Hoofdstuk 10

1 0 0
                                    

Hayates reactie was verrassend, niet compleet onverwacht, maar zeker niet gewenst. Kuro had verwacht dat zijn broertje veranderd was en waarschijnlijk in de war zou zijn, maar hij had niet de angst in Hayates ogen niet verwacht. En hij had al helemaal niet verwacht om aangevallen te worden. De krassen van Hayates nagels staan nog in zijn arm van waar hij zich verdedigd had.
Hayate had compleet niet gereageerd toen ze hem vroegen, smeekten, te stoppen. Pas toen Kuro in hun moedertaal gehuild had of hij alsjeblieft op kon houden was hij gestopt. Vervolgens was hij opnieuw in paniek geraakt en had hij om vergiffenis gesmeekt met angst en tranen in zijn ogen.
Het is niet alsof hij ooit gedacht heeft dat zijn broertje goed behandeld werd in de tijd dat hij weg was, maar het is iets anders om te zien wat het met hem gedaan heeft. Ze hadden hem moeten verdoven om hem weer rustig te krijgen en nu zit Hayate half onderuit gezakt tegen hem aan. Zijn ogen staren dof voor zich uit en misschien is Kuro niet helemaal goed bezig door misbruik te maken van het feit dat Hayate niet terug kan vechten maar hij heeft dit moment even nodig om zichzelf ervan te verzekeren dat ze hem terughebben en dat hij nog leeft. Zijn ogen mogen dan halfgesloten zijn, ze zijn open genoeg om de illusie van wakker zijn te wekken.
Kuro streelt met zijn vingers door zijn broertjes' haar. Het is zo lang, het komt moeiteloos tot over zijn schouders en moet nodig gewassen worden. Dat kan later wel, besluit hij, wanneer Hayate wakker en gekalmeerd is en een douche kan nemen.
Het is al even geleden sinds ze de verdoving toegediend hebben en hij zou alweer wat alerter moeten worden, maar misschien dat hij half in slaap gevallen is omringd door de warme armen van zijn oudere broer. Het zou tenslotte niet de eerste keer zijn.
"Hij is dus echt thuis." hoort Kuro opeens vanuit de deuropening en wanneer hij kijkt ziet hij Haru staan. Haar ogen zijn gericht op de persoon in zijn armen en gevuld met een twinkeling die hij al lang niet meer bij haar heeft gezien.
Maar iets weerhoudt hem ervan om haar woorden te bevestigen. Hij knikt, maar wanneer hij slikt voelt hij een brok in zijn keel. Hij kijkt nog eens naar Hayate en vraagt zich af of hij echt thuis is gekomen.
Haru accepteert zijn antwoord gelukkig en knielt naast hem. Vanaf een afstand bekijkt ze haar neefje met haviksogen. "Hij is wel veranderd zeg. Slaapt hij?" vraagt ze en hij schudt zijn hoofd.
Met krakende stem legt hij haar uit dat ze hem hebben moeten verdoven omdat hij in zijn paniek gevaarlijk zou worden. Haru knikt bedachtzaam en strekt een hand uit om zijn wang te strelen. Maar zelfs in zijn suffige staat herkent iets in Hayate dit als een gevaarlijk gevaar. Zijn ogen sperren zich wijd open en hij rukt zich los uit een verbaasde Kuro's omhelzing. Ver komt hij niet, nog geen halve meter verderop zakt hij weer in mekaar, maar zijn ogen blijven gericht op zijn familie alsof hij gelooft dat ze hem elk moment iets aan kunnen doen.
Haru trekt geschrokken haar hand terug en haar ogen zoeken die van Kuro. "Wat hebben ze met hem gedaan?"
Kuro zou haar zo graag antwoord op die vraag willen geven, maar hij weet niet wat er in die zestien jaar gebeurd is, maar wanneer hij er over nadenkt verschijnen er de meest gruwelijke dingen in zijn hoofd. Dingen die hij niemand toewenst en al helemaal niet aan zijn broertje. "Hij gaat niet terug." Is alles wat hij kan zeggen.
"Natuurlijk niet." Haru werpt hem een blik alsof hij net voorgesteld heeft in vlammen op te gaan. "Ze mogen hem dan misschien terug willen maar dat gaat niet gebeuren. Het gaat niet makkelijk worden, maar hij blijft bij ons. Hij blijft bij zijn familie."
Kuro knikt instemmend en het brok in zijn keel lijkt iets kleiner te worden alsof hij weer kan ademen, vanaf nu gaat het allemaal beter worden. "Hoor je dat Haya, je blijft vanaf nu bij ons, bij je familie."

"Volgens de regels van de trainingsovereenkomst mogen jullie Hayate niet bij Andreas weghalen zonder toestemming van zowel de raad als de persoon die de training aanbiedt, in dit geval Andreas. Het spijt me, maar ik moet jullie vragen om Hayate terug te sturen."
Wes kan zijn oren niet geloven. De familie heeft een overeenkomst gesloten om hun zoon weg te sturen waar ze het zelf niet mee eens waren? Hij werpt een vragende blik op Jay die hem gebaart zijn mond te houden.
"Kenneth," begint Jay en het hoofd van het Bureau van Paranormale Zaken richt zich op zijn collega, "begrijp me niet verkeerd, je weet dat ik respect heb voor het werk wat je doet, maar geloof je zelf dat deze overeenkomst onder eerlijke omstandigheden gesloten is?"
Kenneth zucht, alsof hij deze vraag al had verwacht. "Jay, ik weet als geen ander dat er niks eerlijks aan deze overeenkomst is. Ik was erbij toen deze gesloten werd en ik heb mijn dochter moeten troosten toen haar jeugdliefde spoorloos verdween. En hoewel ik er dus absoluut niet achter sta is het niet mijn wil die ik hier vertegenwoordig."
Wes heeft Kenneth altijd wel gemogen. Adelaides vader is zijn baas en de man die hem destijds als eerste op zijn huidige pad gebracht had. Toen Kenneth eerder uit een zwarte sedan van het Bureau gestapt was had hij opgelucht adem gehaald. Met Kenneth hier zou alles snel geregeld worden. Een half uur in het gesprek en hij ontdekt hoe zijn baas slechts een marionette van de raad is.
"Zolang Andreas ongestoord Hayate kan trainen en de Samidares hem met rust laten zullen hij en zijn mensen de strijd tegen de demonen steunen. Ik hoef denk ik niemand hier uit te leggen dat we elk medium nodig hebben om de mensheid zo veilig mogelijk te houden. Andreas is een van de naarste personen die ik ken maar hij heeft toch een grote groep mensen onder zijn bevel staan die we niet kunnen missen."
Het is iets wat hij de raad zonder twijfel zou zien doen. Het leven van een enkel persoon opofferen om de grote groep te beschermen. Het is een keuze die hijzelf ook heeft gemaakt elke keer dat iemand hem dit denkbeeldige scenario voorgelegd heeft, maar voor het eerst in zijn leven twijfelt hij aan die beslissing. Het leed van een persoon boven dat van velen lijkt de beste oplossing in zo'n situatie, maar na het zien van Hayate weet hij dat niet zo zeker meer. Ook is er iets anders wat hem niet lekker ligt, maar Jay is hem al voor.
"En hoe wist je zo zeker dat de Samidares niet hun kind terug zouden nemen en naar huis zouden gaan?" Het is een goede vraag en Wes wacht vol verwachting op het antwoord van zijn baas.
Kenneth lijkt deze vraag ook verwacht te hebben. Hij geeft de Samidares in de ruimte een glimlachje en legt uit: "De Samidares zouden ook wel begrijpen waar deze overeenkomst over ging. Daarnaast zou hun vertrek problemen opleveren tussen de mediumorganisaties van onze landen en in hun thuisland. Aangezien die problemen niemand ten goede zouden komen kozen zij ervoor in stilte te lijden onder hun verdriet. Voor dat offer ben ik hen dankbaar, maar ik zou willen vragen of ze nog even langer kunnen volhouden tot we deze situatie op een nette manier kunnen beëindigen."
"Hoe bedoel je nog even langer volhouden? Je beloofde ons precies hetzelfde toen we de overeenkomst tekenden en zestien jaar later wachten we nog steeds op deze vreedzame oplossing waar je maar over blijft praten!" De woedeuitbarsting komt uit een onverwachte hoek. Amaya's ogen zijn gevuld met woede, ze lijkt in vuur en vlam te staan even lijkt het erop alsof ze met elk woord ook enkele vlammen uitspuwt.
Kenneth die er al de hele tijd redelijk ontspannen bijstaat doet geschrokken een stap achterui en lijkt zijn handen als fysieke barrière tussen hem en het medium op te willen gooien. Even vermoedt Wes dat hij Amaya in bedwang moet houden maar Kazuya staat al klaar om zijn vrouw te kalmeren.
"Het is niet dat ik het met de woorden van mijn vrouw oneens ben, maar ik denk niet dat schreeuwen naar elkaar zin heeft." Hij legt zijn hand op de arm van Amaya en het lijkt erop alsof ze ietwat kalmeert. Maar dan ook echt ietwat, ze kijkt alsof ze Kenneths hoofd eraf gaat bijten wanneer hij een moment niet oplet. Dat heeft hij ook door dus hij houdt haar scherp in de gaten.
Dit lijkt het moment te zijn waarop Jay ingrijpt. "Kenneth, wat nou als Hayate niet bij zijn familie is?"
"Ik stuur mijn kind niet weg." onderbreekt Amaya hem maar hij maakt een sussend gebaar.
"Ik bedoel niet dat je je zoon weg moet sturen, ik vraag alleen of we hem niet tijdelijk ergens anders onder kunnen brengen zodat hij niet langer onder Andreas hoeft te lijden terwijl we een permanente oplossing zoeken."
Zowel Kenneth als Amaya lijkt dit te overwegen. Verrassend genoeg is het Kenneth die als eerste bedachtzaam knikt. "Ik denk dat als Hayate zich niet hier bevindt ik wel een oogje toe kan knijpen."
Amaya lijkt wat meer moeite te hebben met het idee. "Ik weet niet of het verstandig is om Hayate zo snel weer weg te sturen. Ik kan me niet voorstellen dat hij ons nog heel erg vertrouwt nadat we hem zestien jaar hebben laten zitten en liever zie ik dat vertrouwen zo snel mogelijk terugkomen."
"Daar kan ik me tot zekere hoogte in vinden, maar jullie kunnen niet zomaar familieleden de hele dag bij hem parkeren. Een Kuro of een Haru zulken we echt missen tijdens het beveiligen van de stad, niet te vergeten dat het op zal valken als zo'n persoon voor langere tijd compleet van het toneel zou verdwijnen."
Wes snapt de punten van beide kanten, maar hij ziet zelf niet helemaal hoe hij deze in balans kan brengen. De enige personen die vertrouwd waren met Hayate zijn ook onmisbaar in de strijd en hij ziet niet hoe hij dat in balans moet brengen. Gelukkig is hij niet de enige in de zaal. Kazuya lijkt even na te moeten denken maar zegt dan: "Ik heb een jongere broer met een appartement in de stad. Hij heeft de familie enige tijd geleden verlaten maar hij had een goede relatie met mijn zoons. Ik weet zeker dat hij Hayate een tijdje in huis zal nemen."
"Ook stel ik voor dat Wes een paar uur per dag langs zal komen. Ik weet zeker dat het Hayate goed zal doen om met iemand anders te kunnen praten en de twee waren ooit goede vrienden. Later kunnen we natuurlijk altijd meer mensen toelaten maar dit lijkt me een goed begin." De Samidares lijken dit even te moeten overdenken maar stemmen er vrij snel mee toe. Het is tenslotte geen raar plan en het klopt dat Wes ooit een goede relatie had met hun zoon.
Het is Wes voor wie dit voorstel als een verrassing komt en hij kijkt met grote ogen richting Jay en daarna Kenneth. "Zie het als je eerste speciale opdracht Wes. En niet te vergeten als een goed argument om onder vervelende klusjes uit te komen. Deze opdracht heeft voorrang op alles behalve echte noodgevallen." legt Kenneth hem uit. "Ik gok dat je teamgenoten het werk wel alleen af kunnen, vooral mijn dochter zou het goed kunnen gebruiken." voegt hij met een knipoog toe.
"Dan lijkt het me dat alles geregeld is. Ik denk dat we verdere details beter met mijn broer kunnen doorspreken, en of hij ons überhaupt wil helpen. Ik denk dat we daar een dag voor nodig zullen hebben." Kazuya geeft Kenneth een vragende blik.
"Een dag zou te regelen moeten zijn." stemt Kenneth toe en Kazuya vertrekt om contact op te nemen met zijn jongere broertje. Niet lang daarna valt het gesprek stil en dus besluit Wes dat hij misschien Hayate wel kan bezoeken.

Als twee wachters staan Kuro en Haru elk aan een kant van Hayates bed. Ze houden elk een oog gericht op hun familielid en het andere oog schiet zijn kant op wanneer Wes binnenkomt. Haru lijkt iets te ontspannen wanneer ze hem herkent maar Kuro doet juist het tegenovergestelde. Zijn beide ogen schieten de ruimte door voor hij ze uiteindelijk op de grond richt.
"Wat hebben ze besloten?" vraagt Haru, alsof het hier om leven en dood gaat. Misschien gaat het daar wel om, niemand weet wat Andreas zal doen wanneer hij zijn speeltje terugheeft. Wacht, nee, Hayate is geen speeltje maar een mens. Wanneer hij zich bewust wordt van die gedachten voelt hij twee ogen zijn kant op kijken en even is hij verrast wanneer hij Hayate recht in zijn ogen staart. De laatste keer was een lange tijd terug en ondanks alles wat er verandert is haalt niks het bij de blik in de ogen van zijn oude vriend.
Hayate was altijd ietwat arrogant, maar zoals elk kind kon hij makkelijk aan het lachen gemaakt worden. Nu zijn zijn ogen kil, alsof iemand zijn ziel eruit gezogen heeft. Toch lijkt er iets van vuur in te branden, gevoed door angst en woede, een stille uitdaging om hem iets aan te doen.
Het duurt even voor hij zich ergens anders op kan richten en het tweede wat hem opvalt is een patroon van zwarte lijnen wat als een soort halsband over zijn hals en nek loopt en daarna onder zijn shirt verdwijnt voor het uiteindelijk bij zijn handen weer opduikt en eindigt in een ander ingewikkeld patroon. De patronen doen hem denken aan bloemen en de lijnen ertussen zijn de takken die hen verbinden. Hij kan zich haast niet voorstellen dat Andreas het nemen van een tattoo toe zou staan dus het moet haast wel een ander doel hebben. Hij zou zich echter niet kunnen bedenken wat, maar iets zegt hem dat ze er nog wel achterkomen.
"Uitgekeken?" vraagt een onbekende stem dan. "Ik zou namelijk ook graag weten wat jullie met mij van plan zijn."
Niet alleen Wes is verbaast bij het horen van Hayates stem, maar de anderen weten het beter te verbergen. Het duurt even voor hij de vraag registreert. "Natuurlijk, sorry. We hebben mogelijk een plek gevonden waar Hayate, ik bedoel jij, veilig kan verblijven zodat Andreas niet bij je kan komen. Wanneer je daar bent hebben wij tijd om dingen verder uit te werken en deze zaak voor eens en altijd op te lossen."
"Dus jullie sturen me weer weg?" komt de onmiddellijke reactie en als Wes eerder dacht de schim van een vlam in Hayates ogen te zien dan is deze nu een steekvlam geworden.
"N-nee, natuurlijk niet. Je familie wil niks liever dan je hier houden, maar het is veiliger als je tijdelijk bij je oom woont."
Er valt een stilte terwijl Hayate zijn woorden overdenkt. Dan zegt hij: "Misschien is dat wel beter ja, ik weet namelijk ook nog niet of ik wel bij jullie wil blijven." De stilte die de opmerking volgt is oorverdovend, alsof niemand zich had kunnen voorstellen dat Hayate niet bij zijn familie zou willen zijn. Om het mes er nog wat dieper in te steken zegt Hayate: "Het is niet alsof ik gewend ben keuzes te maken, dus misschien ben ik er niet heel goed in, maar liever kies ik voor het bekende lijden. Een derde optie is dus misschien het beste." En die vergelijking tussen zijn familie en Andreas, daar hebben ze alledrie niks op te zeggen.
Kuro verlaat als eerste de kamer zonder Wes een blik waardig te gunnen en Haru volgt niet veel later. Even denkt hij iets te zien glinsteren op haar wang, maar misschien is dat ook wel een speling van het licht. Hayate geeft hem nog steeds een wantrouwige blik en hoewel hij die graag zou zien verdwijnen weet hij niks wat hij zou kunnen zeggen om zijn oude vriend gerust te stellen en dus zegt hij niks. Het praten laat hij voorlopig maar aan Hayate over, en praten doet hij.
"Dus, hebben ze jou verteld wat er aan de hand was? Ik heb het zelf uit moeten vinden, de delen die Andreas mij niet vertelde tenminste. Toch fijn dat je blijkbaar zo ongewild was in je familie dat ze je zomaar weg kunnen geven. Toch jammer dat niemand mij blijkbaar gemist heeft in die zestien jaar."
Tegen beter weten trekt hij zijn mond open: "Hoe weet je dat niemand je gemist heeft in al die tijd? Ik weet zeker dat iedereen je terug wilde hebben."
"We zitten hier toch, nu, zoals we zijn." En met die woorden draait hij zich om zodat Wes gedwongen tegen zijn rug aan moet kijken. Wes besluit het er maar bij te laten. Hij had hun reünie, als ze die al ooit zouden hebben, toch iets anders voorgesteld. Toch heeft hij niet het idee dat hij Hayate echt de schuld kan geven want zijn woorden bevatten een kern van waarheid. Het is eigenlijk te schandalig voor woorden dat een groep mensen, waaronder zijn ouders, besloten hadden dat zijn leven een goede prijs was in hun strijd tegen de demonen. Maar aan de andere kant had hij ook jaren geleden in vlammen op kunnen gaan en op die manier zijn leven kunnen geven voor de strijd. Niet voor het eerst denkt hij aan zijn ouders die zijn gestorven om de levens van anderen te redden, al hadden ze het misschien niet gewild. En dan bedenkt hij dat Hayate toch misschien beter op had kunnen branden, want dan zou hij een heel stuk korter moeten leven met de pijn die hij nu waarschijnlijk voelt. Wes weet dat zijn ouders een vrij snelle dood gestorven zijn, maar hijzelf loopt nu nog met de wonden van toen rond. En als zijn pijn al ondragelijk is, hoe moet dat dan zijn voor Hayate?

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 05, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

ZomerregenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu