Hoofdstuk 5

1 0 0
                                    

Het geluid van de dichtslaande voordeur heeft iets definitiefs. Op de meeste dagen is het een geruststellend geluid. Een teken dat hij zich afgesloten heeft van de rest van de wereld en veilig in zijn eigen appartementje zit, weg van alle narigheden van zijn alledaagse leven. Oh, Wes houdt van zijn werk, daar is geen twijfel over mogelijk. Maar soms, soms wordt hij gek van de constante stroom van slecht nieuws, dood en verderf.
Wanneer hij vandaag de deur achter zich dichttrekt en zijn ogen op zijn niet welkome gast richt vult zijn lichaam zich echter met spanning, alsof hij alle dingen die hij haat aan zijn werk in een persoon heeft gestopt en mee naar binnen heeft genomen. Dat is een redelijk kloppende omschrijving, want Kuro is absoluut geen fijne persoon.
Naast het vaste gevoel van dood en verdriet wat altijd aan mediums lijkt te kleven is er nog iets wat Kuro anders maakt dan de meeste mensen. Zijn donkere ogen kijken minachtend het appartement rond, blijven enkele tellen hangen op de foto van zijn ouders voor hij ze op Wes richt. En dan ziet hij het, in eerste instantie lijkt Kuro koud en afstandelijk. Hij houdt zich gesloten, gespannen alsof hij elk moment aangevallen kan worden, maar onder het wantrouwen en de haat spreken zijn ogen van verdriet. En dat verdriet, die ene emotie, is genoeg om Kuro iets treurigs te geven, alsof hij iemand mist. Wes weet precies wie die persoon is.
"Lang niet gesproken," begint hij, "hoe gaat het met Hayate?" Aan de manier waarop Kuro zich nog rechter maakt en elke spier in zijn lichaam nog meer aanspant is te zien dat het de verkeerde vraag was. Daardoor was het ook precies de juiste vraag, want Hayate is het enige wat ze gemeen hebben en dus ook het enige waar Kuro vrijwillig met hem over zou praten. Zoals altijd had hij misschien wel iets meer tact kunnen gebruiken.
Kuro antwoordt niet meteen, zijn ogen glijden opnieuw over het appartement en dan opent hij zijn mond: "Hoe gaat het met jouw ouders?" Het is een lage streek, een vraag minstens even pijnlijk als die Wes net zelf gesteld heeft maar dat vergeet hij een seconde wanneer het rood wordt voor zijn ogen. Zijn handen ballen zich tot vuisten en hij voelt hoe zijn nagels sporen achterlaten doordat hij zo hard knijpt. Een enkele tel voelt hij de neiging om Kuro te bespringen, zijn lange zwart haar uit zijn hoofd te rukken en hem vervolgens van het balkon te smijten. Hij doet geen van die dingen.
Iets in de lucht doet de rillingen over zijn rug lopen en wanneer hij richting Kuro kijkt ziet hij dat de ogen van het medium rood gekleurd en wijd opengesperd zijn. De combinatie van rode ogen en het gevoel van magie in de lucht dienen als stille waarschuwing. Een verkeerde beweging en hij gaat ongetwijfeld in vlammen op.
Wes ontspant zijn handen, laat zijn schouders hangen en doet een stap terug. Oh wat zou hij Kuro graag een goede mep verkopen. Helaas zou zijn plezier van korte duur zijn en dat is hem zijn leven niet waard en dus wint het medium deze ronde. Dat betekent niet dat ze klaar zijn.
Wanneer hij ziet dat Wes een stap terug neemt lijkt Kuro ook te ontspannen. De lucht tintelt niet langer, zijn schouders zakken een fractie van een centimeter naar beneden en zijn ogen worden langzaamaan weer donkerder tot ze weer hun originele kleur hebben. "Excuses, dat was ongepast." Zegt hij en even gelooft Wes dat hij zijn woorden meent. Dan herinnert hij zich dat Kuro's manieren er waarschijnlijk net als zijn vaardigheden in het bejagen van demonen er met de paplepel ingegoten zijn. De vlakke toon waarop hij het zegt is een extra bevestiging, dit is slecht een offer van een tijdelijke wapenstilstand en niks meer.
Wes knikt en mompelt zijn eigen verontschuldigingen. Ze zijn net zo gemeend en worden net zo gemakkelijk geaccepteerd.
"Om je vraag eerlijk te beantwoorden; ik heb geen idee hoe het met Hayate gaat. Ik weet enkel dat hij in leven is." Het lijkt Kuro moeite te kosten om dat toe te geven en dat begrijpt Wes wel. De twee waren altijd bijzonder op elkaar gesteld.
"Jullie weten ook niet waar hij is?"
"We hebben een vermoeden, maar niks concreets." Dat is tenminste iets, maar het is ook veel te weinig. Het kan niet anders dan dat mensen hard gezocht hebben naar een jongen van zeven, vooral wanneer het om een zevenjarig medium gaat. Iets in zijn blik verraadt zijn gedachte want Kuro zucht. "Beloof me dat je niemand hierover vertelt, niet Jay en ook niet je vriendinnetje."
Hij kan een lach niet onderdrukken. Even wil hij protesteren dat Adelaide niet zijn vriendin is, maar een blik van Kuro vertelt hem dat dit niet het moment is en ergens klopt dat wel dus laat hij het voor wat het is. "Tuurlijk beloof ik dat." En om zijn woorden kracht bij te zetten steekt hij zijn pink uit in de richting van het medium.
Kuro geeft zijn uitgestoken pink een blik alsof hij totaal niet onder de indruk is voor hij Wes aankijkt en een enkele wenkbrauw optrekt. Wes kan hem al bijna horen vragen of hij serieus is met dit kinderachtige aanbod maar dan voelt hij Kuro's pink die om de zijne geslagen wordt. Het is een kinderachtig iets, dat klopt, maar het was ook de manier waarop hij en Hayate altijd hun beloftes maakten en het nostalgische gevoel overvalt hem bijna. Hij moet even goed slikken voor hij Kuro's pink goed vastpakt. Ze schudden eenmaal hun handen waarna de twee elkaar zo snel mogelijk loslaten.
Kuro zucht nog eens diep. "Vooruit dan, zoals je misschien meegekregen hebt is Hayate zestien jaar geleden ontvoerd. Let een paar tellen niet op, en opeens kom je zonder je broertje thuis." Voor het eerst hoort hij echt emotie in Kuro's stem, maar hij zegt er niks van. In plaats daarvan knikt hij om Kuro door te laten gaan met zijn verhaal. "We weten precies wie de dader is, de persoon in kwestie stelde ons erg snel op de hoogte. We kunnen alleen niks doen. De situatie ligt heel erg gevoelig binnen de gemeenschap en zolang de raad niks doet kunnen we niks." Legt hij uit.
Even is Wes stil terwijl zijn brein die informatie verwerkt. "Je probeert met te vertellen dat jullie weten wie mijn beste vriend ontvoert heeft en dat jullie al zestien jaar niks kunnen doen omdat de dader iets te populair is binnen de mediumgemeenschap?" Kuro knikt ter bevestiging en dan ontploft Wes. "Dus het boeit niemand iets dat een kind van zeven bij zijn ouders weg wordt getrokken?! Het boeit niemand iets dat hij van de aardbodem verdwijnt en zijn vrienden en familie niet meer ziet?!" Kuro is stil en kijkt naar de grond en dat is antwoord genoeg. Wes heeft de neiging om te kotsen en hij weet weer heel goed waarom hij niks met mediums heeft. "Ik weet dat jullie hard zijn, maar dat mediums zo harteloos zijn dat ze dit laten gebeuren is nieuw voor me." Besluit hij.
"Wel, als de persoon in kwestie besluit zijn mediums terug te trekken uit de strijd dan zou dat vele mensenlevens kosten." Legt Kuro uit. Wes weet niet wat hij hoort. Het is de familie van deze man waar het om gaat en toch verdedigt hij het besluit om het zo te laten.
"Ben jij wel helemaal lekker Kuro? Alsof jullie niet in elke andere situatie het leven van een medium boven dat van mensen verkiezen!"
"Wes luister, tuurlijk ben ik er niet blij mee maar dit gaat om heel veel engelenstrijders en dus ook heel veel mensenlevens."
"Ja alsof dat jullie boeit! En vorig jaar dan? Toen hadden jullie er geen probleem mee dat een van jullie een halve stad met zich meetrok de hel in om een enkel medium te beschermen!"
Stilte, daar heeft Kuro niks op te zeggen. Wes voelt dat zijn wangen warm zijn en ze zullen vast ook helemaal rood zijn. Hij heeft tranen in zijn ogen en doet zijn best om ze niet te laten gaan. Hij is boos verdorie, dan heeft het geen zin om een potje te staan janken.
"Wij, ik..." begint Kuro, maar dan valt hij stil. Wes hoort zijn eigen ademhaling, hij staat te hijgen. Kuro lijkt van schrik haast net zo ademloos te zijn en de twee kijken elkaar aan. "Ik kan beter gaan denk ik." Fluistert Kuro en hij loopt zo snel naar de deur dat het lijkt alsof hij rent. Vlak voor hij het appartement uitvlucht draait hij zich nog een keer om en zegt: "Ik snap dat je boos bent. Als ik die man ooit zelf te pakken krijg zal hij wensen dat hij mijn broertje nooit aangeraakt had." Een moment stilte, Kuro slikt. "Maar alsjeblieft, wat je ook doet, houd deze informatie voor jezelf." En met die woorden verlaat hij het appartement. De voordeur slaat met een een klap achter hem dicht.
Met het geluid van de dichtslaande deur is het gesprek definitief ten einde. Wes staart naar de deur terwijl hij langzaam op adem komt. Zodra hij weer normaal ademt en zijn wangen wat minder warm voelen schuifelt hij richting de bank. Hij gaat zitten en legt zijn hoofd in zijn handen. Dit is de eerste informatie die hij in jaren over Hayate heeft gekregen, maar nog nooit heeft het zo hopeloos gevoeld.
Hayate leeft, maar hij wordt gevangen gehouden door een te machtige man en niemand lijkt er iets aan te willen doen. Niemand die er iets aan kan doen tenminste. Wes maakt zich geen illusies, er is geen schijn van kans dat hij iets zal kunnen doen. Nu Kuro weg is kan hij zijn tranen eindelijk laten gaan en dat doet hij dan ook ongeremd.

ZomerregenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu