' zegt Lena en loopt samen met Levi weg. Als de deur dicht word gedaan draait Liam zich naar mij om. 'Groep vier he wat een prachtig.' zegt hij plagerig. Ik voel mijn hoofd rood worden. 'Houd toch je kop.' zeg ik boos en loop naar de deur om samen met hem naar de supermarkt te gaan. Liam begint hard te lachen. Als ik bijna bij de deur ben werp ik een blik op de spiegel die net voor de deur boven een klein salontafeltje hangt. Mijn hoofd is net zo rood als de gemiddelde tomaat. Liam loopt langs me en pakt me bij een heup vast. 'Zullen we maar eens gaan?' vraagt hij en kijkt me gulzig aan. 'Natuurlijk meneer de prins.' zeg ik op een hoogachtend toontje. Hij kijkt me aan en trekt een wenkbrauw op. 'Kleuters voor.' zegt hij plagend en kinderlijk terug. Ik werp hem even een valse glimlach toe en loop dan door de deur.