Hoofdstuk 8

15 0 0
                                    

Met het rijzen van de zon danst het licht in steeds wisselende patronen over het kalme oppervlak van de vijver en wanneer Wes zich inspant om voorbij de reflectie van het licht te kijken kan hij een aantal prachtig gekleurde vissen onderscheiden. De vissen warmen zich in het licht van de ochtendzon en drijven op hun gemak door het water. Als hij zich concentreert hoort hij nog net een vogel fluiten maar verder is het stil op het geluid van stromend water na.
De stilte is oorverdovend, de rust lijkt ongepast. Als hij denkt aan engelenstrijders dan denkt hij aan actie. Hij zou niet gedacht hebben dat ze de tijd hebben om een tuin als deze te onderhouden.
Van voren ziet het huis er niet bijzonder uit. Het is een prachtig huis, daarover is geen twijfel mogelijk, maar zelfs in het daglicht is Wes niet bepaald onder de indruk. Nee de echte schat ligt achter het huis. Een prachtige tuin met goed onderhouden paden, aan beide kanten bewaakt door bomen die eruitzien alsof ze er al even staan. Toen hij de tuin vanmorgen na het ontbijt voor het eerst ontdekt had was zijn mond van verbazing open gevallen.
Zelfs aan het einde van de winter nu alles nog kaal en levenloos is ziet de tuin er prachtig uit. Het is eigenlijk meer een park, zo groot is het. En elk pad is met een oog voor detail perfect neergelegd met hier en daar kleine verrassende zithoekjes omringd door klaterende fonteintjes en bloemperkjes. Vanaf het huis was er een goot die zich langs alle paden strekten om uiteindelijk uit te komen bij de vijver waar hij nu zit. Hij zucht eens diep, ondanks de opwinding van gisteravond heeft hij zich lange tijd niet zo op zijn gemak gevoeld. Op dit soort momenten heeft hij er spijt van dat hij zelf geen tuin heeft, maar in de stad is dat voor iemand zoals hij onbetaalbaar.
"Wacht maar tot de bloesem komt, geen mooier schouwspel dan dat," klinkt het plotseling achter hem. Geschrokken draait hij zich om en ziet Jay staan. Opgelucht haalt hij adem.
"Je liet me schrikken!" Beschuldigt hij zijn teamleider, maar Jay geeft hem een brede glimlach terug.
"Dat is dan je eigen schuld, moet je maar niet in slaap vallen." Hij gaat naast Wes op de rand van de vijver zitten en nu ze voor het eerst de tijd hebben om rustig met elkaar te praten vraagt Wes hem hoe het met Hayate gaat. Jay twijfelt even maar antwoordt dan: "Ze weten het niet precies. Eigenlijk zou hij elk moment wakker moeten kunnen worden want er is niks mis met hem op wat schaafwonden na. Amaya vermoedt echter dat er iets niet in orde is en is voor zover ik weet nog steeds bezig met onderzoeken."
Wes knikt, echt goed nieuws is het niet maar het had slechter kunnen zijn. Hij weet niet zo goed wat hij van Amaya moet denken. Yoen hij de moeder van Kuro en Hayate gisteravond voor het eerst had gezien leek het een aardige vrouw, maar sindsdien heeft ze geweigerd om met hen te spreken. Bij elke andere vrouw zou hij denken dat ze misschien verlegen was, maar hij kent haar zoons en iets zegt hem dat hun moeder allesbehalve verlegen is.
"Goed, ik hoop dat je uitgerust bent. Kazuya heeft ons uitgenodigd voor de thee en ik heb geen zin om de heer van het huis te lang te laten wachten," zegt Jay dan en staat hem op. Wes haast zich om hem te volgen. Hoe mooi de tuin ook is, er zijn zaken die besproken moeten worden.

Kazuya Samidare is niet bepaald een knappe man, het moge duidelijk zijn dat zijn zoons hun uiterlijk van moederskant geërfd hebben. Nee, knap is hij niet, noch is hij lang, maar hij straalt een bepaalde kracht uit die je niet vaak bij mensen ziet. Alsof hij dood in de ogen gestaard heeft en ongeschonden weggelopen is. Iets zegt Wes dat dat best nog wel zou kunnen kloppen. Net als zijn vrouw heeft hij vele jaren aan de frontlijnen gevochten voor ze zich gingen richten op hun gezin. Of wat ervan over was. Toevallig was dit na de verdwijning van Hayate.
Zijn vrouw is anders. Amaya is ondanks haar leeftijd nog altijd bijzonder knap, maar haar donkere ogen zijn koud en haar hele lichaamshouding is gesloten, alsof ze anderen liever op afstand houdt. Alleen wanneer ze haar man of kind aanspreekt in haar moedertaal lijkt ze zich ietwat te openen. Toch twijfelt Wes er geen moment aan dat ze hem op elk willekeurig moment op zes manieren zou kunnen doden. Toch heeft hij haar ook gisteravond gezien terwijl de tranen over haar wangen stroomden bij het zien van Hayate dus compleet harteloos lijkt ze hem niet.
En dan is er Kuro. In tegenstelling tot wat Wes gedacht had heeft hij zich niet bij zijn ouders gevoegd. In plaats daarvan leunt hij naast een van de deuren van de salon tegen de muur, klaar om elk moment naar buiten te stormen. Ondanks dat hij de ouders van zijn beste vriend minder dan een dag kent begrijpt hij dat er iets tussen vader en zoon is wat een gelukkig familieleven in de weg staat.
Terwijl de vier mannen elkaar in stilte opnemen schuift Amaya naar voren om de thee te schenken. Niemand maakt aanstalten om zijn of haar beker te pakken, alsof ze allemaal bang zijn een onbesproken wapenstilstand te verbreken.
Uiteindelijk is het Kazuya die zijn keel schraapt en als eerste het woord neemt: "Ik heb het gisteravond al gezegd, maar ik zeg het nog eens. Bedankt voor het thuisbrengen van onze jongste zoon."
Jay knikt en Wes haast zich om zijn voorbeeld te volgen. Dan vraagt Jay: "Waarom heeft dit zo lang geduurd? Jullie zoon was zestien jaar lang weg, of niet?"
En diepe zucht ontsnapt Kazuya en Amaya went haar ogen af. "Begrijp me niet verkeerd Jay, we kennen elkaar al langer en als het kon had ik je alles verteld, maar ik kan er niet teveel over zeggen. Laten we het erop houden dat wij geen keuze hadden," en om aan te geven dat het onderwerp wat hem betreft echt klaar is vervolgt hij: "het is belangrijker dat we ons nu richten op Hayate. En voordat we daar iets over kunnen zeggen heb ik eerst  jullie woord nodig. Momenteel weet niemand dat hij hier is en dat willen wij vanwege de omstandigheden het liefst zo houden."
Er is geen twijfel over mogelijk dat hij hen deze optie alleen geeft omdat hij geen keuze heeft. Kazuya is niet dom en beseft ook dat de mensen die hem zijn zoon teruggegeven hebben heel goed weten waar hij is en behalve dat hij Jay kent heeft hij geen verdere reden om hen met die informatie te vertrouwen. Ze zouden nu weg kunnen lopen, maar ze hebben zonder woorden een unaniem besluit genomen dat ze dat niet zullen doen. Het gaat hier om Hayate en ze willen weten wat er gebeurd is. Daardoor hebben ze er allebei geen probleem mee om een belofte te doen.
"Het liefst zou ik jullie een bloedeed laten zweren, maar daar hebben we momenteel noch de tijd, noch het gereedschap voor. Ondanks jullie belofte kunnen we dus niet alles delen, maar we zullen zien hoe ver we komen." Hij geeft zijn vrouw een blik van vertrouwen en laat haar het woord nemen, al neemt ze dat duidelijk met tegenzin aan.
"Van wat ik heb kunnen ontdekken heeft zijn ontvoerder hem voorzien van een zegel wat zijn innerlijke magie ontoegankelijk maakt. Zonder verder onderzoek te hebben gedaan kan ik weinig zeggen over hoe het werkt en wat er precies aan de hand is, maar ik gok dat het zegel overbelast is geraakt op een of andere manier waardoor zijn magie verstoord is. Momenteel is hij aan het rusten en dan hoop ik dat zijn lichaam de schade vanzelf repareert. Zo niet, dan zal ik een expert om hulp moeten vragen." Iets wat ze duidelijk niet wil aan de blik in haar ogen te zien.
"We zullen toch stappen moeten gaan ondernemen. Zijn ontvoerder hecht enorm veel waarde aan hem en wanneer hij erachter komt dat Hayate weer thuis is zal iedereen dat voelen." Kazuya lijkt niet het type wat loze dreigementen maakt en de zware woorden uit zijn mond doen een rilling over Wes' rug lopen.
"Kun je de raad niet om hulp vragen?" vraagt Jay en Wes kan in eerste instantie enkel met hem instemmen. Wanneer mediums ook maar ergens problemen ondervinden kunnen zij naar de raad stappen en over het algemeen wordt het probleem dan gewoon opgelost, in het voordeel van het medium. De enige conflicten die moeilijk te beslissen zijn, zijn de conflicten tussen mediums. En het is niet moeilijk om te beseffen dat het hier om zo een conflict gaat.
Maar als het zo makkelijk op te lossen was dan was Hayate al jaren geleden thuisgekomen beseft Wes dan. Kazuya schudt zijn hoofd. "In dit geval zou je kunnen zeggen dat de raad onze vijand is, al wil ik daar verder niet op ingaan. Ik houd het erop dat wij prima wisten wie onze zoon gevangen hield, maar vanwege bepaalde omstandigheden konden wij niks doen. Zoals ik eerder zei, laten we ons verder richten op Hayate."
Naast hem schuifelt Jay ietwat ongemakkelijk heen en weer. Hij moet net als Wes de behoefte voelen om meer vragen te stellen, maar dit is de tweede keer dat Kazuya het onderwerp afgesloten heeft. De oudere man staart met een kille blik naar zijn baas en Wes vermoedt dat ze beter hun mond kunnen houden nu. Jay krimpt onder de strenge blik een beetje in mekaar en geeft een haast onzichtbaar knikje. De enige reden dat Wes het ziet is omdat hij zo aandachtig naar Jay zit te kijken, anders had hij het zeker gemist.
"Het is moeilijk om plannen te maken voor Hayate," klinkt het opeens van achteren. Wes was bijna vergeten dat Kuro er ook is en schrikt bij het horen van zijn stem. "Beter wachten we tot hij wakker is en we beter in kunnen schatten in wat voor conditie hij is."
Er kruipt een koude rilling over zijn rug, wetend dat Kuro achter hem staat. Maar Kuro ziet hem niet eens, het medium is compleet gefocust op zijn vader ziet Wes als hij een blik over zijn schouder werpt. De iris van Kuro's ogen is bloedrood en alle alarmbellen in Wes' hoofd gaan af, wetend dat Kuro absoluut niet blij is.
Wanneer hij weer naar voren kijkt ziet hij dat Kazuya's ogen precies dezelfde kleur hebben. Vader en zoon staren elkaar in stilte in, maar je hoeft geen bovennatuurlijke gave te hebben om te beseffen dat er hier een machtsstrijd bezig is. Kuro daagt zijn vader uit, daagt het hoofd van zijn clan uit. Kazuya heeft zijn positie misschien door bloed gekregen, maar door zijn vaardigheden behouden en hij weet niet wat het jongere medium probeert te doen. Ze mogen dan familie zijn, dit is zo respectloos dat, zeker in een traditionele familie zoals die van de Samidares, Kuro hiermee een bijzonder zware straf riskeert. Iedereen houdt zijn adem in en de spanning in de kamer is om te snijden.
Dan gebeurt er iets, Kazuya laat zijn blik naar de grond vallen en zegt zachtjes, bijna fluisterend: "Vooruit, we zullen wachten tot hij ontwaakt." En op dat moment beseft Wes dat Kuro de worsteling gewonnen heeft, iets wat alleen mogelijk is als hij krachtiger is dan Kazuya. Om een of andere reden laat die realisatie een nare smaak na in zijn mond.

ZomerregenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu