H7: Good morning

315 16 2
                                    

{Jace}

Hoe kan zij dit zien? Ze heeft sowieso het zicht dat moet wel.

Ze was erg in shock en rende de badkamer in. "Clary wacht!" Roep ik er nog achteraan. Ik rende naar de badkamer maar ze had hem al op slot gedaan.

"Clary doe de deur open." Ik hoorde geen antwoord terug. "Clary?" Het duurde even maar toen begon ze te praten "Waarom zou ik de deur open doen voor een moordenaar! Ik heb geen idee wat dat ding was maar je had geen probleem met het te doden, wie weet steek je mij ook neer!" Ik zuchte.

"Clary kom ik kan het uitleggen je hoeft niet bang te zijn ik zal je nooit pijn doen" Zei ik dat nou echt? Ach als ze pijn krijgt het is niet mijn probleem, denk ik.

Ik hoorde dat ze het slot voorzichtig open draaide en ze deed de deur open. "Nou waar wacht je op, leg uit!" Zei ze zelfverzekerder dan net.

Ik pakte mijn zwaard uit mijn zak en het lichte meteen op. Ik legde het neer op de grond met het handvat richting Clary.

Toen ik het zwaard los liet deactiveerde het zwaard. "Pak het op" zei ik op een rustige en kalme toon. "Wat waarom?!" Zei ze gefrustreerd omdat ik mijn verhaal nog langer uit stelde.

Ze keek er naar het en bukte richting het zwaad. Ze strekte haar arm ernaar uit en tilde het toen op.

Als eerst lichte hij nog niet op maar toen zag ik het zwaard oplichten. "Ik wist het!" zei ik trots, ik heb het altijd goed.

"Maar toch had ik eerder verwacht dat het een jongen zou zijn die al veel meer hiervan wist." Zei ik.

Ze keek mij vragend aan omdat ze geen idee had waar ik allemaal over liep te lullen. "Jace waar heb je het in godsnaam over!" Zei ze comanderend.

"Kleine, je bent meer dan je denkt." begon ik "Je bent een Shadowhunter net zoals ik. We beschermen de mundanes van de demonen dat zul je later nog begrijpen. Dat ding dat ik 'moorde' volgens jou was een demoon die achter jou aan ging, maar nu snap ik waarom."

"Oke mijn hoofd gaat zometeen echt ontploffen." Zei ze haastig.

"Oke ik zal het simpel houden alle legendes zijn waar. Ik ging niet naar school omdat ik dat nodig had, ik ging erheen om de uitverkorene te vinden en die heb ik nu gevonden. Jij Clary Fairchild." Hoorde ik mezelf zeggen.

Ze keek verbaasd door wat ze allemaal te horen heeft gekregen. Eerst met die Austin daarna haar moeder en nu dit.

"He ik ga je helpen om de duisternis te verslaan, je bent niet allen. We kunnen morgen al naar het instituut gaan dan kan je iedereen ontmoeten." Ik keek haar recht in haar ogen aan.

"Jace..." ze zuchte "Ik wil helemaal geen shadowhunter zijn ik wil gewoon normaal zijn. Met vriendinnen naar feesten gaan, school en alles. Je zult iemand anders moeten vinden." Ze is nu wat kalmer geworden omdat veel vragen in haar hoofd nu duidelijk zijn geworden.

"Oke ik heb een idee. Slaap er een nachtje over en dan zien we morgen wel verder." Ze knikte bevestigend en liep haar kamer weer in. Ik liep ondertussen weer naar beneden en ging op de bank liggen.

{Clary}

Ik werd wakker rond 8 uur in de ochtend. Ik had totaal niet lekker geslapen. Mijn hele wereld is veranderd in een dag...

Ik dacht weer terug aan wat er allemaal gebeurd was. Austin, mijn moeder en wat Jace zei over wat ik was. Ik stapte uit mijn bed en kleedde mij snel om.

"Goedemorgen" zei ik slaperig toen ik beneden kwam. Jace lag op de bank nog te slapen en hij hoorde mij niet naar beneden komen.

Hij lag met zijn hoofd op de leuning en zijn zwaard had hij nog in zijn hand.

Waarschijnlijk was het niet de bedoeling om in slaap te vallen. Zijn mond stond een klein stukje open waardoor hij heel schattig keek. Ik keek hem een tijdje aan en besloot daarna om wat te gaan eten, maar kwam toen opneen beter idee.

Ik pakte twee metalen deksels en sloeg ze voor de bank een keer hard tegen elkaar.

Jace sprong overeind en ging meteen in een vecht houding staan met zijn zwaard in zijn rechterhand. "Oh god jij bent het" hij zuchte en plofte weer terug op de bank.

"Ik wilde gewoon even checken of je wel alert was" zei ik met een grote glimlach. "Wil je wat te eten?" voeg ik toen ik naar de keuken liep om een appel te pakken.

"Nee ik eet wel bij het instituut. Weet je al of je mee gaat of niet?" Ik twijfelde nog even maar eigenlijk had ik al bedacht wat ik zou gaan doen. Aangezien ik niet kon slapen heb ik daar de hele nacht over na gedacht. Ik heb toch niks meer te verliezen.

"Het kan geen kwaad om het te proberen." Zei ik en haalde mijn schouders op. Hij keek mij opgelucht en blij aan.

"Dan vertrekken we over een kwartier. Ze vragen zich waarschijnlijk al af waar ik uithang" hij draaide zich om en liep de keuken uit.

Chosen OneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu