F I V E

5.9K 191 174
                                    

'Tobias wordt alsjeblieft eens een keer wakker!' Roep ik voor de vijfde keer naar Tobias. Het enigste wat ik terug krijg is gekreun. 'Prima dan, ik ga alvast naar beneden.'

Ik stap met veel moeite, over Tobias heen, het bed uit. En loop naar beneden.

'Lukt het een beetje?' Vraagt Tobias. Van de schrik laat ik m'n mes, waar net een klodder chocoladepasta aan zat, vallen.

'Tobias, ik schrok me halfdood!' Roep ik van schrik, 'Beter halfdood dan helemaal dood hè.'

Ik ga zitten aan de tafel om m'n ontbijt te kunnen eten. 'Waar ligt het brood?' Ik kijk Tobias aan.

'Naast je kleren denk ik. Is het normaal om alleen in een boxer in de keuken te staan. Niet dat ik het erg vind. Het is niet bepaalt onprettig om naar te kijken.' Ik laat mijn ogen over z'n lichaam glijden, wat echt geweldig goddelijk is. Zijn schouders zijn breed en gespierd.

Misschien moet ik maar gewoon toegeven dat ik hem leuk vind.

'Moet ik dit als een compliment zien of er bang van worden omdat m'n beste vriend met me aan het flirten is.' 'Dat is jouw keuzen.' Zeg ik terwijl heel m'n hoofd rood is aangelopen bij de gedachte dat het vakje waar de liefde voor Tobias inzat van het slot af is.

'Brood ligt in de koelkast. Ik had het al voor je gesmeerd.'

Tobias pakt zijn brood, schenk een glas thee in en komt tegen over me aan tafel zitten. 'Wat staat vandaag op de planning?' Vraagt hij. 'Ik heb school tot half één, jij?' Hij neemt een hap van zijn brood. 'Ik heb tot kwart voor twaalf. Vanavond moet ik werken. Heb je zin om mee te gaan?' Hij bekijkt geïnteresseerd wat er op zijn brood zit.' Tuurlijk, zullen we vanmiddag naar de stad of zo? Je hebt spul nodig als je hier vaker komt om te vluchten.' Stel ik voor. 'Of course. Wat zit er op dit brood?' Hij laat zijn boterham zien. 'Filet american.' 'Het is echt niet te kanen.'

Zodra ik m'n brood op heb pak ik m'n tas in en Tobias gaat zich aankleden.

'Ben je bijna klaar? We komen te laat.' Roep ik naar boven. Ik hoor wat gemompel. Het slot draait om en daar komt Tobias naar buiten.

'Ik heb maar even een hoodie uit jouw kast gepakt.' Hij heeft de rode Scotland trui aan.

'Ooit naar Schotland geweest?' Vraagt hij wijzend naar de trui. 'Ja, en ik met mijn stomme kop dacht dat het daar ook warm was in de zomer. Dus ik had geen trui mee genomen. Bleek het hartstikke koud te zijn. Daarom dat je nu in een toeristen trui loopt. Chinees.' Ik geef Tobias een speelse klap op zijn schouder en loop langs hem heen de badkamer in.

*

'Wiebel niet zo, ik val er bijna af.' Ik zit op de bagagedrager van mijn fiets. Tobias is aan het fietsen.

'Je zou haast het idee krijgen dat jij echt een ochtendhumeur hebt. We moeten daar echt aan gaan werken Bran.' Zegt Tobias kalm. 'Prima, maar niet nu.'
'Nee laten we 's avonds aan je ochtendhumeur werken, right.' Als antwoord mompel ik iets waar ik zelf ook weinig uit kan verstaan.

Vannacht heb ik amper een oog dicht gedaan en dat is nu goed te merken. Wat wil je na zo'n gesprek van gisteravond. Niet dat het zo diep was en volgens mij heeft Tobias er niks geen last van gehad, maar goed ik wel dus.

Hormonen zou m'n moeder het noemen.

*

Na vijftien minuten fietsen zijn we op school aangekomen. Daar zet ik de fiets in de fietsenstalling.

'Brandon! Wat heb je me nou weer geflikt. Gewoon weg fietsen twee tel voor dat de training begint. Het was nog wel de laatste training voor de wedstrijd! Wat riep je toen je weg fietste. Ik verstond er geen zak van, mevrouw Smith stond er door heen te krijsen. Komen er nog excuses?' Ginny komt al pratend naar ons toe lopen.

Het ijs OpWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu