Al deze hoofdstukken stonden in klad en ik dacht: weet je wat, ik bupliceer ze gewoon lekker. Vandaar zoveel hoofdstukkies op dezelfde dag
"Rowan?"Peter tikt op mijn schouder. "Peter! Waar was je gisteren?"vraag ik. "Dat zeg ik later nog wel," zegt hij. "Maar ik was eigenlijk op zoek naar James, weet jij waar hij is?"vraagt Peter. "Nee, maar je ziet hem straks toch in de les?"vraag ik, Peter knikt en loopt weer weg.
Ik ga naast Sirius zitten in het lokaal. "Hey," ik druk een kus op zijn wang. "Hey, knappie," zoals gewoonlijk bloos ik weer. "Heb je een beetje huiswerk gemaakt ik de vakantie?"vraag ik. Sirius schud zijn hoofd. "Nee, natuurlijk niet, waarom zou ik dat doen?" "Nou dat is handig," "Nu snap ik waarom jij een Ravenclaw bent," Sirius lacht naar me. "Heb je wat te doen vanavond?" Vraagt hij. "Nee, hoezo?" "Gewoon,"
Als de lessen voorbij zijn huppel ik door de schoolgangen. Ik heb met Sirius om zes uur afgesproken bij de kamer van hoge nood. Ik ben benieuwd wat we daar gaan doen.
Ik sta zenuwachtig voor de kamer, wachten op Sirius. Dan verschijnt er een deur. Ik open de deur met een kraak en kom terecht in een prachtige kamer.
Er bevind zich een ronde kamer met en prachtig hemelbed en een overvolle tafel met allemaal lekker eten en drinken. Achterin bevinden zich de zegels van Gryffindor en Ravenclaw. Ik sla mijn hand voor mijn mond. "Sirius, dit had je niet moeten doen,"
Sirius brengt me naar de tafel en schuift de stoel naar achter, ik ga erop zitten. "Dit is zo lief," zeg ik. Sirius glimlacht lief naar me. Ik pak mijn lepel en werk mijn soep naar binnen. De maaltijd is zalig.
Opeens gooit Sirius een broodje naar mijn hoofd. "Hey!" Ik gooi lachend een broodje terug. Sirius en ik pakken allebei een hand vol broodjes en gooien die naar elkaar.
Sirius tilt me op en draait rondjes. Ik druk mijn lippen op de zijne, Sirius duwt me op het bed.
Waarschijnlijk snappen jullie wat ze nu gaan doen. Sorry maar dat ga ik niet beschrijven.
Als ik mijn ogen open lig ik op Sirius zijn borst. Ik heb Sirius zijn blouse aan. Langzaam ga ik met mijn vinger over Sirius zijn gespierde buik heen. Ook Sirius opent zijn ogen. "Hallo,schoonheid," fluistert hij en hij kust me op mijn voorhoofd. Dan valt mijn blik op de wekker.
"Shit, shit, shit. We hebben nog maar een kwartier voor de les," ik spring uit bed, doe mijn bh aan onder de blouse, trek de blouse uit en gooi hem naar Sirius. We kleden ons in een razendsnel tempo aan. Als ik klaar ben trek ik Sirius mee door de gangen, rennend doet hij zijn stropdas om.
We ploffen allebei neer aan de Gryfinddor tafel. "Waar was jij vannacht?"vraagt James onmiddellijk aan Sirius. Ik voel het bloed naar mijn hoofd stromen, ook Sirius heeft een blosje op zijn wangen. Gauw prop ik een croissantje in mijn mond. "Slapen," zegt Sirius schijnheilig, maar James kijkt ons wantrouwig aan, hij perst zijn ogen tot spleetjes. "Ik snap het al," zegt Lily en ze moet lachen.
Dan snapt James het ook. "Hebben jullie twee zegmaar," als we alletwee geen antwoord geven gilt James het uit, Lily doet gauw haar hand voor zijn mond.
"Waar?"vraagt Lily. "Kamer van hoge nood," mompel ik zachtjes. De ogen van Lily twinkelen. Voordat Lily nog iets kan zeggen loop ik gauw naar mijn eigen afdelingstafel.
Ik plof neer naast Lotta. "Waar was je vannacht?"vraagt Kim. "Ik kon niet slapen, dus zat ik in de leerlingenkamer," die smoes had ik al van te voren bedacht. "Ik heb misschien een idee," zegt Lotta. "Wat voor idee?" Ik heb geen idee waar ze het over hebben. "Over dat Romy niet kan praten," zegt Kim licht geïrriteerd.
"We kunnen het gewoon vragen aan McGonagall," zegt Lotta. "Hebben jullie dat niet allang gedaan?" Vraag ik. "Nee, eigenlijk niet," zegt Kim. "Wat voor fake Ravenclaw mensjes zijn jullie zeg,"
"Laten we na de lessen naar McGonagall gaan," stelt Kim voor. Iedereen is het er mee eens, vanmiddag gaan we naar professor McGonagall.
JE LEEST
New Girl ~Marauders Fanfictie~ ✔
FanfictionRowan raakt op Hogwarts al vrij snel bevriend met de marauders, ook gaat ze al vrij snel met Lily om. Ze ziet de marauders als haar beste vrienden, totdat één van de jongens toch nog gevoelens bij haar oproept.