droom

1 1 0
                                    

"Izzy, IZZY! Je ligt toch niet nog steeds in bed hè?" Kreun. Wat is er aan de hand? Ben ik in slaap gevallen? Dit is niet de auto. Opeens komt mijn moeder binnen. "Lig je nog steeds in bed? Zeker weer teveel filmpjes gekeken hè. Weet je wel niet hoe laat het is?" "Nee dat weet ik niet. Hoe laat is het dan?" Ik kijk naar de klok, 13:47. "Al bijna 14:uur! Ik heb al gewerkt en boodschappen gedaan!" Ik kijk haar even aan en glimlach. "Ik niet. Als je me had laten slapen had ik misschien mijn record gebroken." Ze zucht. En glimlacht. " Wacht maar tot je school weer begint." "Daar wil ik niet aan denken!" Ik trek de deken over mijn hoofd. Mam trekt de deken van me af. "Kom op, opstaan, ik heb tijgerbroodjes mee genomen." Ze loopt de kamer uit. Ik ga slaperig recht op zitten en doe het licht aan. Snel knijp ik mijn ogen dicht. Langzaam doe ik ze weer open. Ik heb zachter licht nodig. Ik kijk om me heen. Ik zit in mijn kamer. Blijkbaar heb ik gedroomd. Dat verklaard veel, maar die droom was wel realistisch. Opeens ruik ik iets. Wat is da...? Mijn ochtend adem. Ik ga snel mijn tanden poetsen.
Tijdens het poetsen kijk ik in de spiegel. Het was een droom. Dat verklaard veel nu ik erover na denk. Clara heeft geen rijbewijs en ik had geen idee waar we heen gingen. Het verklaard vooral waarom de ouders daar al waren en wij er achter aan kwamen. Mam zou dat in het echte leven nooit aan kunnen.
Wel vreemd dat het zo realistisch was.
Ik spuug de tandpasta uit en ga naar beneden. Ik heb honger.
"Goedemiddag, we kunnen gezellig samen lunchen." Ik glimlach naar mijn moeder en pak een bord. "Heb je nog niet geluncht dan? Ik dacht dat ze altijd soep serveerde op je werk?." "Ik heb niet altijd zin in soep, pak je niks te drinken?." "Ik nam aan dat je versgeperste jus had meegenomen aangezien je boodschappen hebt gedaan." Ik kijk in de koelkast maar daar staat geen flesje. "Wie zegt dat ik dat aan jou ging geven?" Ik kijk haar aan. "Omdat je het altijd aan mij geeft zelfs als ik dat niet wil." Ze haalt een flesje uit haar tas. "Niet altijd, en ik mag toch best voor je zorgen, ik ben je moeder." "Dat is inderdaad wat je altijd zegt." Ik glimlach en geef haar een knuffel. "Ik hou toch wel van je hoor." Ik pak het flesje aan en ga ontbijten.

Mijn breinWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu