Overwinnaar 3

46 6 1
                                    

Uitdaging: Schrijf een verhaal over een blind en doof persoon.

Mijn leven was niet echt een pretje. Sinds ik me kan herinneren ben ik al doof en blind. Mensen dachten altijd dat ik het verschrikkelijk vond om op deze manier door het leven te gaan, maar dankzij mijn ouders kwam ik er zonder kledingscheuren doorheen.

Mijn vader en moeder waren erg op mij gesteld. Ze stuurden me naar een school waar ik les kreeg met behulp van Braille. Ze wilden, ondanks mijn blind- en doofheid, dat ik een goed en prettig leven zou leiden, met prima onderwijs en een mogelijkheid op een verder leven. Ze beschermden me super veel en waren er altijd voor me.

Tot die ene keer in de vakantie van 1976.

Ik was pas negen jaar oud en mijn familie en ik verbleven een paar dagen in Italië. Mijn ouders wilden graag een dagje de toren van Pisa aanschouwen en, omdat ik hun enige kind was en ze niet zo snel een oppas konden vinden, moest ik met ze mee.

Helaas was ik een nogal eigenwijs en dom jongentje, want na het ruiken van die oh zó heerlijke geur van patat was ik meteen verkocht. Wegens mijn blind- en doofheid waren mijn andere zintuigen extra alert geworden. Geuren gingen dan ook niet zo gemakkelijk aan mijn neus voor bij.

Na me een weg gebaand te hebben door de mensen massa, dankzij het volgen van mijn neus, kwam ik aan bij de heerlijke geur van patat. Op dat moment bedacht ik me pas dat ik mijn ouders mee had moeten nemen. Nogmaals, ik was een eigenwijs en dom jongentje.

Ik draaide mijn hoofd hevig heen en weer, wetende dat het geen enkel nut had. Op die manier zou ik mijn ouders toch niet terug kunnen vinden, ik was namelijk blind. Stom, stom, stom!

Ik hief mijn hand omhoog en sloeg mezelf keihard in mijn gezicht, waarna ik begon te huilen.

Waarschijnlijk had iemand in mijn omgeving me opgemerkt, want na een lange tijd voelde ik een zware hand op mijn schouder. Ik trok mijn hoofd omhoog, ook al kon ik hem niet zien. Hij kon wel aan mij zien dat ik blind was.

Mijn ouders hadden me ooit verteld via Braille dat mijn ogen anders waren dan andere ogen. Mijn ogen waren volgens heen grijsachtig en dof, terwijl alle andere ogen kleurrijk waren.

De hand op mijn schouder ging weg. Al gauw voelde ik me alleen, ik verloor de hoop en taste wild om me heen, maar er was niets in de buurt. Ik kroop langzaam in elkaar en huilde het uit.

Niet veel later voelde ik hoe iets kouds, waarschijnlijk vingers, mijn handen vastpakten en die naar iets anders toe brachten. Het waren tekens van braille, ik voelde het gewoon.

Ik gleed met mijn vingers traag over de tekens heen en las wat er stond.
Het spijt ons dat we niet achter je aan waren gegaan en dat je ons voor even kwijt was. Alsjeblieft, vergeef het ons.
Liefs je ouders.

Als in automatisme begon ik te huilen en voelde ik hoe, waarschijnlijk twee warme lichamen, zich naar me toe drukten en me meenamen in een omhelsing.

Vanaf dat moment zijn mijn ouders nooit meer van mijn zijde geweken. Ze bleven bij me en hielpen me met alles. Zelfs na hun dood zorgden ze ervoor dat ik goed te recht zou komen, dat ik me prettig zou voelen en dat er nieuwe mensen waren die me door mijn blind- en doofheid konden slepen.

Anti-comfort (DMU1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu