Oude vrienden en vergeten vijanden.

49 0 1
                                    

Desteny's p.o.v.

Politie? Shit. Ik wil me net omdraaien als één van de mijnen mijn blik kruist. 'Desteny Novarosa?' Vraagt hij, de rest kijkt nu ook naar mij.

'Ja?' Zeg ik, waarom hier? Waarom nu? Waarom mij?

'Ik ben Jesse Trans.' Ik verstijf. Jesse? Als in Jesse? Tuurlijk als in Jesse. Zelfde ogen. Herinneringen stromen als eenvgek m'n hoofd in. Ik krijg er koppijn van, ik wrijf over mijn voorhoofd. 'Dit zijn mijn agenten.' Hij gebaard rond, hij is de baas? Logisch dat de rest in uniform is en hij in gewone kleren. 'U moet mee naar het bureau wegens moord waar u verdacht van wordt.' Zegt hij, hij neemt mij mee voor moord? Alsof hij gezeten heeft.Ik werp een paniekerige blik naar Connor, maar die is druk met zijn mobiel bezig. Mobiel? Whatever. Niet veel later komt mijn oom de hal binnen en groet de agenten.

'Wat is er aan de hand?' De aandacht is naar hem. 'Ik ben Miquel Novarosa, de directeur van het internaat en haar oom.'

'Jesse Trans.' Stelt hij zich voor en ze schudden de handen.

'Wat is er aan de hand?' Vraagt Miquel weer.

'Uw nichtje moet mee naar het bureau wegens verdenking van moord.' Hij werpt mij een blik toe, ik kijk hem recht aan, hij wil.zijn mond open doen en protesteren, maar ik weet dat dat geen zin heeft.

'Ik ga wel mee.' Zeg ik. Ze kijken me allemaal aan. Connor is naast zijn vader gaan staan. 'Er is vast geen kans om eerst te ontbijten?' Jesse wisselt een blik met zijn agenten. Hij knikt langzaam. 'Natuurlijk Desteny.' Zou hij mij herkennen. 'Wij wachten hier, ga maar ontbijten met je vriend.' Ik knik hem als bedankje toe. Ik loop naar Connor en sleur hem mee. 'What the hell, Des?' Vraagt hij, zodra we aan onze vaste tafel zitten. 'Je weet niet eens over wie het gaat.' Ik haal mijn schouders op. 'Ik ken die Jesse.' Mompel ik, hij staart me aan en ik vraag me af of ik er goed aan doe hem dit te vertellen. 'Ik twijfel er niet aan dat hij me wil verhoren, volgens mij is hij iets op het spoor, of ook alles vergeten.' Ik hap snel mijn eerste broodje weg. 'En je weet dat ik niet onschuldig ben, ik heb moorden gepleegd.' Sis ik.

'Omdat je werd gedwongen.' Snauwt hij terug.

'Wow leuk sfeertje hier.' Zegt Homer sarcastisch wanneer hij, en de rest aan tafel komt zitten.

'Weten jullie waarom de politie hier is?' Vraagt Zoraya. Connor kijkt mij aan. Ik staar terug.

'De politie wil me verhoren.' Zeg ik. Ik drink mijn koffie op, pak mijn laatsje broodje en sta op. 'Zie jullie later.' Ik loop weg. Jesse staat tegen de deur geleund, de rest is weg.

'Klaar?' Vraagt hij, ik knik. 'Dan gaan we.' Ik volg hem de deur uit, mijn tas hangt nonchalant over mijn schouder. We zijn bijna bij de deur wanneer ik mijn naam hoor. Connor. Hij komt naar me toegelopen en slaat zijn armen om me heen. Ik knuffel hem terug. 'Kom snel terug.' Mompelt hij. 'Succes.' Ik knik en hij laat me los. Hij geeft me zijn mobiel. 'Het nummer van Homer, Zoraya en mijn vader staat er in. Dus als je iemand nodig hebt en mag bellen, dan heb je kansen.' Ik schuif zijn mobiel in mijn zak. 'Dank je, Connor. Ik ben snel genoeg weer terug, ik hoop alleen niet dat ik onze naam door het slijk haal.' Hij lacht zacht. 'Geen zorgen, dat doe je niet.' Hij kijkt me nog even indringend aan, dan draait hij om en loopt hij weg. Ik draai me om naar Jesse. 'Kunnen we gaan?' Vraagt hij, ik knik. Ik volg hem naar buiten, we lopen over het pad naar de uitgang waar een Volvo staat. Hij houdt het portier voor me open en ik stap in. Er hangt een rare sfeer tussen ons. Ik zit met allemaal vragen, maar ik besluit te wachten.

Ik weet heel goed dat ik niet in de positie ben om dingen te vragen. 'Ik wil je eerst het lijk laten zien.' Zegt hij, hij stopt bij een morturarium, we stappen uit en ik loop met hem mee. Ik volg zijn bewegingen. 'Hier is het.' We lopen een laatste deur door. Ik zie een bekend gezicht. Zijn ogen zijn open.

De geheimen van mijn leven.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu