Die nacht droom ik vreemd. Nu zijn de rollen omgedraaid, Lou komt mij bezoeken in het ziekenhuis. Ik voel een druk in mijn lichaam. Om de zoveel tijd krijg ik een pijnlijke steek. Het is ondragelijk, ik besef dat Lou deze pijn alle dagen voelt. Op een bepaald moment liggen we zoals we nu in het echt liggen. Ik krijg geen adem meer en de steken nemen toe. Alles wordt zwart voor mijn ogen. Dan komt er een pijnlijkfel licht.
Mijn ogen vliegen open. Deze droom heeft me de stuipen op het lijf gejaagd. Ik kijk in het duister en zie dat het nog maar vier uur is. Ik weet dat ik nu niet meteen in slaap kan vallen. Mijn ademhaling vertraagt weer en ik kom weer tot rust. Dan besef ik plots dat Lou's borst niet meet op en neer gaat. Ik schiet recht en klip het lampje aan. Hij ligt vredig, maar er is iets anders. Diep vanbinnen weet ik wat. Ik weet dat het geen zin meer heeft, maar ik doe het toch. Ik leg mijn hoofd op zijn borst en mijn oor aan zijn mond. Geen beweging en geen in -of uitademing. Ik blijf zo liggen, helemaal in shock. De eerste tranen komen naar boven. Al snel volgt er hevig gesnik. Ik heb het gevoel dat ik geen andem meer kan halen tussen de snikken door, maar dat maakt me nu helemaal niets meer uit. Ik sla mijn armen om Lou en houd hem heel stevig vast. Ik voel zijn slappe lichaam tegen me aan, ik ben van plan het nooit meer los te laten. Het wenen stopt niet.
'Waarom?', vraag ik luidop aan het donker.
Ik heb het gevoel dat ik heel het gebouw bijeen roep. Heel even vraag ik me af of die droom me gewaarschuwd heeft, maar die gedachte vergeet ik al snel. Ik druk kusjes op Lou's gezicht en blijf hem vasthouden.
Dan besluit ik om er een dokter bij te halen. Ik druk een zoen op zijn lippen en sta op van het bed. Ik heb het gevoel dat ik als een zombie door de gangen loop. Dan ben ik bij de bali. Ik druk op het belletje, dat klinkt zo schel dat ik automatisch ineen krimp.
'Alles goed, meisje?', vraagt de vrouw.
Ik staat haar even aan.
'Lou is dood.'
Ik zie dat de vrouw even van haar stuk gebracht is. Ze piept een aantal mensen op en ze loopt snel naar de kamer. Ik zit op een bankje in de gang. Ik zeg aan iemand van het ziekenhuis dat ik de ouders ga bellen. Dus dat doe ik.
'Mirre?', zegt de paniekerige stem aan de andere kant.
'Liesbeth, Lou...', meer krijg ik niet gezegd. Ik hoor dat ze de boodschap begrepen hebben aan de andere kant. Er klinkt een gil door merg en been. Ik sla mijn hand voor mijn mond om mijn gesnik niet te laten horen. De tranen kan ik niet tegenhouden.
'We...We komen er meteen aan, Liefje.'
JE LEEST
Until eternity
RomanceMirre en Lou zijn al heel hun leven beste vrienden. Hun vriendschap is perfect, maar dan komt er iets tussen. Ze doorgaan een periode vol met lichtpunten, maar ook tegenslagen. Mirre heeft nog steeds de vraag in haar hoofd hangen: "Zijn Lou en ik ge...