We stappen uit de auto en ik loop achter Liam aan naar de achterkant van het gebouw. We lopen het kleine heuveltje af naar een ingang. De ingang is een enorm zwart gat. Ik kan niet verder dan vijf meter kijken. Verder is het één zwart gat. Ik voel mijn handen ligt trillen. 'Het gaat maar een halfuurtje duren.' zegt Liam terwijl hij geconcentreerd naar het gat kijkt. Hij doet een stap naar voren. 'Kom je nog?' vraagt hij als hij mij ziet staan. Aarzelt knik ik mijn hoofd. Ik loop achter hem aan. We lopen door de donkere gang. Mijn ogen beginnen al aan het donker te wennen. Achter ons hoor ik wat bewegen waardoor ik schrik. Snel pak ik Liam zijn hand vast. Even kijken we naar de handen. Dan trek ik hem snel weer weg. Ik stop mijn handen in mijn zakken. 'Als je het eng vind kun je het ook gewoon zeggen.' zegt Liam lachend. 'Ik ben niet bang en ik vind het niet eng.' zeg ik stotterend. 'Donkere ruimtes zijn gewoon niet mijn ding.' ik kan net zo goed door de grond zakken. 'Zullen we maar verder gaan?' vraag ik en ik loop weer verder. Ik voel mijn gezicht rood worden. Liam komt naast mij lopen. Weer hoor ik het geluid. Ik negeer het en loop verder. 'Als je hier wilt wachten kijk ik even aan de linker kant.' zegt Liam. Voor ik ook maar iets kan antwoorden is hij al weg. Oké hij laat mij achter in het donker. Liam komt weer terug. 'Loopt dood.' zegt hij. We lopen naar de andere kant waar ook dood loopt. We zijn op de terugweg als ik weer het geluid hoor. Ik negeer het en versnel mijn pas. Eindelijk staan we buiten. Ik adem diep in. In de bosjes achter mij beweegt iets. Liam kijkt over mijn schouder. Ik draai me om. Ik strompel wat naar achter. Twee gedaantes springen uit de bosjes. Liam en ik rennen weer de tunnel in. Ik doe mijn ogen tien seconden dicht. 'Spreiden.' hoor ik Liam zacht zeggen. Hij rent de rechter gang. Ik ren de linker in. Ik voel dat ik word getackeld. Ik vang mijzelf op met mijn handen en rol naar de links. Ik sta op en zie de schim staan. Mijn lichaam trilt van de inspanning om niet enorm hard te gaan gillen. Ik schop met mijn rechter been richting de schim. Ik voel dat ik hem of haar raak. Ik hoor een vrouwelijke zucht dus ik heb een vrouw voor me. Ik draai mijn hoofd en schouders los en ga in een gevechtshouding staan. Ik sla naar haar gezicht. Volgens mij raak ik haar neus. Ik hoor in ieder geval iets heel hard kraken. We cirkelen even om elkaar heen. Ik zie iets in het donker een kleine beweging maken. Waarschijnlijk haar voet. Klaar om mij een hard trap te geven. Ik zie iets op mij afvliegen en ontwijk het. Ik pak het vast. Een arm. Dus ze had me proberen te slaan. Ik pak de arm stevig vast en geef er eerst een harde ruk aan. Ik hoor de vrouw kreunen. Ik duw de arm weer van me af en trek hem dan weer terug. Ik verwacht dat de vrouw mee beweegt wat ze gelukkig ook doet anders zou haar arm heel naar uit de kom zijn. De vrouw komt snel op mij af. Sneller dan ik verwacht. Ik zet mijn been klaar en trap haar hard in haar buik. Met een harde plof valt ze naar achteren. Ik loop voorzichtig naar haar toe. Ze is waarschijnlijk bewusteloos. Ik krijg een harde trap in mijn gezicht. Ik strompel naar achteren. Ze slaat met haar rechter arm naar mijn hoofd, ik blokkeer haar slag. Ze slaat met haar linker, ook die slag blokkeer ik. Ik pak haar armen stevig vast en ruk ze hard naar beneden. De vrouw maakt een halve salto en land hard op haar rug. Ik voel haar polsslag. Het klopt nog gewoon. Ik til haar ooglid op. Dan herinner ik me dat het donker is. Ik schop een paar keer tegen het lichaam. Geen reactie. Ze is dus buiten bewustzijn. Ik draai me om en zie Liam tegen de muur aan leunen. Hij wrijft met zijn arm over zijn pols meer van zijn wonden kan ik niet zien. Dan voel ik mijn pijn. Mijn neus en wangen gloeien van de pijn en mijn polsen voelen pijnlijk en stijf aan. Ik schud met mijn polsen om de stijfheid eruit te halen. Ik trek een pijnlijk gezicht. Ik hoor achter mij iets bewegen waar de vrouw ligt. Ik draai me om en strompel angstig een paar stappen naar achter. Ik bots tegen iets aan en draai me snel om. 'Boe.' zegt Liam plagend. Ik strompel de andere kant op naar achter en hoor iets kraken. Ik kijk naar beneden. 'Shit.' zeg ik met een vies gezicht. 'Wat?' vraagt Liam. 'Ik heb echt iets heel ergs gedaan.' Liam kon mijn gezicht misschien niet zien maar ik kijk echt walgend naar beneden. 'We hebben geen schone kleren bij ons. Even dat je het weet.' zegt Liam droogjes. Ik kijk hem woest aan. 'Ieuw nee. Hoe oud denk je dat ik ben?' zeg ik boos. Liam kijkt een beetje omhoog. Zijn gezichtsuitdrukking kan ik niet zien maar hij doet denk ik net of hij nadenkt. 'Ik kan me toch een en het ander herinneren van groep vier.' zegt hij plagend. 'Ik sta op de hand van die vrouw.' zeg ik nijdig. Ik doe mijn voet omhoog en loop richting Liam. 'Tuurlijk en deze zin dan: "Ik ben niet bang" dat herinner ik me ook nog.' zegt hij en doet mijn stem na. 'Ben ik ook niet.' zeg ik trots. Ergens valt iets en ik pak snel Liam zijn hand weer vast. 'Dit hoort er gewoon bij.' zeg ik snel. Ik hoor sirenes buiten loeien. Liam kijkt even naar mij en verstevigt de greep op mijn arm en rent dan snel weg. Strompelend ren ik achter hem aan. De perfecte scène om een angstige dochter te spelen. We zijn uit het gat. Om ons heen staan allemaal politie auto's en ambulances. Hijgend blijven we staan en doen onze handen in de lucht. 'Ze zijn binnen.' zegt Liam duidelijk. Een dikke politie agent knikt en iedereen laat zijn pistool zakken. Een groepje mannen rent naar binnen. Liam en ik worden naar een ambulance gebracht. 'Alles gaat goed met mij.' hoor ik Liam de heletijd mompelen terwijl een dikke vrouw hem wel heel aandachtig bekijkt. Zacht grinnik ik. Zelf word ik op de achterkant van een ambulance gezet. Een andere dikke vrouw bekijkt mij. 'Hoe voel je je?' vraagt ze. 'Goed.' antwoord ik droogjes. 'Ergens last van?' gaat ze door. Ik schud mijn hoofd. Ze tikt even op mijn polsen. 'Dit worden blauwe plekken. Met je neus gaat alles goed hij is alleen aan het bloeden, op je wang komt ook een blauwe plek. Hoe kom je aan deze wonden?' vraagt de vrouw me. 'Ik werd van achtere aangevallen.' zeg ik simpelweg. Ze knikt en ik sta op. In een politie wagen worden twee mensen gezet een man en een vrouw. Ik bekijk de man. Hij is er slecht aantoe hij heeft een gebroken neus, zijn arm ligt in een verkeerde hoek en hij is buiten bewustzijn. Dan kijk ik naar de vrouw. Ze is nog steeds buiten bewust zijnde maar redelijk. Alleen een paar uit de kom getrokken armen en misschien een gebroken neus. Liam komt op mij aflopen. 'Alles goed?' vraagt hij bezorgt. Niet dat hij dat echt is maar wel goed geacteerd. Ik knik. We melden nog dat we gaan en lopen dan naar de auto. Liam rijd zo snel hij kan naar de flat. Ik spring half uit de auto en ren door het trappenhuis naar boven. Liam slaat telkens een traptreden over en loopt achter mij aan. Een vrouw die op de tweede verdieping loopt kijkt mij vragend aan. 'Van waar die haast?' vraagt ze. 'Ik moet naar de wc.' zeg ik snel. Het is het eerste wat me te binnen schiet. Waarschijnlijk is de vrouw doof want Liam moest speciaal voor haar stoppen. Ik luister hun gesprek een trap verder af. 'Ik moet maar eens gaan anders mogen de schoonmakers hier zo dweilen.' zegt Liam grappend. Niet dat de vrouw het snapte. Jammer genoeg was dat het enige wat ik ervan kon horen en ik rende verder. 'Papa!' schreeuw ik maar richting Liam als teken dat hij moest opschieten. Liam sprint de trap op en struikelt bijna over mij heen. Hij doet de deur voor me open en we lopen rustig naar binnen. 'Één die vrouw is blind. Twee beste excuus om mij weer daar over te laten praten.' zegt Liam droog. Ik steek mijn tong naar hem uit. Hij pakt me bij mijn heupen vast en tilt mij op het keukeneiland. Hij bekijkt mijn gezicht goed. Ik kijk recht in zijn licht bruine ogen terwijl hij onderzoekend naar mijn wonden kijkt. Ik tik even op zijn neus om te kijken of hij gekneusd is. Geen enkele spier trekt weg in zijn gezicht. Ik glij voor hem langs van het keukeneiland af. 'Ik was nog niet klaar met het controleren of je gewond bent.' zegt Liam streng. Ik haal mijn schouders op. Ik pak een doekje en maak hem nat. Ik gooi hem richting Liam zijn gezicht. Hij vangt hem en begint het opgedroogde bloed weg te halen. Ik gooi wat water in mijn gezicht en maak ook mijn gezicht schoon. Het water kleurt rood. Als het water weer helder is doe ik de kraan uit en maak ik mijn gezicht droog. Liam komt naast mij staan om het doekje uit te spoelen en zijn handen droog te maken. Ik gaap even. 'Oh moet mijn kleine kleuter een middags slaapje doen.' zegt Liam plagend terwijl hij in mijn wang knijpt. Ik kijk op de klok. Het is nog maar vijf over één. 'Was ik al om twaalf uur vrij. Jemig ik dacht dat ik daar al een eeuw zat.' zeg ik verbaast Liam zijn hand negerend. Weer gaap ik. 'Zullen we televisie gaan kijken?' stel ik voor. Liam knikt. Hij glijd naar de bank en laat zich op de bank vallen. Ik strompel en laat me ook vallen. Liam neemt de helft van de bank in beslag. Ik leun tegen zijn knieën aan. Hij doet de televisie aan. 'Ik ga maar eens douche.' zegt Liam. Ik leun naar voren zodat hij kan opstaan. Liam loopt naar zijn kamer, ik hoor de badkamer op stolt gaan. Dan gaat de bel. 'Ik doe wel open.' roep ik richting de badkamer. Ik sta op en zap de televisie naar één of andere kinderzender. Ik loop richting de deur. Weer gaat de bel. 'Ja, ja ik kom al.' zeg ik tegen de deur. Ik open hem en zie twee vrouwen staan. 'Hallo. Kan ik jullie ergens mee helpen?' vraag ik beleeft. Niet dat ik het zo bedoel. Ik krijg een harde slag tegen mijn hoofd. Ik wankel naar achter en val op mijn kont. De vrouwen komen binnen. 'Waar is Liam Evans?' vragen ze streng. Ik hoor de douche achter mij aan gaan. Ik haal onschuldig mijn schouder op. De vrouwen kijken mij nijdig aan. Ik sta op en veeg het bloed wat uit mijn lip komt weg. 'Ik denk niet dat dat het goede antwoord is. Ik vraag het nog een keertje. Waarmee kan ik jullie helpen?' zeg ik onbeleefd. Ik draai mijn nek en ga in mijn gevechtshouding staan. 'Kom maar op.' zegt één van de vrouwen. Ze gaat voor me staan. De andere vrouw staat achter de ander voor rugdekking. Ik maak een snuivend geluid. 'Ik heb nog steeds geen antwoord.' zeg ik bod. Ze kijkt me vuil in mijn ogen aan. 'Jou vader Liam Evans heeft onze broer en zus in de gevangenis gegooid en ze zijn gewond.' zegt de vrouw boos. Ik knik langzaam, ik kijk haar duivels terug in haar ogen. Ze slaat met haar rechter hand richting mijn schouder. Ik laat me de eerste minuut denkt dat ze iemands zwaks voor zich heeft. Uiteindelijk zal ik haar hard terug pakken. Ik laat haar haar slag afmaken. Haar hand komt middelmatig hard tegen mijn schouder aan. Haar been komt voorzichtig de lucht in. Ik spreid mijn armen en recht mijn rug. 'Kom maar op.' zeg ik. De vrouw kijkt me verbaast aan. Ik had geen zin om de minuut af te wachten. Ik ga op mijn linker been staan en schop met mijn rechter voet richting haar gezicht. Ik raak haar hard tegen haar slaap. Ze valt naar achteren in de armen van de vrouw erachter. De vrouw kijkt even naar haar waarschijnlijk zus in haar armen. Ik ga weer goed recht staan en doe net of ik stof van mijn handen klop. De vrouw laat haar zus los en gaat nu voor mij staan. Ik kijk naar haar gevechtshouding. Een betere vechter dan haar zus. Op de televisie begint een keulterachtig liedje waarin ze om de seconde "happy world" zingen. Ik sla naar de vrouw toe. Ze blokkeert mijn slag. Met mijn andere arm sla ik richting haar kaak. Ik raak hem, niet hard genoeg maar ik raak hem. De vrouw schut even met haar hoofd. Ik schud mijn hand pijnlijk heen en weer. De vrouw neemt dit als haar beurt op en schopt tegen mijn zij. Ik strompel richting het keukeneiland. Ik pak het keukeneiland vast om te zorgen dat ik er niet tegen aan klap. Ik spring erop. De vrouw loopt pissig naar mij toen en begint naar mijn voeten te slaan. Ik spring de lucht in. Ze slaat weer naar mijn benen nu wat hoger. Ik spring hoger, over haar heen. Dat had ze niet verwacht. Verbaast blijft ze even staan, realiseert zich te laat dat ik achter haar sta. Ik duw haar hard tegen het keukeneiland aan. Ze kreunt zacht. Ik pak haar hoofd stevig vast en sla het tegen het aanrecht stuk aan. Niet te hard, niet te zacht. Achter mij hoor ik zacht wat bewegen. Ik draai me om en sla in de richting van het geluid waar de eerste vrouw weer is opgestaan. Ik ben net iets te laat en ze duwt me tegen de muur aan. Mijn linker hand glijd langs de muur en mijn knokkels schuren open. Sissend verlaat wat lucht mijn mond. Ik doe hard mijn knie omhoog die in haar buik gaat. Ze strompelt naar achter en valt. Ik ga snel op haar benen zitten en pak haar polsen stevig vast. Ze doet haar hoofd wat omhoog en begint tegen te stribbelen. Ik geef haar een harde kopstoot en haar hoofd botst tegen de grond aan. Ik sta op en klop wat onzichtbare stof van mijn handen. De deur van Liam zijn slaapkamer gaat open en hij loopt de woonkamer in. 'Hoi.' zegt hij vrolijk. Dan valt zijn blik op de twee bewustelozen vrouwen. Op de televisie word net voor de laatste keer "happy world" gezongen. Ik glimlach nerveus naar Liam die half in shock bij de deur staat.