De geur van verbrand vlees hangt zwaar in de lucht en hoewel hij veel gewend is had het even geduurd voor Wes zijn neus ervoor kon afsluiten. De verkoolde resten van wat ooit een man was liggen enkele meters bij hun vandaan, omringd door afzetlint en fotografen. Het is geen fijn gezicht en meer dan een persoon heeft een adempauze genomen. Het is wel duidelijk wat er gebeurd is maar Wes weet dat dat niet alles is. "Dus heeft iemand al een melding gedaan?" Vraagt hij zijn teamleider. Jay schudt zijn hoofd.
"De raad heeft al een bericht rondgestuurd. Tot we antwoord van hen krijgen zijn we afhankelijk van het medium wat ze sturen. Als hij de energie van de dader herkent zijn we snel klaar en anders wachten we." Legt hij uit en iedereen knikt. Normaal hebben ze weinig uitleg nodig, maar een zaak zoals deze komen ze niet vaak tegen. Meestal melden mediums menselijke slachtoffers onmiddellijk. Nu twijfelt Wes of dit een toevallig slachtoffer of het doelwit was, want er zijn geen resten van demonen te bekennen in de metro.
Adelaide is de enige die ietwat moeilijk kijkt. Zodra Jay klaar is met praten trekt ze dan ook haar mond open. "Zeg Jay, er wordt toch wel iemand gestraft hiervoor? Ik bedoel, het is moord tenslotte." Het is een goede vraag, ware het niet dat Adelaide ondertussen beter zou moeten weten.
De diepe zucht van Jay en de blik van irritatie van Gale zeggen genoeg en Wes beseft dat hij waarschijnlijke eenzelfde blik als zijn teamgenoot heeft op dit moment. "Nee Adelaide, als het medium in kwestie een goede reden heeft dan is deze man een ongelukkig slachtoffer van de omstandigheden." Legt hij uit en hoe moeilijk het ook klinkt hij heeft gelijk. "Soms is het onmogelijk om iedereen te beschermen en helaas branden mensen ook in het heilige vuur. Als we ieder medium wat weleens iemand gedood heeft opsluiten blijft er niemand over om ons te beschermen."
"Het kleinere van twee kwaden." Mompelt Wes. Dat is wat Jay hem had verteld na de storm waarbij zijn ouders vorig jaar omkwamen. Niet dat de dader in dat geval had kunnen boeten, hij had zichzelf compleet opgebrand in zijn roekeloze actie en het was nog steeds een onderwerp van discussie of zijn actie niet te extreem was. Wes dacht van wel, niemand die zijn mening vroeg.
Hij wordt uit zijn gedachten gehaald door een warme hand op zijn schouder. Hij kijkt op en kijkt recht in Jays ogen, verborgen achter zijn zonnebril. Jay knijpt hem even in zijn schouder, en Wes begrijpt wat hij probeert te zeggen. "Nou ja dat dus. Aan het werk nu." Hij geeft ieder van hen een taak waar ze aan kunnen werken terwijl ze wachten op het medium wat hen gaat helpen.
Net wanneer Wes zich omdraait om een collega te vragen naar de getuigenis van de enige andere passagier in de wagon hoort hij een vaag bekende stem die hij absoluut niet verwacht had. De stem is wel een stuk dieper dan zestien jaar geleden en het accent wat toen nog duidelijk aanwezig was is nu bijna verdwenen.
"Jay? Wes? Adelaide?" Vraagt Kuro Samidare, een van de sterkste mediums die voor hen vecht en niet iemand waarvan je verwacht dat hij bij dit soort onbelangrijke zaken assisteert. Wes laat zijn blik over de jongen die hij ooit vaag kende toen hij jong was. Natuurlijk is hij geen elfjarige jongen meer. Kuro is redelijk lang geworden, niet bijzonder breed of gespierd maar dat hoeft hij niet te zijn wanneer hij zijn meeste vijanden met een enkele gedachte kan verbranden. Zijn zwarte haar is een stuk langer dan vroeger en zijn gezicht wat destijds redelijk schattig was is nu gewoon knap. Nog steeds is aan destand van zijn ogen duidelijk te zien dat hij oorspronkelijk uit een ander deel van de wereld komt, maar het past en Wes heeft nooit een probleem gehad met de afkomst van de Samidares. In tegenstelling tot andere mensen. "Ik dacht dat Haru een grapje maakte toen ze zei dat jullie deze zaak deden maar blijkbaar niet."
Hij denkt weer terug aan Haru, de jonge vrouw met het donkerbruine haar uit het café, had ze hen horen praten over deze opdracht? Dat moet haast wel, anders zou Kuro haar niet noemen.
Kuro kijkt verwachtingsvol naar elk van de leden van hun groep maar Wes voelt absoluut niet de nood om hem te begroeten. Zijn laatste herinneringen aan de man zijn niet bepaald prettig en van wat hij over hem heeft gehoord van collega's die met hem gewerkt hebben is hij ervan overtuigd dat hij niks veranderd is in de zestien jaar dat ze elkaar niet gesproken hebben.
Jay, de teamleider die hij is, neemt het voortouw. "Kuro, wat een eer om te mogen samenwerken met een kruisvaarder." Natuurlijk moet hij even op de grond gaan voor de Samidare, alsof die nog niet genoeg van dit soort kletspraat te horen krijgt. Aan Kuro's gezicht te zien doet het hem absoluut niks. Nu is het niet alsof Kuro heel goed was in het tonen van emoties vroeger, maar ook dat lijkt niet veranderd te zijn. Jay lijkt dat ook wel door te hebben en dus gaat hij meteen over op de orde van de dag zoals hij bij elk ander persoon zou hebben gedaan. "De resten liggen daar. Ik denk dat wij je gewoon de ruimte geven om je hocus pocus te doen en dan horen we het wel." Kuro knikt en loopt langs hen.
"Zeg, is dat niet de oude-" begint Adelaide maar Wes kapt haar af.
"Ja, dat is de oudere broer van Hayate." Gale kijkt niet begrijpend van de een naar de ander maar Wes heeft geen zin om dat verder toe te lichten. Adelaide lijkt echter medelijden met hem te hebben.
"Een vriend van toen we jong waren." Fluistert ze en hij knikt begrijpend. De twee staren elkaar nog enkele tellen aan en Wes moet zich inhouden om niet met zijn ogen te rollen. Als ze nou gewoon eens uit zouden gaan dan waren ze van dit onzekere gezeik af. Het is duidelijk dat de aantrekking wederzijds is, alleen hebben ze dat zelf niet door. Normaal kan hij er wel om lachen maar vandaag is zijn humeur al verpest door Kuro's komst en dit heeft hij er liever niet bij.
Ondertussen heeft het medium de lichaamsresten gevonden en is hij begonnen met zijn taak. Wes heeft wel vaker magie gezien, maar toch is het elke keer weer een sensatie. Daarnaast is Kuro niet zomaar een medium, zijn magie moet haast wel indrukwekkend zijn.
Hij wordt niet teleurgesteld. Zodra Kuro zijn spreuk activeert verschijnen er een aantal lichtjes in verschillende kleuren die in een steeds hoger tempo om de resten beginnen te dansen, een spoor van fonkelende kleuren achterlatend. In cirkels draaien ze door de lucht tot ze opeens samen komen en in een witte flits uiteen spatten. Wie het medium nog niet opgemerkt had zou nu wel moeten weten dat hij er is, de flits is zo fel dat Wes zijn ogen af moet schermen en zelfs dan dansen er nog vlekken door zijn zicht wanneer hij ze opent. En zo, in een paar seconden, weet het medium waarschijnlijk meer dan zij in een paar dagen zouden weten wanneer ze op antwoord van de raad zouden moeten wachten.
Voor het eerst die dag is er echter emotie zichtbaar op Kuro's gezicht. Hij kijkt bedenkelijk, met gefronste wenkbrauwen en bijt in gedachten verzonken op zijn onderlip, alsof het resultaat van zijn spreuk niet is wat hij verwacht had.
"En?" Vraagt Jay die overduidelijk geen zin heeft om te wachten tot het medium klaar is met het antwoord overpeinzen.
Kuro kijkt verstoord op en zucht diep. "Ik denk dat deze zaak net een een stuk ingewikkelder is geworden." Antwoordt hij. Jay gebaart hem door te gaan en Kuro legt uit: "Als ik het goed heb ben ik vrij goed bekend met het medium van wie dit vuur was. Het is alleen zeer onwaarschijnlijk dat hij gisteravond in deze metrowagon zat." Hij haalt nog een keer diep adem en zegt dan: "Het gaat namelijk om het heilige vuur van mijn jongere broertje Hayate. En Hayate is zestien jaar geleden ontvoerd."
Bij het horen van zijn woorden is iedereen meteen stil. Je zou een speld kunnen horen vallen. Iedereen staart naar het medium met grote ogen. Dat iemand een medium zou ontvoeren is ongehoord en zou zonder twijfel groot in het nieuws zijn geweest. De ontvoering van Hayate, als hij daadwerkelijk ontvoerd was dan, was voor iedereen behalve Kuro nieuws. En dat is onmogelijk, iemand zou die informatie verspreid hebben.
Kuro lijkt dat ook te beseffen. "Op dit moment heb ik geen toestemming om erover te praten, eigenlijk heb ik al teveel gezegd. Bij deze verzoek ik jullie deze zaak te laten rusten en verder te gaan met jullie werk." En met die woorden heeft hij het onderzoek effectief gesloten. Hij hoeft niks uit te leggen verder, het is duidelijk dat deze zaak omringd is door rode tape en dat niemand buiten de orde der mediums er iets over hoeft te weten. Dat betekent ook dat zij niet verder hoeven te gaan met dit onderzoek, het is duidelijk wat er gebeurd is en het is niet alsof de dader gestraft zal worden.
Een voor een beginnen de onderzoeksmensen hun spullen op te ruimen en weg te stoppen. Er zijn andere zaken waar ze nodig zijn dus in groepjes verlaten ze de metrowagon. Ondertussen is er een ander team wat begint met het opruimen van de menselijke resten en andere sporen zodat het metrostation zo snel mogelijk weer in gebruik kan worden genomen.
Wes bekijkt alles met lede ogen, het gevoel dat iemand weer wegkomt met de dood van een onschuldige man drukt zwaar op zijn maag. Hij denkt aan zijn ouders, zijn moeders vriendelijke glimlach en de manier waarop zijn vader zijn hand door Wes' haar haalde. Goede mensen, vermoord en hun moordenaar gezien als hand. Zijn handen ballen zich tot vuisten bij de gedachte alleen al.
Diep in gedachten verzonken merkt hij niet dat Kuro naar hem toe is gelopen. "Wes, is het goed als ik met jou mee naar huis ga? Ik denk dat wij wat te bespreken hebbem." Even is hij geneigd om nee te zeggen. Hij Kuro en het is geen geheim dat Kuro hem haat. Maar zestien jaar is lang en iets zegt hem dat dit zijn kans is op antwoorden. Dus knikt hij en wanneer Jay besluit dat er niks meer te doen is voor hen en ze laat gaan gaat hij Kuro voor in de richting van zijn appartement.
JE LEEST
Zomerregen
FantasyWes heeft eindelijk zijn droom kunnen vervullen, hij mag aan de slag bij het bureau van paranormale zaken wat betekent dat hij eindelijk zijn steentje kan bijdragen in de strijd tegen de demonen. Helaas valt dat vies tegen. Het daadwerkelijke vechte...