Overwinnaar 4

45 7 1
                                    

Uitdaging: Schrijf een weerwolfverhaal, maar niet in de pov van iemand die net een weerwolf wordt en zonder romantiek.

Ik ren door het bos heen. De wind zoeft langs mijn hoofd en vliegt door mijn haren, het is altijd fijn als ik tijd heb om te rennen.
Het geeft je een gevoel alsof je vrij bent, even niks aan je hoofd hebben.
Ik ren al in dit bos sinds ik wist dat ik een weerwolf was, net als mijn moeder, maar tot mijn ergste verdiret is zij wel in de handen van de jagers belandt en heeft ze het niet gered.

Flashback

'Mama, mama! Kijk eens wat ik kan!' Ik doe een kunstje op het gras. Mama rent een paar rondjes om me heen door het bos.
'Goed zo, Kyle, je kunt het!' Hoor ik haar stem vanuit de bosjes.
'Zij daar, die moet je hebben!' Mijn oom en een paar andere mannen komen recht op mijn moeder af. 'Je bent een vuile verader.' Sist mijn moeder naar mijn oom.

Toen klonk er een ongeloofelijk schreeuw, een knal en ik ren naar mijn moeder. Een bloederige wond op de plek van haar hart. 'Ik hou van je, voor altijd.'

Einde flashback

'Daar is er één!' Wordt ervan achter me geschreeuwt.

Sinds een één of andere gek had bedacht dat hij een echte weerwolf had gezien en meerdere mensen ook worden we nu opgejaagd. Elke persoon die dan ook een trekje van een weerwolf laat zien zal gedood worden. Slechts enkele weerwolven worden in de gevangenis gegooit.

Het genieten van mijn rondje is al snel voorbij vandaag. Ik hoor schoten van achter me vandaan komen en ik begin harder te renen en schijnbewegingen te maken. Hoe sneller ik beweeg hoe minder de kans is dat ze me raken.
Af en toe rol ik opzij, ontwijk ik een tak of spring ik over een boomstronk heen, maar ik krijg ze maar niet van me afgeschud.

Hebben die lui echt niks beters te doen?

Ik gedraag me alsof ik niet bang voor ze ben, maar ik vrees die jagers net zo erg als iedere andere weerwolf. Ik heb moeten verhuizen omdat mijn oom te gevaarlijk was. Misschien is hij dat nogsteeds wel, ik zou het niet weten.
Niet dat ik het wil weten.

Nogsteeds aan het rennen besef ik me dat er geen schoten meer klinken dus verstop ik me ergens.
'Waar is hij naartoe?' De mannen kijken om zich heen als ze vlakbij me komen. Maar een man van de andere vier grijnst. 'Wolfje, van ons kom je niet af.' De man maakt opeens een beweging naar mijn verstopplek en slaat me keihard in mijn nek. Gelukkig valt de pijn nog mee.
Ik verkoop hem een flinkemep op zijn oog en hij wankelt achteruit. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om de rest van zijn vriendjes te bezeren, de één knalt met zijn hoofd tegen een boomstronk, de ander geef ik een knietje en gooi hem neer, de laatste overgebleven man geef ik een flinke mep, maar hij blijft nog staan. 'Nu!' Hoor ik heb bevelen.

Een inmense pijn schiet door mijn hele lichaam.

De kogel heeft mijn hart geraakt.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Mar 15, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Anti-comfort (DMU1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu