Hoofdstuk 3

144 8 9
                                    

De auto rit werd er niet veel leuker op. Lena was helemaal doorgedraaid en herhaalde steeds "Je had in de auto moeten zitten. We zijn de klos." Niet dat ik heb geluisterd naar haar preek. Nu zit ik in de woonkamer terwijl Davy, Lena, Lea, mam en pap een discussie hebben in de keuken. Verveeld tik ik op mijn knieën. Ik kijk om mij heen en ga anders zitten op de reusachtige grijze bank. De deur achter mij gaat open en iedereen komt binnen. Snel doe ik mijn capuchon op zodat mijn ouders mijn gezicht niet zien. Iedereen zit nu op zijn vaste plek. Lena en Lea naast elkaar aan mijn linkerkant, Davy aan mijn rechterkant en pap en mam op twee stoelen. 'Ik heb niks fout gedaan.' Zeg ik snel. 'Waarom toch altijd je standaard antwoord. Je weet nog niet eens wat we willen zeggen.' Zegt Lea lachend. 'Nou als jullie iets slechts wouden zeggen dan zei ik alvast "Ik deed niks fout" Ik bedoel jullie deden eerder iets fout. Jullie sloegen de ene na de andere man neer. Als soort ninja's! En ik deed bijna iets fout door bijna geraakt te worden door een laserstraal.' Zeg ik. Lena kijkt mij met grote ogen aan. 'Wat zei je?' Vraagt ze. 'Wanneer?' Vraag ik snel. 'Net twee seconde geleden.' Zegt Lea. 'Euh.... wanneer.' Zeg ik snel. Ik zet mijn handen naast mij klaar om weg te rennen van Davy, Lea en Lena. Hun wisten niet dat ik bijna geraakt was. Lea maakt een kleine beweging en ik spring achter de bank, ruk de deur open en sprint naar boven. Achter mij hoor ik nog drie mensen achter mij aankomen. Ik kijk niet achterom en sprint naar mijn slaapkamer, zwaai de deur open, ren naar binnen en draai de deur op slot. Ik ga op mijn bed liggen. 'Ha kom nu maar eens bij mij!' Roep ik naar de deur. Nog geen twee seconde later word de deur uit zijn scharnieren getrapt. 'Oh dat kan ook.' Zeg ik. Ik kijk naar de deur opening en zie in plaats van Davy, Lena en Lea drie grote mannen staan. 'Euhm..... Hoi.' Zeg ik nerveus. Weer hoor ik mensen de trap op komen. Dit keer maar twee mensen. De mannen horen het ook en stappen nu in mijn kamer. Ik ga op mijn bed staan en loop met mijn rug naar de muur. Natuurlijk ben ik vergeten dat mijn bed niet tegen de muur meer aan staat en val ertussen. 'Au! Waarom moet mij dit overkomen?!' Schreeuw ik uit. Ik begin met mijn benen in de lucht te schoppen terwijl ik dubbelgevouwen tussen de muur en mijn bed lig. Terwijl ik spastisch aan het bewegen ben met mijn benen en armen hoor ik dat er word gevochten in mijn kamer. Het geluid houd op en ik voel twee handen aan mijn armen en benen en word uit mijn gevangenis bevrijd. Ik kijk naar de grond. Daar liggen de drie mannen. 'Waarom!? Waarom moet ik altijd de goede actie missen?!' Roep ik boos. Ik plof op mijn bed neer. 'Waarom wilt niemand gewoon vertellen wat er aan de hand is?' Zeg ik nog zuchtend. Lena kijkt me meelevend aan. Lea slaat haar armen over elkaar. 'Oh nee kleintje daar trap ik niet in. Lena kom mee.' Zegt Lea en pakt Lena bij haar arm en trekt haar uit mijn kamer. Ik grinnik en ga op mijn bed liggen. 'Bijna. Bijna had ik het voor elkaar.' Zeg ik tegen niemand in het bijzonder. Waarschijnlijk ben ik in slaap gevallen want ik werd wakker door een harde gil. Kreunden rol ik mijzelf uit mijn bed en kom ik hard met mijn blauwe plek op de grond. 'Au.' Grommend sta ik op en loop richting mijn deuropening. Ik struikel op de deur die nog steeds op de grond ligt. Op een of andere manier zijn de mannen weg. Ik hijs mijzelf op en loop de gang in. Niemand anders is door de gil wakker geworden. Inmiddels ben ik 100% wakker en neemt mijn instinkt de rest over. Zo snel als ik kan ren ik naar beneden. Ik storm de woonkamer in en word direct door vier handen vast gepakt. Ik kijk de kamer rond. Voor de bank zit mijn moeder op de grond. In haar armen ligt mijn vader. Voor ik het al te goed besef rollen de tranen al over mijn wangen. Mijn moeder staat op en kijkt de mannen die verder in de kamer staan duivels aan. Dit keer zijn het er acht. Twee houden mijn moeder op schot. Ik trap de mannen die naast mij staan in hun edele delen en spring op de bank en zet mij af. Mijn capuchon vliegt af tijdens de korte vlucht. Ik hoor twee keer een pistool schieten. Een keer hoor ik een korte gil. Als het tweede schot is gelost voel ik een gemene pijn door mijn linker arm. Ik val op de grond. Als ik mijn ogen open zie ik mijn moeder op de grond liggen. De mannen zijn al gevlucht. Ik schreeuw zo hard als ik kan. 'Lena, Lea, Davy!! Help!!' De tranen rollen over mijn wangen en vallen als regendruppels op mijn schoot. Ik kruip naar mijn moeder. De pijn negerend in mijn arm. Ik pak haar vast en begin nog harder te huilen. Ik hoor Lena, Lea en Davy de trap af stormen. 'Wat is-' Begint Lea haar zin. Ik draai me rustig om en kijk ze aan. De tranen stromen nu als watervallen over mijn wangen. Lena rent naar mij toen. 'Sky! Je bent gewond eerst moet je naar het ziekenhuis.' Zegt Lena bezorgt. Ze drukt haar hand op mijn wond om het bloeden te stoppen. De pijn trekt verder naar mijn hoofd. Mijn zicht word langzaam minder. 'Waar zijn pap en mam?' Vraagt Lea om verder te helpen. Ik stort helemaal in en val flauw, niet wetend wat er verder zou moeten gebeuren. Ik open mijn ogen mijn hoofd bonkt en mijn arm tintelt. Fel wit ligt komt mij tegemoet. 'Ben ik dood?' Vraag ik hardop. 'Skyler!' Hoor ik Lena en Lea hard roepen. Mijn keel is te droog om nog iets te zeggen. Inmiddels kan ik alles goed zien. Ik lig in een klein ziekenhuiskamertje. Naast mijn bed, waar ik op lig, staan drie stoelen. Op twee van de drie stoelen zitten Lea en Lena. Aan de andere kant van mijn bed staat een kastje waar een glas water met een rietje op staat. Ik probeer mijn linkerarm te bewegen om het water te pakken. Mijn arm die tintelde voelt nu alsof er vijftien naalden in mijn arm worden gestoken. Zacht kreun ik meer geluid kwam niet uit mijn keel. Lena springt direct naar het water en brengt het richting mijn mond. Ik zuig de eerste slok door het rietje naar binnen. Het koude water kan ik volgen als het door mijn lichaam naar mijn maag. Snel drink ik de rest van het glas leeg. Mijn hoofdpijn trekt lichtjes weg. 'Waar.. is Davy?' Weet ik schor uit te brengen. 'Iets aan het regelen.' Zegt Lea snel. 'Maar dat is niet heel interes-' op dat moment komt Davy binnen met een oudere volwassen man. 'Goedemiddag Skyler.' Zegt de man vriendelijk. Zijn stem is laag. 'Wat heb ik gemist?' Zeg ik snel mijn stem weer scherp. Ik kijk de man vuil aan. Hij is gekleed in een blouse en een normale oude mannen broek met riem. De man begint te lachen. 'Een heleboel. Nadat we je naar het ziekenhuis hadden gebracht ben je direct naar een operatiekamer gegaan en hebben ze de kogel uit je arm gehaald. Wij hebben een klein geneesmiddeltje erin gedaan zodat je twee keer zo snel geneest.' Zegt de man. 'Wacht wat! Hoe.... hoe? Waarom? Wie ben jij? Wat doe je hier? Waarom kennen jullie hem? Wat doe hij hier?!' Zeg ik. 'Ik ben Dave. Je bent hier gekomen met de auto van Davy als je dat bedoelt. Ik ben hier om je wat te vertellen. Hun kennen mij omdat jij mij zometeen ook kent. En ik ben hier nogmaals omdat ik je iets ga vertellen.' Zegt Dave alle vragen nagaand die ik heb gesteld. 'Wat moet je mij vertellen? Is het cool?' Zeg ik snel. Ik probeer mijzelf weer omhoog te krijgen. Dit keer doet mijn arm niet pijn maar is hij te slap. 'Gekkie denk je nou echt dat we je naar een noop ziekenhuis hebben gestuurd. Hier hebben ze automatische bedden.' Zegt Lea en pakt een afstandsbediening en drukt mijn rugleuning omhoog. 'Ga rustig zitten.' Zegt Dave. 'Ik zit vertel! Vertel!' Zeg ik snel. 'Doet ze altijd zo?' Vraagt Dave. 'Meestal. Maar ze krijgt zichzelf ook in de meest domme acties of plaatsen.' Antwoord Davy zijn vraag. Ik kijk hem fel aan en hij steekt zijn tong naar mij uit. 'Oké! Gezellig! Maar Skyler. Even ter zaken. Je ouders wisten niet van het geheim dat Davy, Lena en Lea met zich meenamen in het dagelijks leven. Ze gingen meestal twee keer per week naar mij toe. En als ze weg moesten zeiden ze dat ze een school excursie hadden. Je weet vast niet waar ik het over heb maar dat maakt niet uit. Maar Skyler je bent nu officieel een spion.' Mijn mond valt open. Iedereen kijkt mij lachend aan. 'Rust nu nog maar wat uit.' Zegt Dave. 'Ik uitrusten! Nu! Echt niet! Ik wil naar huis! Kan dat? Vast wel! Kom weg gaan.' Zeg ik en gooi de dekens van me af. Ik gooi mijn benen opzij en ga op de grond staan. Ik heb nog steeds dezelfde kleren aan. 'Oké? Maar je kunt niet naar jullie huis. Nu jullie ouders er niet zijn gaan jullie in ons gebouw wonen. Jullie spullen zijn er al naartoe gebracht.' Zegt Dave terwijl hij zijn nek masseert. Iedereen staat op en ik loop naar de deur van de kamer. Allemaal dokters vliegen mijn kant op. 'Het is goed. Zet het maar op mijn rekening.' Zegt Dave. Hij duwt iedereen weg en loopt verder. Uit het ziekenhuis (wat 4 trappen waren en we er achter kwamen dat er ook een lift is) stappen we Davy's auto in die voor het ziekenhuis staat. Lea wou graag rijden en Davy verbood het om Lena naast mij te laten zitten omdat ze te bezorgt is. Dave heeft zijn eigen auto en rijd als eerst weg. Lea volgt hem. Zo gauw de auto gestart is voelen mijn oogleden zwaar en val ik in slaap.

Spy world Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu