Hoofdstuk 13

58 2 0
                                    

BOEM

aaaah, mijn hele lichaam doet pijn. Mijn ogen zijn dicht maar ondanks dat heb ik een mega hoofdpijn. Na een tijdje lukt het me om mijn ogen langzaam te open. Ik keek ondanks de mega koppijn langzaam rond terwijl ik me probeerde te herinneren hoe ik in een kapotte auto met een vreemde jongen zat.
Langzaam kwamen de herinneringen weer terug; fiets, ontvoering, winkel, haast...
Ik ben ontvoerd en we hebben een ongeluk gehad, ik kijk naast me en zie Kay daar bewusteloos zitten. Dit is echt dé perfecte kans om te ontsnappen, maar daar ben ik veel te aardig voor. Ik kan niet iemand hier achterlaten wetend dat hij waarschijnlijk dood gaat bloeden. Bovendien voel ik me zo beroerd dat ik niet ver zou komen.

Na een paar minuten, waarin ik me probeerde te bedenken wat te doen, werd Kay langzaam wakker. Hij keek net zo wazig om zich heen als ik net deed. Hij zag er niet goed uit, over zijn hele lichaam had hij wonden waar bloed uit stroomde. Zelf voelde ik me ook echt een wrak. Mijn hoofd deed heel veel pijn. Langzaam ging ik met mijn hand naar mijn hoofd waar ik een warme vloeistof voelde. Je kunt al wel raden wat dat was. Ik besloot om maar iets te zeggen, maar in plaats van een zin kwam er meer een raar gekraak uit mijn mond.

Na een tijdje probeerde ik het opnieuw, gelukkig werkte mijn stembanden dit keer wel mee. " we moeten weg, hoe?" De auto was helemaal kapot en er was niemand in de buurt. "Ik heb een huisje een paar honderd meter het bos in" wat een geluk, we zouden moeten lopen maar het andere huis was nog veel verder.

Moeizaam stapte we uit de auto die helemaal kapot was. We liepen een paar meter het bos in. Ik keek even naar Kay en zag hem nog net vallen. Zo snel als ik kon liep ik naar hem toe en probeerde hem overeind te helpen. Het ging niet gemakkelijk maar na tijdje proberen stond hij dan weer. Er kwam een klein lachje op zijn mond. Moeizaam liepen we verder terwijl Kay half op mij leunde.

Na 20 minuutjes zag ik dan eindelijk het huisje. Het was een leuk blokhut en ik zou hier graag overnachten als we nu niet in zo'n situatie zaten.

"Dit is het" vertelde Kay me. "Goh, had ik nog niet door" mompelde ik sarcastisch.

We liepen de mooie veranda op en Kay toetste een soort code in op een klein schermpje naast de deur. Er klonk een piep geluid en de deuren gingen open. Best vet, ik zou dat bij mij thuis ook wel willen, als ik ooit nog thuis kom tenminste.

Ik keek op en liep snel achter Kay aan die de kamer al in was gelopen. Het was een leuk klein huisje met een een houten tafel en het midden. Er stonden een aantal stoelen omheen en achterin de kamer was een aanrecht met een fornuis. Dat moet dan denk ik de keuken voorstellen. Ook was er nog één andere deur waarvan ik geen idee heb waar die naar leid.

Kay was ondertussen al op een van de stoelen gaan zitten. Ik volgde zijn voorbeeld en ging vermoeid in een van de andere stoelen zitten. Nu pas merkte ik hoe moe ik eigenlijk was, ook heb ik heel veel pijn.

Ik had een hoop vragen, maar de belangrijkste was toch wel wat we nu moeten doen. Alsof Kay mijn gedachtes kon lezen zij hij dat ik zijn baas moest bellen om een dokter te sturen. Ik wilde hem er net op wijzen dat ik geen telefoon meer had, toen hij met zijn hand naar een muur wees. Ik keek ernaar en zag een telefoon hangen, zo'n oud ding met een kabel eraan. Ik liep er moeizaam naartoe en vroeg Kay om het nummer "0682437290" antwoordde hij. Ik toetste het nummer in en na een paar keer overgaan nam een man met een zware stem op. Ik herkende zijn stem van gisteren. "Eehm, hallo met Lena" zei ik twijfelend. Hij mompelde mijn naam even alsof hij niet wist wie ik was. Na een paar seconden antwoordde hij weer

"Ah Lena, Kay's meisje."
"Ik ben helemaal niet Kay's meisje"
"Whatever, waarvoor bel je"
"We hebben een ongeluk gehad en er moet een dokter komen"
"Waar zijn jullie nu"
"Een of ander hutje in het bos"
"Oké, ik weet waar jullie zijn, ik stuur wel een dokter"

En hij hing op. Ik liep weer naar een stoel toe en ging zitten. Ik wilde een gesprek voeren met Kay uit verveling maar ik zag dat hij al in slaap was gevallen. Ik grinnikte zachtjes en sloot ook maar mijn ogen.

Na-ik denk een kwartier- hoorde ik geluid van buiten. Daarna ging de deur open en stapte een man waarvan ik schat dat hij ongeveer 30 is de kamer binnen. Hij liep naar me toe en schudde mijn hand "hallo, ik ben dokter van der Heijden" ik was nogal verast dat hij daadwerkelijk vriendelijk was tegen mij, de rest van deze sukkels heeft nog geen aardig woord tegen mij gezegd. Dus ik besluit dat ik ook aardig terug doe. "hallo ik ben Lena" zeg ik met een glimlach.

Na een tijdje had hij ons allebei onderzocht. Ik had een hoofdwond en een snee in mijn arm, Kay had een wond in zijn been en een hersenschudding. Het is gelukkig niet heel erg, het had veel slechter kunnen zijn. We moeten alleen veel rusten. Dat besloten we dan ook te doen. Ik plofte neer op de bank en Kay ging naar de slaapkamer. Zodra ik lag viel ik meteen in een diep droomloze slaap

*****
HOI, SORRY SORRY SORRY DAT HET WEER ZO LANG DUURDE.
IK HEB WEL EEN EXTRA LANG HOOFDSTUK GESCHREVEN OM HET EEN BEETJE GOED TE MAKEN.

IK ZAL HET PROBEREN OM HET VOLGENDE HOOFDSTUK SNELLER TE PLAATSEN.
DOEI

My kidnapperWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu