hoofdstuk 21

2.3K 84 3
                                    

Harry pov.

Samen met Louis ben ik onderweg naar mijn huis. Ik ben blij dat Louis mee wilde, er is namelijk niemand thuis en ik hou er niet van om alleen te zijn en natuurlijk hou ik veel van Louis. Ik kijk naast me en zie dat Louis in slaap is gevallen, hij is zo lief. Na een tijdje in de auto gezeten te hebben, zijn we er. 'Lou, wordt wakker, we zijn er.' Louis wordt langzaam wakker en kijkt me aan. 'Zijn we er al Harry?' 'Ja, kom je mee?' 'Ja, ik kom.' We pakken onze koffers uit de auto en lopen naar binnen. We gaan meteen naar boven, omdat het al laat is en we heel moe zijn. We zetten onze koffers neer op mijn kamer en trekken onze kleren uit, poetsen onze tanden en gaan dan samen in bed liggen. 'Ik hou van je Lou.' Zeg ik en geef hem een kus. 'Ik ook van jou.' Zegt hij terug en dan vallen we samen in slaap.

Niall pov.

Ik ben eindelijk thuis, ik ga meteen naar mijn kamer, omdat ik zo moe ben. Maar eerst pak ik mijn telefoon en bel Liam. 'Hee schatje.' Hoor ik hem zeggen. 'Hee Liam.' 'Ben je veilig thuis aangekomen?' 'Ja, gelukkig wel, jij ook?' 'Ja ik wilde net gaan slapen.' 'Ik eigenlijk ook wel, slaap lekker Liam, ik zie je snel weer.' 'Slaap lekker schatje, tot snel.' En hij hangt op. Dan ga ik snel mijn tanden poetsen enzo en ga dan slapen.

Larry StylinsonWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu